Eerste les voorstellen en De Brug (Lezen)

1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom bij Nederlands!

Slide 2 - Slide

woensdag 1 sept 
  • voorstellen
  • Wat heb je nodig in de les?
  • Hoe werken we met Nederlands/blokuren
  • Lezen De Brug blz. 253 herhaling klas 1
  • oriënteren op een leesboek

Slide 3 - Slide

Voorstellen en naambordje maken

Slide 4 - Slide

Barbara Samsom
b.samsom@het-erasmus.nl

te bereiken via mail of teams

wie zijn jullie: naamkaartje

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Waar ben je
op vakantie geweest?

Slide 7 - Mind map

Wat heb je gedaan
in de vakantie?

Slide 8 - Mind map

Wat lijkt je leuk
in klas 2?

Slide 9 - Mind map

bij binnenkomst, telefoon in je tas
als ik instructie geef is het stil
je hebt je spullen bij je en je weektaak af

Slide 10 - Slide

Wat heb je nodig bij Nederlands?
->noteren
  • 1. Lesboek Nieuw Nederlands
  • 2. schrift 
  • 3. laptop (opgeladen)
  • 4. leesboek (later)

Slide 11 - Slide

 Rooster Nederlands 2h en 2V
  • H2a: woensdag  1e en 2e  + maandag: 3e uur
  • V2B: woensdag  3de + maandag 1e en 2de uur
  • V2C: woensdag 6de en 7de + dinsdag 3e uur

Slide 12 - Slide

 werken met weekplanning
  1. instructie en theorie 
  2. zelfstandig werken
  3. extra uitleg voor wie dat nodig heeft
  4. stil lezen
  5. voorlezen
  6. eerste les nieuwe week moet planning vorige week af zijn!

Slide 13 - Slide

Hoe ziet dit jaar eruit bij Nederlands

Samen kijken naar planning (ELO)

Slide 14 - Slide

vandaag: Lezen herhaling lesstof 1hv - 
zie De Brug (laatste hoofdstuk boek)
->Welke informatie is nieuw voor je?
-> Wie zat er vorig jaar niet in 1hv?

Slide 15 - Slide

Vragen beantwoorden bij Lezen
  • In je antwoord herhaal je de kern van de vraag. Voorbeeld: wat is het onderwerp van tekst 1? Antwoord: Het onderwerp van tekst 1 is...  Je antwoord begint met een hoofdletter en is een hele zin die eindigt met een punt.
  • Een onderwerp is altijd 1 woord of een woordgroep. Een onderwerp kan nooit een hele zin zijn.
  • Alle antwoorden op de vragen kun je in de tekst vinden!

Slide 16 - Slide

lezen en maken De Brug
  • samen lezen tekst 1 blz. 250
  • maken opdracht 1
  • samen lezen tekst 3 blz. 253
  • maken opdracht 3 
  • volgende week dinsdag hiermee verder

Slide 17 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les ken/kan ik:

... de leerstof Leesvaardigheid uit klas 1.
... deze stof correct toepassen op leesteksten.

Slide 18 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les ken/kan ik:

... de leerstof Leesvaardigheid uit klas 1.
... deze stof correct toepassen op leesteksten.

Slide 19 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les ken/kan ik:

... de leerstof Leesvaardigheid uit klas 1.
... deze stof correct toepassen op leesteksten.

Slide 20 - Slide

Welke vraag stel je om het onderwerp van een tekst te vinden?
A
Wie/Wat + PV?
B
Waar gaat de hele tekst over?

Slide 21 - Quiz

Wat is het onderwerp van een tekst?
A
de titel
B
de inleiding
C
de kernzin
D
dat waar de tekst over gaat

Slide 22 - Quiz

Het onderwerp van de tekst noteer je in:
A
Een of een paar woorden.
B
Een hele zin.
C
In twee of meer zinnen.
D
In een alinea

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Uit welke drie onderdelen bestaat een tekst?
A
Inleiding, onderwerp en hoofdgedachte
B
Inleiding, slot en hoofdgedachte
C
Inleiding, middenstuk en slot
D
Middenstuk, slot en hoofdgedachte

Slide 25 - Quiz

Een inleiding kan verschillende functies hebben. Welke functie heeft de inleiding NIET?
A
het onderwerp introduceren
B
aandacht trekken
C
de aanleiding voor het schrijven geven
D
een advies geven

Slide 26 - Quiz

Waar bestaat het middenstuk van de tekst uit?
A
deelonderwerpen
B
conclusie
C
introductie onderwerp
D
geen van allen

Slide 27 - Quiz

Wat kun je NIET vinden in het slot?
A
een korte samenvatting
B
een anekdote
C
een conclusie
D
kijken naar de toekomst

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat

Slide 30 - Quiz

Waar staat de hoofdgedachte van een tekst vaak?
A
In het middenstuk
B
In de samenvatting
C
In de inleiding of in het slot
D
Dat kun je nooit weten

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Welk tekstverband beschrijft
gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde?
A
tegenstellend verband
B
opsommend verband
C
toelichtend verband
D
chronologisch verband

Slide 33 - Quiz

Genoemde zaken worden achter elkaar opgesomd
A
chronologisch verband
B
tegenstellend verband
C
opsommend verband
D
Toelichtend verband

Slide 34 - Quiz

Genoemde zaken zijn elkaars tegenovergestelde
A
chronologisch verband
B
tegenstellend verband
C
opsommend verband
D
Toelichtend verband

Slide 35 - Quiz

Toelichtend verband...
A
is sprake als dingen achter elkaar worden opgenoemd
B
worden in een tekst tegenovergestelde dingen genoemd
C
wordt extra informatie gegeven bij een onderwerp
D
worden de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde beschreven

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Slide

Welke tekstdoelen ken je tot nu toe?
A
informeren, amuseren en overhalen
B
informeren, amuseren, overhalen, uitleggen, activeren en betogen
C
informeren, amuseren, overtuigen en activeren
D
ik ken geen tekstdoelen

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Slide

Een illustratie bij een tekst kan verschillende functies hebben: de tekst verfraaien, de aandacht trekken, de tekst verduidelijken en....
A
de tekst makkelijker maken
B
de tekst aanvullen
C
de pagina vullen
D
de tekst mooier maken

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Slide

Aan de slag!
Wat: maak opdracht 3 van De Brug: Lezen (herhaling stof)
Waar: blz. 240 van je leerboek
Hoe: in stilte
Hulp: leerboek
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: controle lesdoelen

Klaar?: zoek alvast een leesboek!
timer
15:00

Slide 42 - Slide

Ken je de leerstof Leesvaardigheid uit klas 1 en kun je deze stof correct toepassen op leesteksten?
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 43 - Quiz

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
straf voor circus
B
Tjechisch circus
C
vergeten krokodil
D
verwaarlozing

Slide 44 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
Als je stage loopt in het vmbo, moet je aan verschillende zaken denken.
B
Hoe een stage in de praktijk ingevuld wordt, verschilt per opleiding.
C
In het vmbo kun je verschillende soorten stages lopen.

Slide 45 - Quiz