(1) In hoeverre is taalverzorging (spelling en grammatica) belangrijk?
(2) In welke situaties let jij er wel op en wanneer minder?
Slide 10 - Slide
Doel: je kent de vormen van het werkwoord en je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd spellen.
Door verzorgd met onze taal om te gaan, laat jij zien de boodschap en de manier waarop je de boodschap overbrengt serieus te nemen. Het gaat over jou én de ander.
Deze les ga je kort ervaren dat er verschillende soorten werkwoorden zijn en je gaat zelfstandig leren.
Aan de hand van onderzoeksopdrachten leer je de begrippen kennen en ga je via oefenen naar verdieping.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Je kent de vormen van het werkwoord en de regels die horen bij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd.
Slide 13 - Slide
Je kent de regels die horen bij het voltooid deelwoord en het bijvoeglijk gebruikt werkwoord.
Slide 14 - Slide
Formatieve toets over de werkwoordspelling.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
werkwoord-spelling
Je leert zelfstandig en je doorloopt je persoonlijke leerroute.
Je gaat van kennis (uitleg), via oefenen naar inzicht (onderzoeksopdrachten)
Klaar met de onderzoeksvragen? Laat je uitkomsten zien aan de docent.
Slide 17 - Slide
timer
5:00
Maak de opdrachten uit het oefenboekje werkwoordspelling. Werk het uit in je schrift.
Je hebt je iPad nodig en het oefenboekje werkwoordspelling (zie jaarbijlagen in SOMtoday)