This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
1.1. Nederland wordt
een
democratie
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen waarom veel liberalen vonden dat de koning te veel macht had tot 1848.
Je kunt beschrijven hoe Nederland een parlementair stelsel kreeg.
Slide 2 - Slide
Planning
Verenigd koninkrijk der Nederlanden
Vóór 1848
Parlementair stelsel
Zelfstandig werken
Afsluiting
Slide 3 - Slide
VVD
FVD
GL
PVV
VVD
Slide 4 - Slide
Hoe veel mensen zitten er in de Tweede Kamer?
A
150
B
75
C
225
D
100
Slide 5 - Quiz
Om de hoe veel jaar mogen mensen stemmen?
A
1
B
2
C
4
D
5
Slide 6 - Quiz
Het stemrecht zou verlaagd moeten worden naar 16 jaar?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Nederland is een rechtsstaat.Burgers en overheid moeten zich aan de wet houden.
Daarnaast is Nederland een constitutionele (grondwet) monarchie(koninkrijk).
Die grondwet isingevoerd in 1848. Daarvoor had de koning alle macht en de bevolking niets te zeggen.
Leerdoel 1
Slide 8 - Slide
Voor 1848
Willem I was koning en regeringsleider.
De ministers waren dienaren van de koning.
Rijke burgers (liberalen) waren het hier niet mee eens. Zij willen meer vrijheid en meer inspraak in het bestuur. Ook opvolger Willem II wilde zijn macht niet delen
Leerdoel 1
Slide 9 - Slide
Liberalisme
Komt van het Latijnse libertas.
Meer vrijheid voor burgers:burgerlijke vrijheden.
Vrijheid van meningsuitingen persvrijheid.
Meer invloed inde politiek:Hetparlement zou gekozen moeten worden doorde burgersen niet door de koning.
Leerdoel 1
Slide 10 - Slide
Leerdoel 2
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Maken van paragraaf 5.2
Opdracht 1 t/m 5
Koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk voor wat de koning zegt en doet.Over de koning kan geen discussie ontstaan, tegelijkertijd mag de koning niets meer zeggen of doen zonder toestemming van de minister-president. Dit isministeriële verantwoordelijkheid.
De Eerste kamer controleert of een wet overeenkomt met de grondwet - Recht van enquete (onderzoeken doen naar de regering) - Recht van interpellatie (discussie voeren met minister) - Recht van budget (uitgaven minister controleren) Eerste en Tweede kamer samen noem je de Staten-Generaal
Johan Willem Thorbecke
Uit angst voor een revolutie in Nederland vraagt koning Willem II aan de liberale Thorbecke om een nieuwe grondwet te schrijven. Thorbecke schrijft een nieuwe grondwet.
Na een grondwetswijziging kreeg Nederland een parlementair stelsel. De hoogste macht lag bij de Tweede kamer: het parlement. Het parlement: - Recht van enquete
- Recht van interpellatie - Recht van budget - Recht van initiatief (wetsvoorstel indienen) - Recht van amendement (wetsvoorstel wijzigen)
Leerdoel 2
Slide 13 - Slide
Aan de slag
Opdracht 1: Neem de begrippen op pagina 12 en 13 over in je schrift. Bedenk nu zelf een betekenis op basis van je kennis (zonder boek!)
Opdracht 2: Lees pagina "machtige koning" en "het machtige parlement"Maak vervolgens opdracht 1, 2, 3 en 5. (dit is huiswerk)
Slide 14 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen waarom veel liberalen vonden dat de koning te veel macht had tot 1848.
Je kunt beschrijven hoe Nederland een parlementair stelsel kreeg.
Slide 15 - Slide
Maken van paragraaf 5.2
Opdracht 1 t/m 5
Tweede kamer wordt gekozen doorNederlandse rijke mannen.
Koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk voor wat de koning zegt en doet.Over de koning kan geen discussie ontstaan, tegelijkertijd mag de koning niets meer zeggen of doen zonder toestemming van de minister-president. Dit isministeriële verantwoordelijkheid.
Tweede kamer wordt gekozen doorNederlandse rijke mannen.
Leden Provinciale Staten kiezen
Eerste Kamer
Johan Willem Thorbecke
Uit angst voor een revolutie in Nederland vraagt koning Willem II aan de liberale Thorbecke om een nieuwe grondwet te schrijven. Thorbecke schrijft een nieuwe grondwet.