samenvatting en planning H12 Elektriciteit + H9 schakelingen

Planning tot kerst:
H12 Elektriciteit + H9 Schakelingen
12.1 Stroom en spanning

12.2 Spanning transformeren

12.3 Serie- en Parallelschakeling

12.4 Elektriciteit + veiligheid




1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning tot kerst:
H12 Elektriciteit + H9 Schakelingen
12.1 Stroom en spanning

12.2 Spanning transformeren

12.3 Serie- en Parallelschakeling

12.4 Elektriciteit + veiligheid




Slide 1 - Slide

Serie- en parallelschakeling:
Serieschakeling:
  • 1 stroomkring
  • 1 lampje uit > alles uit
  • Stroomsterkte is overal gelijk
  • Spanning wordt verdeeld
Parallelschakeling:
  • meerdere stroomkringen
  • 1 lampje uit > rest blijft aan
  • De totale stroomsterkte is de de stroom van alle sub-kringen bij elkaar opgeteld
  • De spanning is gelijk bij elke sub-kring

Slide 2 - Slide

Stroomsterkte
  • Is het aantal elektronen die door de stoomkring lopen 
Spanning 
  • Hoeveelheid energie dat de elektronen mee krijgen van de spanningsbron 
Vermogen
  • De hoeveel energie per seconde dat een apparaat verbruikt 
Weerstand
  • Is de tegenwerkende kracht  van stroom
Capaciteit
  • De hoeveelheid elektrische lading die is opgeslagen in een batterij
C=It
U=IR
P=UI

Slide 3 - Slide

Wat is het vermogen?
A
12 Watt
B
0,3 Watt
C
0,083 Watt
D
3 Watt

Slide 4 - Quiz

Formule:

Een transformator:
  • Zet een hoge spanning op naar een lage spanning of omgekeerd


Transformator:

De spanning of het aantal windingen uitrekenen.

Slide 5 - Slide

Opgave 6 (GT: p. 226) 
en 11 (K: p. 30)

Transformator A transformeert de netspanning naar 12 V. De primaire spoel heeft 920 windingen:

a) Bereken het aantal windingen van de secundaire spoel

Gegevens/gevraagd:
  • Np = 920    ; Ns = ?
  • Up = 230 V ; Us = 12 V
Formule:
  • Np : Ns = Up : Us
Uitwerking:
  • 920 : Ns = 230 : 12
  • 920 : Ns = 19,1666
  • 920 = 19,16666 x Ns
  • Ns = 920 : 19,6666 = 48
Antwoord:
Het aantal windingen is 48 

Slide 6 - Slide

Werken met                                  weerstanden
Elektronicaweerstandjes: (vaak) in serie
Serieschakeling 
  • Itot = I1 = I2 = ..      én     Utot = U1 + U2 + ...
Parallelschakeling 
  • I tot = I1 + I2 + ...    én    Utot = U1 = U2 = ..
  •  Met een weerstandje kun je de spanning en de stroomsterkte  verdelen over de verschillende onderdelen in een schakelschema (printplaat)   

Slide 7 - Slide

H12.3 Vervanginsweerstand

vervangingsweerstand = Totale weerstand

In serie:

  • Rv = R1 + R2 + R2 + ....

In Parallelschakeling:

  • 1/Rv = 1/R1 + 1/R2 + ...
  • Rv = (R1 x R2)/(R1 + R2)
Stel F1 = 20 Ω  en F2 = 5 Ω => wat is Rv bij serie/parallel
  • In serie: Rv = 20 + 5 = 25 Ω
  • In parallel: Rv = (20 x 5)/(20+5) = 100/25 = 4 Ω


20 Ω
20 Ω
5 Ω
5 Ω

Slide 8 - Slide

Serieschakeling
Stroomsterkte:
  • Stroomsterkte overal gelijk
  • Itot = I1 = I2 = I3

spanning:
  • Spanning verdeeld zich
  • Utot = U1 + U2 + U3

Weerstand:
  • Totale weerstand (vervangingsweerstand) tel je bij elkaar op
  • Rv = R1 + R2 + R3
  • Bepaal altijd eerst Rv en daarna I  

Slide 9 - Slide

Parallelschakeling
Stroomsterkte:
  • stroomsterkte verdeelt zich over de stroomkringen
  • Itot = I1 + I2 + I3

spanning:
  • Spanning is gelijk per stroomkring
  • Utot = U1 = U2 = U3

Weerstand:
  • de vervangingsweerstand kun je niet zomaar bij elkaar optellen
  • 1/Rv = 1/R1 + 1/R2 + ... 
  • Of bij 2 weerstanden: Rv = (R1 x R2)/(R1 + R2

Slide 10 - Slide

De weerstand bepalen/berekenen
Je kunt op twee manieren achter de waarde van een weerstand komen:
  1. Door de spanning en de stroomsterkte te meten.
  2. De kleurencodes aflezen van de weerstand.
1
2

Slide 11 - Slide

Kleurcodering: Binas 13 
Reken uit hoe groot bovenstaande weerstand is?
  • A: geel = 4
  • B: paars = 7
  • D: rood = 2
  • T: goud = 5%
  • R = 4700 Ω +/- 5%
  • R = 4700 Ω +/- 235 Ω

Slide 12 - Slide

Samenvatting H12.4
Bevat de Kernwoorden:
Meterkast onderdelen
Geleider en Isolator
Gevaar van elektriciteit
Kortsluiting en Overbelasting
Zekeringen
Aardlekschakelaar
Randaarde
Dubbele isolatie

Slide 13 - Slide

En nu de theorie toepassen
Aan de slag!

Maak opdrachten van H9.4 
Controleer de opgaven van H9

Volgende week PTA H12 en H9

Slide 14 - Slide

Diode en LED
Diode: 
  • Schakelonderdeel dat één kant stroom doorlaat!

Led: 
  • is een diode die licht uitzendt
  • light emitting diode
  • Wordt vaak gebruikt als controlelampjes

Slide 15 - Slide

NTC
Negative Temp. Coëfficient





  • Reageert op temperatuur
  • Temperatuur omhoog =>
                         weerstand omlaag
LDR
Light dependent resistant





  • Reageert op licht
  • Meer Licht =>                                            weerstand omlaag

Slide 16 - Slide

Uitleg Relais contacten
Symbool relais
5 aansluitpunten
1 + 2 = aansluiten spoel
3 = maakcontact
4 = breekcontact
5 = actuator / stroomkring

Slide 17 - Slide

Uitleg Reedcontact
  • Wordt gebruikt als schakelaar / sensor
  • schakelaar die werkt op een magneet
  • Magneet bij reedcontact => gesloten contact => stroom


  • Toepassingen:
    - positie/niveau sensor
    - fietscomputer/ km-teller

Slide 18 - Slide

Een schakeling met condensator
Als je de schakelaar
sluit laadt de condensator op. Als je hem opent blijft de lamp branden op de stroom van de condensator.

Slide 19 - Slide

Transistor
Transistor heeft 3 aansluitpunten:
* Basis
* Collector
* Emitter

UIT: Geen stroom op Basis => geen stroom van Collector naar Emitter

AAN: Stroom op Basis => stroom gaat lopen van Collector naar Emitter

Slide 20 - Slide

En nu de theorie toepassen
Aan de slag!

Maak opdrachten van H9.4 
Controleer de opgaven van H9

Volgende week PTA H12 en H9

Slide 21 - Slide