Les 3 Tijd van Grieken en Romeinen

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

VLT M&M

leerdoelen VLT M&M

• je kunt de eerste vijf van de tien tijdavakken opnoemen
• je kunt van elk tijdvak het tijdvak symbool herkennen
• je kunt de tijdvakken in de juiste volgoorde zetten
• je kunt de jaartallen bij de tijdvakken opnoemen
• je kunt bij elk tijdvak één gebeurtenis of persoon opnoemen
• je weet van alle kenmerkende aspecten bij welk tijdvak zij horen.

10 tijdvakken

Akkerbouw

1. Het ploegen van een stuk grond om het te bewerken.
2. Zaaien, verzorgen en oogsten van eetbare planten.
3. Het houden van dieren op een stuk land.
4. Land bewerken om er vervolgend huizen op te kunnen bouwen.

Veeteelt

1. Het jagen op dieren voor voedsel en kleding.
2. Zaaien, verzorgen en oogsten van eetbare planten.
3. Het houden en fokken van dieren.
4. het houden van dieren voor de akkerbouw.

Landbouw

1. Akkerbouw en veeteelt.
2. Land bewerken om er vervolgend huizen op te kunnen bouwen.
3. Het ploegen van een stuk grond om het te bewerken.
4. Een stuk land geschikt maken om er dieren op de houden.

Cultuur

1. Een groep mensen die oorspronkelijk uit het zelfde land komen
2. Een ander woord voor geloof.
3. een groep mensen die samen werken.
4. De manier van denken en doen van een groep mensen.

Handel

1. Het werken in een winkel of op een markt.
2. Het houden en fokken van dieren .
3. Het verkopen van goederen en diensten.
4. Het beheren van een grote som geld.

Nijverheid

1. Zelf producenten maken om te verkopen.
2. Een ander woord voor huishouden.
3. Een eigenwinkel hebben.
4. Handel drijven.

Romaniseren

1. Een genre voor een Boek
2. Het overnemen van de Romeinse cultuur
3. Romantisch
4. Het leven als een Roma of een Gipsy

Tempel

1. Een kerk
2. Een Moskee
3. Een groot gebouw met veel versiering
4. Een gebouw waar 1 of meerdere goden worden aanbeden.