Klas 3 week 46 les 1

                    Lesdoelen (buts) 


Je leert zinnen waarmee je kunt vertellen wat je leuk vindt om te doen

Luisteren - Opschrijven - Leren
Geluidsniveau: STIL
Wat ga je doen?
Ga in het digitale lesmateriaal naar  Naslag - Arrêt Chapitre 2
 Phrases-clés G
Frans-Nederlands
* Luister naar de uitspraak
* Noteer de woorden/zinnen F-N in je schrift 
* Oefen in blokjes van 5
* Zet een * voor woorden/zinnen die je nog niet kent en herhaal deze

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

                    Lesdoelen (buts) 


Je leert zinnen waarmee je kunt vertellen wat je leuk vindt om te doen

Luisteren - Opschrijven - Leren
Geluidsniveau: STIL
Wat ga je doen?
Ga in het digitale lesmateriaal naar  Naslag - Arrêt Chapitre 2
 Phrases-clés G
Frans-Nederlands
* Luister naar de uitspraak
* Noteer de woorden/zinnen F-N in je schrift 
* Oefen in blokjes van 5
* Zet een * voor woorden/zinnen die je nog niet kent en herhaal deze

Slide 1 - Slide

Weektaak


Weektaak van vorige week afgerond?
Deze week genoteerd in planagenda?

                                                                  
                                                      

Slide 2 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- Weet ik hoe ik ww op -ir vervoeg in de présent en de passé composé










Slide 3 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
We gaan kijken naar een instructiefilmpje over het vervoegen van een werkwoord op -ir 

Maak aantekeningen!

Daarna gaan we dit toepassen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

choisir = kiezen
Hoe zeg je: hij kiest

Slide 6 - Open question

réfléchir = nadenken
Hoe zeg je: wij denken na

Slide 7 - Open question

réussir = slagen
Hoe zeg je: u slaagt

Slide 8 - Open question

invullen = remplir
Hoe zeg je: zij (mnl.) vullen in

Slide 9 - Open question

groeien = grandir
hoe zeg je: jij groeit

Slide 10 - Open question

Qu'est-ce qu'on va faire?
We gaan kijken naar een instructiefilmpje over het vervoegen van werkwoorden op -ir in de passé composé

Maak aantekeningen!

Daarna gaan we de kennis toepassen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

vullen = remplir
Hoe zeg je: jij hebt gevuld

Slide 13 - Open question

blozen = rougir
Hoe zeg je: hij heeft gebloosd

Slide 14 - Open question

nadenken = réfléchir
Hoe zeg je: jullie hebben nagedacht

Slide 15 - Open question

WW op -ir

kiezen = choisir
eindigen = finir
nadenken = réfléchir
slagen = réussir
(in)vullen = remplir
groeien = grandir
blozen = rougir

Slide 16 - Slide




Lesdoelen (buts)
aan het begin van de les:

Je oefent de vervoeging van
werkwoorden op -ir


Wat ga je doen?
Ga naar
Verbuga (via Google)
- Je herhaalt de vervoeging van werkwoorden op -ir
- Ken je alle uitgangen?
- Oefen daarna met Verbuga
Klik aan: présent - passé composé
Klik aan: regelmatige werkw.
choisir - réfléchir - finir - réussir

Slide 17 - Slide

Zelfstandig aan de slag met weektaak

In stilte werken zolang de timer loopt.
timer
20:00

Slide 18 - Slide