V&U hoofdstuk 1 deel 1

Verdienen & Uitgeven H1
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 32 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 5 min

Items in this lesson

Verdienen & Uitgeven H1

Slide 1 - Slide

Plenda
Dinsdag 5 november
5.1 t/m 5.19 (M&O)
6.1 t/m 6.8 (M&O)

Maandag 11 november
1.1 t/m 1.18 (V&U)

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Bruto Binnenlands Product
  • Toegevoegde waarde

Slide 3 - Slide

Intro
Hans Rosling (The Joy of Stats, BBC)
'200 countries, 200 years, 4 minutes'

  • Wat staat er op de assen?
  • Wat probeert Hans Rosling daarmee te meten?
  • Welke trend laat Hans Rosling zien?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Intro
  • Wat staat er op de assen?
  • Levensverwachting (Y-as) en Inkomen per persoon (x-as)
  • Wat probeert Hans Rosling daarmee te meten?
  • Hoe goed het gaat met de burgers in een land
  • Welke trend laat Hans Rosling zien?
  • Het gaat door de jaren heen steeds beter met vrijwel alle landen. Landen gaan van linksonder naar rechtsboven.

Slide 6 - Slide

Hoe meet je hoe goed het gaat in een land?
  • Wat tel je mee? 
=>Geld, gezondheid, milieu?
  • Hoe kun je dit meten? 
=>Kun je er cijfers voor verzamelen?
  • Tel je op een bepaald moment of een bepaalde periode?
  • Waarom wil je dat eigenlijk weten? 
=>Hoe gaat het met de burgers, de bedrijven, de overheid?

Slide 7 - Slide

Bij economische wetenschap en overheden: BBP
  • Bruto Binnenlands Product (BBP)
  • Economie samengevat in 1 getal
=> objectief (waardenvrij) en relatief goed te meten
  • Bedacht in 1937 door Amerikaanse econoom Simon Kuznets
  • Startvraag: 'Wat kan de Amerikaanse economie bijdragen richting een oorlog?'
  • Engels = Gross Domestic Product (GDP)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat is BBP?
Toegevoegde waarde van alle producten en diensten die bedrijven en de overheid in een land in 1 jaar produceren en verkopen.

  • Toegevoegde waarde
  • Bedrijven en de overheid
  • Periode = 1 jaar (stroomgrootheid)
  • Producten en diensten
  • Produceren en verkopen

Slide 10 - Slide

Toegevoegde waarde in bedrijfskolom:

Iedere tussenstap (bedrijf) verkoopt voor meer dan de inkoop en voegt zo waarde toe

Slide 11 - Slide

Één bedrijf

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Overheid
  • Hoe meet je de productie van de overheid, zoals onderwijs, politie en defensie, waar geen verkoopprijs voor wordt gerekend?
  • Oplossing: de salarissen van de werknemers (ambtenaren) als schatting van de toegevoegde waarde

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Objectieve methode
  • Objectieve methode = toegevoegde waardes + ambtenarensalarissen
  • Nominaal = geldwaarde (geen rekening houden met inflatie)
  • Nominaal Bruto Binnenlands Product Objectief 

Slide 16 - Slide

Lesdoelen
  • Bruto Binnenlands Product
  • Toegevoegde waarde

Slide 17 - Slide

Plenda
Dinsdag 5 november
5.1 t/m 5.19 (M&O)
6.1 t/m 6.8 (M&O)

Maandag 11 november
1.1 t/m 1.18 (V&U)

Slide 18 - Slide

Lesdoelen
  • Nominaal 
  • Objectieve methode
  • Subjectieve methode
  • Overdrachtsinkomen

Slide 19 - Slide

Objectieve methode
  • Objectieve methode = toegevoegde waardes + ambtenarensalarissen
  • Nominaal = geldwaarde (geen rekening houden met inflatie)
  • Nominaal Bruto Binnenlands Product Objectief (vorige les)

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Subjectieve methode
  • Bij de objectieve methode worden voor de overheidsbijdrage de ambtenarensalarissen gemeten.
  • Subjectieve methode = alleen de inkomens meten, ook voor bedrijven!
  • Primaire inkomens
  • Nominaal Bruto Binnenlands Inkomen (BBI)

Slide 22 - Slide

Primair- of overdrachtsinkomen
  • Primair inkomen = beloning  voor leveren/ter beschikking stellen van productiefactoren 
=> Beloning voor bijdrage aan de productie => meten in BBI

  • Overdrachtsinkomens = uitkeringen, toeslagen
=>Herverdeling, geen directe bijdrage aan de productie

Slide 23 - Slide

Productiefactoren
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Nominaal BBI 
  • Bij objectieve methode worden voor de overheid de ambtenarensalarissen gemeten.
  • Subjectieve methode = alleen de inkomens meten, ook voor bedrijven!
  • Primaire inkomens
  • Bruto Binnenlands Inkomen (BBI)

Slide 27 - Slide

Bruto Binnenlands Inkomen 
  • Alle primaire inkomens (loon, rente, huur, pacht, winst) van een land in 1 jaar bij elkaar opgeteld
  • Nominaal = geldwaarde (zonder rekening te houden met inflatie)
  • Nominaal Bruto Binnenlands Inkomen (BBI)

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Terminologie 
  • Bruto Nationaal Product
  • Nationaal Inkomen
  • Nationaal Product

  • Nationaal (geproduceerd door Nederlanders) is net anders dan Binnenlands (geproduceerd binnen de landsgrenzen), maar we gebruiken deze termen hier als synoniemen 

Slide 30 - Slide

Lesdoelen
  • Nominaal 
  • Objectieve methode
  • Subjectieve methode
  • Overdrachtsinkomen

Slide 31 - Slide

Plenda
Dinsdag 5 november
5.1 t/m 5.19 (M&O)
6.1 t/m 6.8 (M&O)

Maandag 11 november
1.1 t/m 1.18 (V&U)

Slide 32 - Slide