-razend -verliefd -heel verdrietig -nodig naar de wc -een miljoen gewonnen! -een hele enge spin -haast -trein gemist
Beeldhouwen
In tweetallen: beeldhouwer en klei. De beeldhouwer maakt een beeld voor in een tuin.
Tableaus
De leerlingen worden verdeeld in groepjes van 3 á 4 kinderen. Elk groepje krijgt een papiertje met een titel (zie bijlage). N.a.v. de titel mogen de leerlingen even overleggen. Dan maken ze als groepje een tableaus. Elke leerling moet hier een plek in krijgen. Als iedereen voorbereid is (+/- 5 minuten) laten ze de tableaus aan elkaar zien.
Spreekwoorden
De leerlingen bedenken in tweetallen een spreekwoord of gezegde en overleggen kort hoe ze dat in een tableau gaan neerzetten. De leerlingen die zelf niets kunnen bedenken mogen naar mij toekomen voor een spreekwoord.
Dan laten de tweetallen hun tableau aan de groep zien. De groep raad welk spreekwoord er wordt uitgebeeld.
Afsluiting:
Nabespreken
De ruzie
Het ongeluk
De bruiloft
De verhuizing
Het circus
De verjaardag
Op vakantie
De overval
Een slecht rapport
Het afscheid