Totstandkoming van een wet

Totstandkoming van een wet
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieBegrijpend lezen+2BasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Introduction

Wie bepaalt eigenlijk of de wet veranderd mag worden? Hoe komt zo'n wet tot stand?

Instructions

Items in this lesson

Totstandkoming van een wet

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

.
Dit weet ik al!
Denkgesprek
Maar wie bepaalt eigenlijk of een wet wordt veranderd? Welke mensen/beroepen komen er eigenlijk bij kijken wanneer er een wet gemaakt wordt. Praat erover in je groepje.
timer
4:00
De spelregels
Bij een denkgesprek praat je samen met je klasgenoten over een vraagstuk. Er zijn geen goede of foute antwoorden, het gaat erom dat iedereen kan vertellen wat hij of zij denkt. Je hoeft elkaar dus niet te overtuigen van elkaars ideeën. Denk eerst zelf over de vraag na, praat er daarna over in je groepje. Komt iedereen aan het woord en kan iedereen zijn of haar ideeën bespreken? Dan zijn jullie goed bezig!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Eigen leervragen
Wat wil je weten over het totstandkomen van een wet? Schrijf je leervragen op de vragenmuur. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Dit ga je leren
Wereldoriëntatie
Na deze les: 
  • weet ik hoe een wet tot stand komt. 
Woordenschat 
Na deze les:
  •  weet ik wat de moeilijke woorden betekenen die te maken hebben met het invoeren van een nieuwe wet.
Taal
Na deze les: 
  • kan ik een pitch houden over een eigen wetsvoorstel. 

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Verdiepende tekst
Lees de tekst hiernaast. 

Arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt. Arceer in ieder geval: 

  • de minister
  • de staatssecretaris
  • de ambtenaar
  • de Raad van State
  • de minsterraad

Bij het publiceren van dit artikel was de wet voor het vuurwerkverbod nog niet aangenomen. Per december 2020 gaat de nieuwe wet in. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat
het invoeren van een nieuwe wet
de minister
Een beroep van iemand die in de regering van een land zit. 

de ambtenaar
Iemand die voor de overheid werkt. 
Hulpkaart
de staatssecretaris
De staatssecretaris ondersteunt de minister.
de minsterraad
De ministerraad is de vergadering van alle ministers onder leiding van de minister-president. 
de Raad van State
Adviseert de regering en het parlement over wetgeving en bestuur.

Slide 6 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Ga met behulp van de hulpkaart op zoek naar de betekenis van de woorden die jij hebt gearceerd. 
Weet je de betekenis nog niet? Zoek dan de betekenis van het woord op, op deze website. Schrijf de betekenis voor jezelf op. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
groot
klein
muis
olifant
Hulpkaart
woordparaplu
woordtrap
woordkast

Slide 7 - Slide

Woordenschat
Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.
Stel: er komt een nieuwe wet. 
Wat is de juiste volgorde?
1
2
3
8
7
4
6
5
Het wetsvoorstel wordt besproken in de ministerraad.
De ambtenaren schrijven een wetsvoorstel.
De minister of de staatssecretaris wil iets wettelijk regelen.
Raad van State geeft advies.
Het wetsvoorstel gaat naar de Tweede Kamer.
Het wetsvoorstel gaat naar de Eerste Kamer.
De Koning en de verantwoordelijke ministers zetten hun handtekening onder het wetsvoorstel.
De wet wordt gepubliceerd in het Staatsblad en gaat in.

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

..
.
WAAR 
of 
NIET WAAR?
De wet veranderen? Daar hebben wij als 'gewone burgers' geen enkele invloed op!
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

..
.
WAAR 
of 
NIET WAAR?
Stel: jij wilt graag dat de minimale leeftijd om te mogen stemmen wordt veranderd naar 11 jaar. Wat kun je doen om dit te bereiken?
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
A
Je kunt door handtekeningen te verzamelen samen met anderen een petitie aanbieden aan de minister, de Tweede Kamer, de provincie of de gemeente.
B
Je kunt een burgerinitiatief beginnen en zorgen voor minimaal 40.000 handtekeningen.
C
Je kunt gaan demonstreren of aan een referendum meedoen.
D
Alle antwoorden hiervoor zijn juist.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Verdeel de klas in drie groepen. Groep 1 is VOOR de stelling (de voorstanders), groep 2 is TEGEN de stelling (de tegenstanders) en groep 3 is de jury. Iedereen zit op een stoel. De leerkracht is de debatleider.
Alle kinderen die in de jury zitten laten weten of zij voor of tegen de stelling zijn door op het teken van de juf of meester een groen (voor de stelling) of rood kaartje (tegen de stelling) in de lucht te houden. De juf of meester schrijft op het bord hoeveel kinderen voor de stelling zijn (voorstanders) en hoeveel kinderen tegen de stelling zijn (tegenstanders). 
Uitleg

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Uitleg
Het debat kan beginnen! Als je je mening wilt geven, ga je staan en zeg je: 'Ik wil graag reageren op het argument van (naam leerling). De leerkracht geeft beurten. Door argumenten te geven proberen de voorstanders de tegenstanders te overtuigen van hun mening. En de tegenstanders proberen de tegenstanders natuurlijk te overtuigen van hun mening!
Na 10 minuten stopt het debat. De leerkracht vraagt de juryleden opnieuw te stemmen. Zijn er juryleden veranderd van mening? De groep die de meeste juryleden van mening heeft doen veranderen, wint het debat!
Kan iemand uit de jury uitleggen waarom hij of zij van mening is veranderd? Welke argumenten hebben hem of haar overtuigd?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
de stelling:

Je mag vanaf 11 jaar stemmen. 
Debatteren maar!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Reflecteren maar!
Draai aan het rad en beantwoord de vragen! 

Slide 14 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Terugkoppeling lesdoelen
Wereldoriëntatie

  • ik weet hoe een wet tot stand komt. 
Woordenschat 

  •  ik weet wat de moeilijke woorden betekenen die te maken hebben met het invoeren van een nieuwe wet.
Taal

  • ik kan een pitch houden over een eigen wetsvoorstel. 

Slide 15 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Terugkoppeling eigen leervragen
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? 
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

              Tot de volgende keer!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions