Les 1 week 14 th3p

Planning
Lezen
Aan de slag met poëzie en songteksten
Zelf een gedicht maken
Brief TEA 3 inzien

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planning
Lezen
Aan de slag met poëzie en songteksten
Zelf een gedicht maken
Brief TEA 3 inzien

Slide 1 - Slide

Poëzie en muziek
In het boek De belofte van Pisa speelt muziek en hoe je stemming beïnvloed kan worden door muziek een grote rol.
Vandaag gaan jullie zelf twee Nederlandstalige songteksten analyseren. Deze songteksten mag je zelf uitkiezen. In deze songteksten ga je op zoek naar verschillende soorten vormen van beeldspraak. Dit zijn de meest voorkomende vormen:

Vergelijkingen met en zonder als: Hierbij worden twee dingen met elkaar vergeleken. Bijvoorbeeld: Jouw kamer lijkt wel een vuilnisbelt.

Metafoor: Bij een metafoor wordt het object weggelaten en vervangen door het beeld. Bijvoorbeeld: Een kleerkast fouilleerde de bezoekers bij de discotheek.

Personificatie: Bij personificatie wordt er een menselijke eigenschap toegeschreven aan een levenloos object. Bijvoorbeeld: Jouw auto smeekt om een onderhoudsbeurt.


Slide 2 - Slide

Vergelijking, metafoor of personificatie?

Haar ouderlijk huis is nog steeds een veilige haven.

A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 3 - Quiz

Metafoor, personificatie of vergelijking?

Die games gaan als warme broodjes over de toonbank.
A
Metafoor
B
Personificatie
C
Vergelijking

Slide 4 - Quiz

Vergelijking, metafoor of personificatie?

Hij gedraagt zich als een klein kind.

A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 5 - Quiz

Metafoor, personificatie of vergelijking?

Mijn fietslampje weigerde dienst.
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 6 - Quiz

1

Slide 7 - Video

01:26
1. Noem een voorbeeld van beeldspraak uit dit fragment.
2. Zet erachter welke vorm van beeldspraak het is.

Slide 8 - Open question

1

Slide 9 - Video

1.Noteer de vorm van beeldspraak en zet er ook achter of het een metafoor, personificatie of vergelijking is.

Slide 10 - Open question

01:48
1. Noem een voorbeeld van beeldspraak uit dit fragment.
2. Zet erachter welke vorm van beeldspraak het is.

Slide 11 - Open question

Het was donker voor augustus
Je vertelde me je naam en
Ik vertelde je de mijne
Je zei "Gelukkig zijn we samen"

Je hart was net gebroken
Je deelde je geheimen
Ik dacht, als ik je aanraak
Kan ik je vast wel lijmen

Ik weet vandaag nog hoe je heet
Ook vandaag nog wat je breekt
Wat je gaf en nog precies hoe je dat deed


Je gaf me je gewicht
Nam het aan met ogen dicht
En nu ben ik slechts een stem zonder gezicht

Een hemel zonder sterren
Je handen op mijn schouders
Als ik aan je kan wennen, zou ik van je kunnen houden
En de hoop gaat vaak 't laatste
Maar ik herinner me jou eerst gaan
Ik vond dat toen niet eerlijk
Maar ik heb het je vergeven

Slide 12 - Slide

Nu zelf dichten!
1. Kies een woord uit dat je mooi vindt of dat een bepaalde stemming of ervaring erg goed omschrijft.
2. Zet dit woord midden op een leeg vel en schrijf hier woorden omheen die bij je opkomen
als je aan dit woord denkt.
3. Schrijf nu een gedicht waarin je dit woord omschrijft, maar niet opschrijft.
Maak hiervoor gebruik van de woorden die je net op hebt geschreven. Probeer beeldspraak (metafoor, personificatie & vergelijking) te gebruiken.
Voorbeeld:

Slide 13 - Slide