'Meer dan lezen' afsluiting



Welkom!


Pak je spullen:
  • je eigen leesboek
  • lesboek + schrift
  • pen of potlood

1 / 51
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 51 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson



Welkom!


Pak je spullen:
  • je eigen leesboek
  • lesboek + schrift
  • pen of potlood

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je leert de inleiding en het slot van een tekst herkennen.
  • Je leert deelonderwerpen in teksten herkennen.

De laatste onderdelen voor dit schooljaar, 'Meer dan lezen'. 


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Je hebt al geleerd...
  • Leesstrategieën (manieren om te lezen) gebruiken om bepaalde informatie uit een tekst halen. 
  • Onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst bepalen. 
  • Tekstdoelen en tekstsoorten bepalen. 
  • De kernzin van een alinea bepalen. 


Slide 4 - Slide

This item has no instructions


  1. Oriënterend lezen

    Doel: je zoekt het onderwerp van een tekst.
    Aanpak: Je bekijkt de titel en tussenkopjes, je leest de eerste alinea, je bekijkt de illustratie, je leest anders gedrukte woorden.

  2. Globaal lezen
    Doel: Deelonderwerpen vaststellen.
    Aanpak: Lees de eerste en laatste zin van elke alinea. Bepaal steeds waar de alinea over gaat. Soms gaan een aantal alinea's over hetzelfde deelonderwerp, die alinea's kunnen samen eenzelfde tussenkopje krijgen. 
  
 3. Precies lezen
      Doel: Een tekst helemaal goed begrijpen.
      Aanpak: Je leest de tekst nauwkeurig van              begin tot het eind. 

   4. Zoekend lezen 
      Doel: Bruikbare informatie in een tekst                  vinden.
      Aanpak: Let op tussenkopjes, andersgedrukte        woorden en opvallende tekens.
Manieren van lezen:

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Onderwerp
Zo vind je het onderwerp van een tekst:

- Lees de tekst oriënterend.
- Geef een zo kort mogelijk antwoord op de vraag: 
waarover gaat deze tekst?


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoofdgedachte 
Zo vind je de hoofdgedachte van een tekst

- Lees de tekst precies.
- Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt? 
Let op. Soms staat het letterlijk in de inleiding of het slot.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Overeenkomst
onderwerp & hoofdgedachte


Beiden geven antwoord op de vraag:
Waar gaat de tekst over?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Verschil onderwerp & hoofdgedachte
Onderwerp is in een paar woorden
Hoofdgedachte is in een hele zin

Onderwerp vinden -> oriënterend lezen
Hoofdgedachte vinden -> precies lezen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Alinea's en kernzinnen
Elke tekst is verdeeld in alinea's
Korte stukken tekst die een eigen deelonderwerp hebben.

Elke alinea bevat een kernzin. Zo'n zin is de belangrijkste zin uit de alinea, hij omschrijft eigenlijk waar de alinea over gaat.
(= korte samenvatting)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Inleiding & slot
1e deel tekst = de inleiding
Doel = vertellen waar de tekst over gaat én nieuwsgierig maken.
Dit doet de schrijver soms met een anekdote, een grappig verhaaltje wat de aandacht trekt. 

Laatste deel tekst = het slot
Doel = tekst afronden. 
Samenvatting of conclusie. Soms wordt er naar de toekomst gekeken of aangehaakt bij de inleiding, zodat het verhaal mooi 'rond' is.  

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Deelonderwerpen
Een tekst bestaat uit: inleiding-middenstuk-slot.

In het middenstuk vind je de meeste informatie over het onderwerp. In dit deel van de tekst worden meestal verschillende aspecten (kanten, delen) van het onderwerp besproken. Dit zijn de deelonderwerpen

Soms gebruikt een schrijver tussenkopjes om de aandacht te trekken.
Let op: een tussenkopje geeft niet altijd het deelonderwerp aan: het is ook vaak bedoeld om de aandacht van de lezer te trekken.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Je hebt beheerst nu alle theorie die je nodig hebt voor de toets. 
Tijd om te oefenen!

Je werkt zelfstandig (in de online methode of in je boek + schrift) aan § 5 en 6 van Cursus 1 'Meer dan lezen'. Dit gaat over inleiding & slot en deelonderwerpen.

Je maakt: § 5 - opdracht 1 t/m 4, 6 en 7 + § 6 - opdracht 1 t/m 4. 
Vragen kun je bij me komen stellen. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Je hebt beheerst nu alle theorie die je nodig hebt voor de toets. 
Tijd om te oefenen!

Je werkt zelfstandig (in de online methode of in je boek + schrift) aan § 5 en 6 van Cursus 1 'Meer dan lezen'. Dit gaat over inleiding & slot en deelonderwerpen.

Je maakt: § 5 - opdracht 1, 2, 3 en 7 + § 6 - opdracht 1 t/m 5. 
Vragen kun je bij me komen stellen. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions



Welkom!


Pak je spullen:
  • je eigen leesboek
  • lesboek + schrift
  • pen of potlood
  • laptop (laat 'm nog dicht)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Je kunt nu
  • Leesstrategieën (manieren om te lezen) gebruiken om bepaalde informatie uit een tekst halen. 
  • Onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst bepalen. 
  • Tekstdoelen en tekstsoorten bepalen. 
  • De kernzin van een alinea bepalen. 
  • De inleiding en het slot van een tekst herkennen
  • Deelonderwerpen in teksten herkennen.


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Aan de slag!
Je hebt beheerst nu alle theorie die je nodig hebt voor de toets. 
Tijd om te oefenen!

Je werkt zelfstandig (in de online methode of in je boek + schrift) aan § 6 van Cursus 1 'Meer dan lezen'. Dit gaat over deelonderwerpen.

Je maakt: § 6 - opdracht 1 t/m 4. 
Vragen kun je bij me komen stellen. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Even testen..
  1. Welke leesstrategie kun je het best gebruiken om een deelonderwerp te vinden?
  2. Uit hoeveel alinea’s bestaat het slot van een tekst?
  3. Welke informatie vind je in een kernzin?
  4. Noem een tekst met als hoofddoel amuseren.
  5. Wat is het tekstdoel van een ingezonden brief?
  6. Je wilt het onderwerp van een tekst weten. Welke leesstrategie pas je toe?

Slide 21 - Slide

globaal lezen
soms uit 1, soms meer
de belangrijkste informatie van een alinea
van een verhaal, mop of strip
overtuigen
oriënterend lezen
Stel je vraag!
Jullie hebben allemaal een blad. 
Hier schrijf je op wat je nog moeilijk vindt én wat je vraag precies is.

Dus: je schrijft niet alleen op 'hoofdgedachte', want dan weet ik niet wat je vraag is. Je kunt wel schrijven: 'ik weet nog niet zo goed hoe ik de hoofdgedachte kan vinden', of 'ik begrijp het verschil tussen onderwerp en hoofdgedachte nog niet helemaal.'

Slide 22 - Slide

globaal lezen
soms uit 1, soms meer
de belangrijkste informatie van een alinea
van een verhaal, mop of strip
overtuigen
oriënterend lezen
Huiswerk
Je hebt af: de opdrachten van § 6 (1 t/m 3) Cursus 1 'Meer dan lezen'. 

Slide 23 - Slide

globaal lezen
soms uit 1, soms meer
de belangrijkste informatie van een alinea
van een verhaal, mop of strip
overtuigen
oriënterend lezen
'Meer dan lezen' afsluiting

Slide 24 - Slide

This item has no instructions



Welkom!


Pak je spullen:
  • je eigen leesboek
  • lesboek + schrift
  • pen of potlood
  • laptop (laat 'm nog dicht)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Je kunt nu..
  • Leesstrategieën (manieren om te lezen) gebruiken om bepaalde informatie uit een tekst halen. 
  • Onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst bepalen. 
  • Tekstdoelen en tekstsoorten bepalen. 
  • De kernzin van een alinea bepalen. 
  • De inleiding en het slot van een tekst herkennen
  • Deelonderwerpen in teksten herkennen.


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Je weet nu..
  • Welke leesstrategie kun je het best gebruiken om een deelonderwerp te vinden?
  • Uit hoeveel alinea’s bestaat het slot van een tekst?
  • Welke informatie vind je in een kernzin?
  • Noem een tekst met als hoofddoel amuseren.
  • Wat is het tekstdoel van een ingezonden brief?
  • Je wilt het onderwerp van een tekst weten. Welke leesstrategie pas je toe?

Slide 28 - Slide

globaal lezen
soms uit 1, soms meer
de belangrijkste informatie van een alinea
van een verhaal, mop of strip
overtuigen
oriënterend lezen
Je weet nu..
  • Welke leesstrategie kun je het best gebruiken om een deelonderwerp te vinden? GLOBAAL LEZEN
  • Uit hoeveel alinea’s bestaat het slot van een tekst? SOMS 1, SOMS MEER
  • Welke informatie vind je in een kernzin? BELANGRIJKSTE INFO VAN EEN ALINEA
  • Noem een tekst met als hoofddoel amuseren. MOP, STRIP OF VERHAAL
  • Wat is het tekstdoel van een ingezonden brief? OVERTUIGEN
  • Je wilt het onderwerp van een tekst weten. Welke leesstrategie pas je toe? ORIËNTEREND LEZEN

Slide 29 - Slide

globaal lezen
soms uit 1, soms meer
de belangrijkste informatie van een alinea
van een verhaal, mop of strip
overtuigen
oriënterend lezen
Wat zijn de leesstrategieën?
  • Er zijn vier leesstrategieën die je kunt gebruiken, afhankelijk van wat je wilt weten:
1. Oriënterend lezen: Snel de tekst bekijken om een idee te krijgen waar het over gaat. Je leest de titel, kopjes, inleiding en conclusie.
2. Globaal lezen: De tekst in grote lijnen begrijpen. Je leest de eerste en laatste zin van elke alinea en let op tussenkopjes.
3. Precies lezen: De hele tekst aandachtig lezen om alle details te begrijpen. Dit doe je als je alles wilt weten wat in de tekst staat.
4. Zoekend lezen: Gericht zoeken naar specifieke informatie in de tekst. Je scant de tekst op zoek naar het antwoord op een specifieke vraag.

Gebruik de juiste strategie afhankelijk van wat je wilt bereiken met het lezen.

Slide 30 - Slide

globaal lezen
soms uit 1, soms meer
de belangrijkste informatie van een alinea
van een verhaal, mop of strip
overtuigen
oriënterend lezen
Hoe vind ik de hoofdgedachte?
  • Lees het begin en eind: De hoofdgedachte staat vaak in de eerste en laatste alinea.
    Let op herhaling: Woorden of zinnen die vaak voorkomen, wijzen op de hoofdgedachte.
    Bepaal het onderwerp: Vraag jezelf af waar de tekst over gaat.
    Vat samen: Probeer de tekst in één zin samen te vatten.
    Deze stappen helpen je de hoofdgedachte te vinden.

Slide 31 - Slide

globaal lezen
soms uit 1, soms meer
de belangrijkste informatie van een alinea
van een verhaal, mop of strip
overtuigen
oriënterend lezen
Wat zijn de tekstdoelen?

Slide 32 - Slide

globaal lezen
soms uit 1, soms meer
de belangrijkste informatie van een alinea
van een verhaal, mop of strip
overtuigen
oriënterend lezen
Wat is een kernzin en hoe vind ik die?
  • Een kernzin is de belangrijkste zin van een alinea. Je vindt de kernzin vaak:
    - Aan het begin of eind van de alinea.
    - Bij signaalwoorden zoals "dus" of "daarom". Deze woorden kunnen een kernzin inleiden. 
    - Door de hoofdgedachte van de alinea te zoeken: zoek de zin die de belangrijkste informatie of stelling van de alinea weergeeft.
    - Lees de alinea goed door: Soms moet je de hele alinea lezen om te bepalen welke zin de kernzin is.

Slide 33 - Slide

globaal lezen
soms uit 1, soms meer
de belangrijkste informatie van een alinea
van een verhaal, mop of strip
overtuigen
oriënterend lezen
Uit hoeveel alinea's bestaat een inleiding? En een slot?

Een inleiding kan één of meer alinea's zijn. 
Dit geldt ook voor het slot, dat kan ook één of meer alinea's zijn. 

Slide 34 - Slide

globaal lezen
soms uit 1, soms meer
de belangrijkste informatie van een alinea
van een verhaal, mop of strip
overtuigen
oriënterend lezen
Wat is een deelonderwerp?
  • Een deelonderwerp is een onderdeel van een tekst. Het belicht een specifieke kant van het hoofdonderwerp. Bijvoorbeeld, een tekst over school kan deelonderwerpen hebben zoals leraren, vakken en de locatie van de school. Elk deelonderwerp is gerelateerd aan het hoofdonderwerp.

Slide 35 - Slide

globaal lezen
soms uit 1, soms meer
de belangrijkste informatie van een alinea
van een verhaal, mop of strip
overtuigen
oriënterend lezen
Misschien heb je nog een vraag?

Slide 36 - Slide

globaal lezen
soms uit 1, soms meer
de belangrijkste informatie van een alinea
van een verhaal, mop of strip
overtuigen
oriënterend lezen
Aan de slag!
Je gaat aan de slag met § 7 Meer lezen, van Cursus 1 'Meer dan lezen'. 

Maak de opdrachten. Met deze opdrachten oefen je voor de toets. 
Klaar? Maak een samenvatting van de leerstof § 1 tot en met 6 'Meer dan lezen'. 

Heb je vragen, is er iets wat je nog niet begrijpt? 
Kom bij me langs, ik ben er om je te helpen!

Slide 37 - Slide

globaal lezen
soms uit 1, soms meer
de belangrijkste informatie van een alinea
van een verhaal, mop of strip
overtuigen
oriënterend lezen
Aan de slag!
Je gaat aan de slag met § 6, opdracht 5 en daarna 
 § 7 Meer lezen, van Cursus 1 'Meer dan lezen'. 

Maak de opdrachten. Met deze opdrachten oefen je voor de toets. 
Klaar? Maak een samenvatting van de leerstof § 1 tot en met 6 'Meer dan lezen'. 

Heb je vragen, is er iets wat je nog niet begrijpt? 
Kom bij me langs, ik ben er om je te helpen!

Slide 38 - Slide

globaal lezen
soms uit 1, soms meer
de belangrijkste informatie van een alinea
van een verhaal, mop of strip
overtuigen
oriënterend lezen
'Meer dan lezen' afsluiting

Slide 39 - Slide

This item has no instructions



Welkom!


Pak je spullen:
  • je eigen leesboek
  • pen of potlood
  • laptop (laat 'm nog dicht)

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Pantoum
Een pantoum is een dichtvorm met herhalingen, die bestaat uit 16 of 20 regels die niet hoeven te rijmen.
Je gaat zelf een gedicht schrijven met behulp van een schema. 
Waar het om gaat is dat je het eerste schrijft wat in je opkomt, zonder daar verder over na te denken. 

Je kiest een kernwoord. Dit is het thema van je gedicht. 
Het gedicht moet gaan over het boek dat je leest. 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Pantoum
  • Je schrijft drie steekwoorden op.
    Deze steekwoorden moeten slaan op je boek. 
  • Hierna ga je met je buur in overleg: welk steekwoord past het beste? Deze schrijf je op.
  • Na vijf minuten ga je zelfstandig aan de slag met het schrijven van de pantoum. Je werkt in stilte
  • Klaar? Je gaat lezen of leren/ huiswerk maken. 
timer
5:00

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Je hebt geleerd..
  • Leesstrategieën (manieren om te lezen) gebruiken om bepaalde informatie uit een tekst halen. 
  • Onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst bepalen. 
  • Tekstdoelen en tekstsoorten bepalen. 
  • De kernzin van een alinea bepalen. 
  • De inleiding en het slot van een tekst herkennen
  • Deelonderwerpen in teksten herkennen.


Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Optie 1
Heb je nog een vraag?

Je kunt je vraag aan mij stellen, of we bespreken nog wat theorie. 

Optie 2
Geen vraag?

Zelfstandig aan de slag! 

Je maakt alle opdrachten van
§ 7 Meer lezen. 

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Je gaat aan de slag met § 7 Meer lezen, van Cursus 1 'Meer dan lezen'. 

Maak de opdrachten. Met deze opdrachten oefen je voor de toets. 
Klaar? Maak een samenvatting van de leerstof § 1 tot en met 6 'Meer dan lezen'. 

Heb je vragen, is er iets wat je nog niet begrijpt? 
Kom bij me langs, ik ben er om je te helpen!

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Oriënterend lezen
Doel: je zoekt het onderwerp van een tekst.
Aanpak: Je bekijkt de titel en tussenkopjes, je leest de eerste alinea, je bekijkt de illustratie, je leest anders gedrukte woorden.

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Globaal lezen
Doel: Deelonderwerpen vaststellen
Aanpak: Lees de eerste en laatste zin van elke alinea. Bepaal steeds waar de alinea over gaat. Soms gaan een aantal alinea's over hetzelfde deelonderwerp, die alinea's kunnen samen eenzelfde tussenkopje krijgen. 

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Precies lezen
Doel: Een tekst helemaal goed begrijpen.
Aanpak: Je leest de tekst nauwkeurig van begin tot het eind. 

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

    Zoekend lezen
Doel: Bruikbare informatie in een tekst vinden.
Aanpak: Let op tussenkopjes, andersgedrukte woorden en opvallende tekens.

Slide 51 - Slide

This item has no instructions