VWO 4: Levensloop H4 t/m H7

4VWO: Levensloop
H4 t/m H7
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4VWO: Levensloop
H4 t/m H7

Slide 1 - Slide

Sleep de begrippen naar de juiste plek
Stroomgrootheid
Voorraadgrootheid
Maandloon
Schuld aan de bank
Aantal werklozen
Winst

Slide 2 - Drag question

Stelling 1: Onroerende goederen zijn niet verplaatsbare goederen
Stelling 2: Een onderpand vergroot het risico voor de verstrekker van de lening
A
Beide stellingen zijn juist
B
Stelling 1 is juist Stelling 2 is onjuist
C
Stelling 1 is onjuist Stelling 2 is juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 3 - Quiz

Als iemand een hoge tijdsvoorkeur heeft, zal deze persoon
A
Consumptie naar voren halen en dus sneller lenen
B
Consumptie naar voren halen en dus sneller sparen
C
Consumptie uitstellen en dus sneller lenen
D
Consumptie uitstellen en dus sneller sparen

Slide 4 - Quiz

Als je aandelen bezit, krijg je altijd dividend uitgekeerd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Waar zal een risico-avers persoon eerder in beleggen?
A
Aandelen
B
Obligaties

Slide 6 - Quiz

Als het inkomen stijgt met 5% en de prijzen stijgen met 2%, dan...
A
Stijgt de koopkracht met exact 3%
B
Daalt de koopkracht met exact 3%
C
Stijgt de koopkracht met iets minder dan 3%
D
Stijgt de koopkracht met iets meer dan 3%

Slide 7 - Quiz

AOW is hetzelfde als bedrijfspensioen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

In welk stelsel levert vergrijzing de grootste problemen op met betrekking tot de financiering van de AOW?
A
Omslagstelsel
B
Kapitaaldekkingsstelsel

Slide 9 - Quiz

Wanneer de stijging van de AOW-uitkering (minstens) even groot is als de jaarlijkse loonstijging bij de bedrijven, is de AOW-uitkering....?

Slide 10 - Open question

Wie zijn over het algemeen de nettobetalers van de overdrachten?
A
Jongeren
B
Werkenden
C
Ouderen

Slide 11 - Quiz

Bij het profijtbeginsel betalen de hogere inkomens meer dan de lagere inkomens
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Drie leerlingen dragen een oplossing aan voor het vergrijzingsprobleem. Welke leerlingen geven een goede oplossing?
1: Verhogen van de AOW-leeftijd
2: Onderdrukken van immigratie
3: Belastingspreiding in de tijd

A
Niemand
B
Leerling 1 en 2
C
Leerling 1 en 3
D
Leerling 1, 2 en 3

Slide 13 - Quiz

In een land is zowel de grijze druk als de groene druk 50%.
Welke uitspraak is waar?
A
Elke werkende inwoner is financieel verantwoordelijk voor twee inwoners
B
Het aantal ouderen en jongeren samen is gelijk aan het aantal mensen tussen 20 en 67
C
De jongeren en de ouderen vormen samen 100% van de bevolking

Slide 14 - Quiz

Een via kapitaaldekking gefinancierd pensioen vergt een hoge mate van solidariteit tussen generaties
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz