310 les 7: 9.6 / Oppervlakte vergroten - 3M

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 1

● Lesdoel bespreken

● Terugblik: Vk2 t/m 9.5

● Uitleg: 9.6

● Zelfstandig werken

● Huiswerk en afsluiting

Welkom bij wiskunde

bij

Laptop 

in de tas.

Leg je spullen op tafel

Wat gaan we doen?

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.

Leerdoelen

Je kunt de oppervlakte van een vergroting berekenen.

Je kunt bij een vergrote oppervlakte de
 vergrotingsfactor berekenen en daarmee doorrekenen.

H9: Omtrek, Opp. en inhoud

1. Eenheden

2. Oppervlakte en omtrek     
    vlakke figuren

3. Oppervlakte en omtrek
    samengestelde vlakke
    figuren
4. Oppervlakte ruimtefiguren
5. Inhoud ruimtefiguren

6. Oppervlakte vergroten
7. Inhoud vergroten

H8: Getallen

1. Grote getallen

2. Wetenschappelijke notatie

3. Eenheden van tijd

4. Eenheden van snelheid

5. Verhoudingen

H2: Meetkunde

5. Aanzichten

Huiswerk controle

• Opgave 20 (opp. driehoek en omtrek driehoek)
• Opgave 33 (opp. gele figuur en opp. grasveld)
• Opgave 49 (opp. prisma)
• opgave 58 (inhoud L, met 2 balken) 

Gebruik wisbordjes

• Hou alles heel!
  
  
• Alleen schrijven als ik het zeg.
  
  
• Schoon weer inleveren. 

Terugblik

Teken het bovenaanzicht.

voor

Als je een stuk gaat wandelen, dan wordt je gelopen afstand gemeten in

1. kilometers
2. liters
3. grammen
4. km/uur

Terugblik

Wat is de formule voor de oppervlakte van een driehoek?

Terugblik

Wat is de formule voor de oppervlakte van een driehoek?

Terugblik

Bereken de omtrek van dit figuur.

Terugblik

Bereken de oppervlakte van dit figuur.

Terugblik

Bereken de oppervlakte van dit figuur.

Terugblik

Bereken de inhoud van dit figuur.

Terugblik

Wat is de formule voor de inhoud van een kegel?

9.6: Oppervlakte vergroten

Deze lijnen hebben dezelfde vorm (gelijkvormig), maar b is groter dan a. 
Lijn b is dus een vergroting van lijn a. 

____

____________

a

b

9.6: Oppervlakte vergroten

Deze lijnen hebben dezelfde vorm (gelijkvormig), maar b is groter dan a. 
Lijn b is dus een vergroting van lijn a. 

____

____________

a

b

origineel

beeld

9.6: Oppervlakte vergroten

____

____________

a

b

origineel

beeld

3 cm

12 cm

9.6: Oppervlakte vergroten

vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

                                      

____

____________

a

b

origineel

beeld

3 cm

12 cm

9.6: Oppervlakte vergroten

vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

                                      =             12           :                 3                     = 4

De lijn is 4 keer zo lang geworden, dus de vf is 4.

____

____________

a

b

origineel

beeld

3 cm

12 cm

9.6: Oppervlakte vergroten

Hoe lang wordt een lijn van 5 cm, die 3 keer vergroot wordt?

9.6: Oppervlakte vergroten

Hoe lang wordt een lijn van 5 cm, die 3 keer vergroot wordt?

• Lengte beeld = vergrotingsfactor x lengte origineel
•                              =                   3                  x               5                 = 15
  Dus de nieuwe lijn wordt 15 cm lang.

9.6: Oppervlakte vergroten

Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Lengte beeld = vergrotingsfactor x lengte origineel

9.6: Oppervlakte vergroten

Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Lengte beeld = vergrotingsfactor x lengte origineel

Als je een oppervlakte vergroot, dan vergroot je de lengte en de breedte. 

9.6: Oppervlakte vergroten

Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Lengte beeld = vergrotingsfactor x lengte origineel

Als je een oppervlakte vergroot, dan vergroot je de lengte en de breedte. Dat zijn 2 dingen, dus een factor 2 komt er bij.

7.5: Vergroten lengte oppervlakte

Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Lengte beeld = vergrotingsfactor x lengte origineel

Als je een oppervlakte vergroot, dan vergroot je de lengte en de breedte. Dat zijn 2 dingen, dus een factor 2 komt er bij.

Opp. beeld = Vergrotingsfactor2 x opp. origineel

Opp. beeld  = vf2 x opp. origineel

                     

Opp. beeld  = vf2 x opp. origineel

Opp. rechts = vf2 x opp.

                     

Opp. beeld  = vf2 x opp. origineel

Opp. rechts = vf2 x opp. links

                     

Opp. beeld  = vf2 x opp. origineel

Opp. rechts = vf2 x opp. links

                       = 1,52 x         4,5

             

Opp. beeld  = vf2 x opp. origineel

Opp. rechts = vf2 x opp. links

                       = 1,52 x         4,5

                       = 10,125 cm2

Opp. beeld  = vf2 x opp. origineel

Opp. rechts = vf2 x opp. links

                       = 1,52 x         4,5

                       = 10,125 cm2

≈10,1 cm​2​​

7.5: Vergroten

Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Lengte beeld = vergrotingsfactor x lengte origineel

Opp. beeld = Vergrotingsfactor2 x opp. origineel

7.5: Vergroten

Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Lengte beeld = vergrotingsfactor x lengte origineel

Opp. beeld = Vergrotingsfactor2 x opp. origineel

vergrotingsfactor=√​opp.​​​​​beeld:opp.​​​​​origineel​​​

Besproken leerdoelen

Je kunt de oppervlakte van een vergroting berekenen.

Je kunt bij een vergrote oppervlakte de
 vergrotingsfactor berekenen en daarmee doorrekenen.

H9: Omtrek, Opp. en inhoud

1. Eenheden

2. Oppervlakte en omtrek     
    vlakke figuren

3. Oppervlakte en omtrek
    samengestelde vlakke
    figuren
4. Oppervlakte ruimtefiguren
5. Inhoud ruimtefiguren

6. Oppervlakte vergroten
7. Inhoud vergroten

H8: Getallen

1. Grote getallen

2. Wetenschappelijke notatie

3. Eenheden van tijd

4. Eenheden van snelheid

5. Verhoudingen

H2: Meetkunde

5. Aanzichten

Huiswerk

Maken van H7: 
Paragraaf 9.6 volgens van jouw leerroute

Nakijken:
Huiswerk van H2 en H9 tot nu toe

Achter de les

Testopgave 

G -> blz. 190

H -> blz. 193

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.