Hfst 3 3.1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Sociale zekerheid en verzorgingsstaat in NL

START

Meld je alvast aan per lessonup

LEES daarna §3.1

vrijdag 8 januari 2021

Paragraaf 3.1 

Armoede in de 19e eeuw

Hoe zou het zijn geweest om een wever te zijn?

100 db

In de 19de eeuw woonden de meeste mensen in Nederland in..

1. dorpen op het plattepland
2. grote steden in A'dam
3. kleine huizen in grote steden
4. een boerderij

Arbeiderswoningen waren:

Groot

Klein

Basic

Luxe

Goed geïsoleerd

Vochtig

1 kamer

3 kamers

hygiënisch

Geen wc

Welke sociale gevolgen had de komst van industrie in de 19e eeuw?

Paragraaf 3.1 

Armoede in de 19e eeuw

• Je kunt uitleggen waarom verschillende groepen mensen in de 19e eeuw in armoede leefden.
• Je kunt uitleggen dat bestuurders tot 1873 weinig deden tegen armoede.
  
• Je kunt uitleggen hoe na 1873 arbeiders en het bestuur de armoede probeerden te bestrijden.

Je kunt uitleggen waarom verschillende groepen mensen in de 19e eeuw in armoede leefden.

Paragraaf 3.1 

Armoede in de 19e eeuw

De zes groepen die in armoede leefden:

• landarbeiders
  
• ambachtsman
  
• arbeiders
  
• zieken
  
• gehandicapten
  
• ouderen

Je kunt uitleggen waarom verschillende groepen mensen in de 19e eeuw in armoede leefden.

Aantekening

Oorzaken voor vele ziektes in steden

• Mensen leefden dicht op elkaar, waardoor ziekten zich snel konden verspreiden. 

• Er waren geen ziekenhuizen. 
  Er was geen geld voor dokters. 

• Mensen leefden in slechte hygiënische omstandigheden, zonder riool en zonder schoon drinkwater. 

• Mensen hadden een slechte gezondheid, want ze aten slecht en werkten hard.

Je kunt uitleggen waarom verschillende groepen mensen in de 19e eeuw in armoede leefden.

Aantekening

AAN DE SLAG!

Wat?	§3.1 Leerdoel A Opdracht 1, 2, 4 (opdracht 3 online maken)
Waarom?	Omdat je moet waarom verschillende groepen mensen in de 19e eeuw in armoede leefden.
Hoe?	Lees de tekst op blz. 98, maak de vragen
Hulp?	Rood: stilte, geen vragen Oranje: stilte, je mag vragen stellen Groen: zachtjes overleggen
Klaar?	Maken blz. 134 bovenste deel schema Maak daarna een start met de Roadmap (zie planner week 44

Geef jezelf een cijfer hoe je deze paragraaf hebt gemaakt

010

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd

Heb je nog een vraag over deze lesstof? 

Je gestelde vraag is anoniem.
In de volgende les komen we op de vraag terug

Sociale zekerheid en verzorgingsstaat in NL

START

Meld je alvast aan per lessonup

LEES daarna §3.1

vrijdag 8 januari 2021

Als je in 1870 werkloos was of geen familie had dan werd je geholpen door:

1. sociale wetten als de werkloosheidwet
2. de overheid
3. liefdadigheid van de kerk of rijke mensen
4. de verzekerings- maatschappij

Je ziet in de volgende slide een uitspraak.

Kies bij welke politieke groep de uitspraak hoort.

Iedereen is gelijkwaardig en de regering moet haar volk helpen!

1. Liberalen
2. Socialisten
3. Confessionelen

Als je arm bent, dan is dat de wil van God. Daar kan je niets aan veranderen

1. Liberalen
2. Socialisten
3. Confessionelen

Vrijheid is goed voor de samenleving. Iedereen moet voor zichzelf zorgen

1. Liberalen
2. Socialisten
3. Confessionelen

AAN DE SLAG!

Wat?	§3.1 Leerdoel B en C Opdracht 5, 7, 10, 13 (Online: 6, 12)
Waarom?	Omdat je moet waarom verschillende groepen mensen in de 19e eeuw in armoede leefden.
Hoe?	Lees de tekst op blz. 100 en 102, maak de vragen
Hulp?	Rood: stilte, geen vragen Oranje: stilte, je mag vragen stellen Groen: zachtjes overleggen
Klaar?	Maken blz. 134 bovenste deel schema Maak daarna een start met de Roadmap (zie planner week 44

Paragraaf 3.3
De crisis van de jaren 30

00:04

Toen kinderarbeid werd afgeschaft was er ook een grote economische crisis. Wat gaan de liberalen doen?

01:39

Welke 3 wetten werden er na het Kinderwetje van van Houten aangenomen?

Wat is volgens jou een economische crisis?

Door de economische crisis in de VS kochten zij veel minder spullen uit het buitenland. Wat was het gevolg voor NL?

In 1931 statte de NLse regering met steunverlening; wat is dat?

1. een tijd waarin het veel slechter ging met de economie
2. als de werkloosheid toeneemt
3. mensen die werkloos waren een kleine uitkering kregen
4. dat de verzekeringen een uitkering gaven

Een uitkering krijg je niet zomaar.. veel mensen kwamen in de werkverschaffing. Wat is daar is gevolg van?

Wat wilde Colijn bereiken met zijn aanpassingspolitiek?

In hoeverre was de aanpassingspolitiek succesvol?

Wat weet je allemaal over de Jordaanoproer?

Paragraaf 3.4
De verzorgingsstaat

Wat is het harmoniemodel?

1. dat iedereen goed samenwerkt met elkaar
2. dat de welvaart en de werkloosheid met elkaar in harmonie zijn
3. dat je geld krijgt als je niet meer kunt werken
4. dat je niet klaagt ook al krijg je weinig geld

Wie is Willem Drees?

Willem drees komt met:

1. het harmoniemodel
2. de aanpassingspolitiek
3. de kinderwet
4. de verzorgingsstaat

Paragraaf 3.6
Gezonheidszorg in NL

Wat is een epidemie?

Noem een voorbeeld van een preventieve maatregel vanaf 1880