Les 3 - H2 Land met veel gezichten (temperatuurfactoren)

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Les 3

- Maken vraag 5, H1

- Nakijken vraag 1 t/m5 , H1

- Herhaling H1

- Les 3, H2 (LessonUp)

Geef een korte samenvatting over H1

Leestijd: Hoofdstuk 2

VS - H2 Land met veel gezichten

Kennen & Kunnen

Aan het eind van dit hoofdstuk: 

- Ken je de betekenis van de begrippen uit H2

- Kun je uitleggen welke invloed het reliëf heeft op het klimaat in de binnenlanden van de VS

- Kun je analyseren welk Koppenklimaat bij welke klimaatgrafiek hoort

- Ken je de codes van het Koppenklimaatsysteem

- Ken je de kenmerken van de diverse codes

- Kun je de 5 temperatuurfactoren benoemen en toepassen

- Kun je beredeneren wat de temperatuurverschillen tussen zomer en winter kan veroorzaken

Breedteligging VS

Wat valt je op?

Grote verschillen

• De VS zijn een enorm groot land. Groot verschil in breedteligging en in hoogteligging (reliëf). Hierdoor zijn de verschillen in temperatuur en neerslag ook groot.
  
• Gevolg: verschillende klimaten en dus ook veel verschillende landschappen
  

Weet je nog?

Het verschil tussen weer en klimaat?

Verschil weer & klimaat

Het weer is de zoals de atmosfeer nu is. Je kunt hier iets over zeggen door te kijken naar de temperatuur, de luchtvochtigheid, neerslag, bewolking en wind.

Het klimaat is een gemiddelde, gemeten over een langere periode, bijvoorbeeld dertig jaar, van de temperatuur, luchtvochtigheid, neerslag, bewolking en wind.

Extremen...

Waar & waarom daar?

Verschillen in klimaat beschrijven en verklaren

Beschrijven > atlas

Verklaren > gezond verstand ;)

Verschillen in klimaat verklaren

• Breedteligging 
  
• Hoogteligging
  
• Land-zeeverdeling
  
• Wind- en zeestromen
  
• Ligging van gebergtes
  

Temperatuurfactoren of klimaatfactoren

1. Breedteligging

Regel: hoe hoger de breedte, hoe kouder

Breedteligging

• Het noorden ligt op hoge breedte, hier is het koud in de winter en ligt er sneeuw. Koude wind vanuit noorden
• Zuiden ligt op lage breedte, hier is het warm, ook in de winter. 
  

2. Hoogteligging

Regel: hoe hoger, hoe kouder

De dampkring wordt van onderaf verwarmd.

Gemiddeld daalt de temperatuur 6°C per 1000 meter, dit noem je de temperatuurgradiënt

3. Land-zeeverdeling

• Regel: Land warmt sneller op en koelt sneller af dan de zee
  
• Regel: Land wordt warmer dan water maar ook kouder
  
• Dus: hoe dichter bij de zee, hoe kleiner de temperatuurverschillen tussen zomer en winter
  

4. Wind- en zeestromen

• De zonne-energie is niet gelijk verdeeld op aarde.
  
• De tropen ontvangen veel energie, de polen weinig.
  
• Door middel van winden en zeestromen wordt de warmte vanaf de tropen getransporteerd over de aarde.
  

Wind

Animatie

Mondiale luchtcirculatie

Wind

• Aanlandige en aflandige wind
  
• Aanlandig: zomer minder warm (verkoeling), winter minder koud (dooi)
  
• Aflandig: zomer warmer (hittegolf), winter kouder (vorst)
  

Zeestromen

5 Ligging van gebergtes

Stuwingsneerslag

Regenschaduw

Huiswerk volgende les:

• Leren temperatuurfactoren, H2
• Maken H2 opgave 6 t/m 8
• Doorlezen bijlage 2: Uitleg systeem van Köppen