Les 3: H2.

Vandaag
1 / 33
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Vandaag

Slide 1 - Slide

Welkom!
  • Tas op de grond
  • Boeken op tafel
  • Telefoon in de tas
timer
3:00

Slide 2 - Slide

Herhalingsvragen

Slide 3 - Slide

Welke factoren bepalen het klimaat?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Belangrijkste opdrachten §2.1

Schrijf mee in je aantekeningenschrift!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Leg uit waarom het in de tropen zoveel regent. Gebruik oorzaak-gevolg zin. 

  • Oorzaak: Het is warm, de lucht zet daardoor uit en stijgt op (lagedruk gebied).
  • Gevolg: Koude lucht kan minder vocht vasthouden, waterdamp gaat condenseren, er ontstaan wolken en uiteindelijk gaat het regenen. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Leg uit waarom het in de sahara zo droog is. Gebruik oorzaak-gevolg zin. 

  • Oorzaak: De lucht daalt, daardoor neemt de temperatuur van de liucht geleidelijk toe.
  • Gevolg: De lucht kan meer vocht vasthouden en voelt droog aan, het regent dus niet.  

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Leg uit hoe wind ontstaat. Je redenering moet de begrippen lagedrukgebied en hogedrukgebied bevatten. 

  • Lucht waait van hoge naar lage druk. De lucht die in een lagedrukgebied naar noven toe verdwijnt, moet onder worden aangevuld, terwijl de lucht die in een hogedrukgebied van boven komt, boven moet worden afgevoerd.  

Slide 12 - Slide

Op aarde draaien we in 24 uur een rondje om de as. Daardoor hebben wij, en alles om ons heen, zonder eht te merken een zogenaamde baansnelheid. Hoe varieert de baansnelheid op aarde? 

  • De baansnelheid neemt af van de evenaar naar de polen. Dit komt omdat de cirkel die een plaats op hogere breedte ronddraait op een dag kleiner is dan op lagere breedte.   

Slide 13 - Slide



Leg aan de hand van een voorbeeld uit hoe de variaties in baansnelheid leiden tot het corioliseffect. 

  • Wind die waait van hoge drukgebied (tropen) naar lage drukgebied  raakt verder op.    

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Hoe wordt op de kaart op de ITCZ in Januari aangegeven?  

Slide 16 - Slide

Hoe wordt op de kaart op de ITCZ in Januari aangegeven?  

Slide 17 - Slide

Bekijk zometeen de interactieve weerkaart. 

Uit welke windrichting waait de wind in Nederland?
Waarom?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Bekijk zometeen de interactieve weerkaart. 

Uit welke windrichting waait de wind in Nederland?
Waarom?


  • De wind waait van de hogedrukgebieden naar de lagedrukgebieden op onze breedte. Hierbij krijgt de wind een afwijking naar rechts en waait dus vanuit het zuidwesten. 

Slide 20 - Slide

Samengevat

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Oud examens oefenen 
Waterprobleem in Semerang
Neerslagverdeling in Sulawesi

Slide 23 - Slide

Aan de slag: Zf
1. Maken examenopgaven: waterprobleem in Semerang opdr 18,19,20 & neerslagverdeling in Sulawesi opdr 20,21,22. 
2. Gebruik GB 53e editie




timer
15:00

Slide 24 - Slide

Waterprobleem in Semarang




18
  • Lagedrukgebied ten zuiden van Java ligt;
  • De ITCZ waait.

Slide 25 - Slide

Waterprobleem in Semarang




19
  • Het landoppervlak is meer versteend;
  • Door het ontrekken van grondwater (is de bodem gedaald)

Slide 26 - Slide

Waterprobleem in Semarang




20
  • Sawa's liggen vlak;
  • Waardoor zij het neerslagwater beter kunnen vasthouden.

Slide 27 - Slide

Neerslagverdeling op Sulawesi




20
  • Ligging dichtbij de evenaar / ITCZ;
  • De aanwezigheid van veel gebergten;
  • De nabijheid van de zee. 

Slide 28 - Slide

Neerslagverdeling op Sulawesi




20
  • Ligging dichtbij de evenaar / ITCZ;
  • De aanwezigheid van veel gebergten;
  • De nabijheid van de zee. 

Slide 29 - Slide

Neerslagverdeling op Sulawesi




21
  • Ten Noorden van Sulawesi de ITCZ / Lagedrukgebied ligt;
  • Lucht stroom van hogedrukgebied naar ITCZ/Lagedrukgebied;
  • Zuidelijk halfrond afwijking naar links > zuidoostelijke wind. Noordelijk halfrond afwijking naar rechts > Zuidwestelijke wind 

Slide 30 - Slide

Neerslagverdeling op Sulawesi




22
  • Aanlandige wind;
  • Aanwezigheid van een gebergte.

Slide 31 - Slide

Toets bespreken

Slide 32 - Slide

Huiswerk morgen
lezen: H2. paragraaf 2.maken: werkboek bladzijde 34 opdracht 1 t/m 3

Slide 33 - Slide