Restrictieve vs. Niet-restrictieve bijzinnen
Restrictieve bijzinnen geven essentiële informatie die nodig is om het zelfstandig naamwoord te identificeren. Ze worden niet door komma's gescheiden van de rest van de zin.
Voorbeeld: "People who smoke should quit." (specificeert welke mensen)
Niet-restrictieve bijzinnen geven extra informatie die niet cruciaal is voor de betekenis van de zin. Ze worden gescheiden van de rest van de zin door komma's.
Voorbeeld: "My brother, who smokes, should quit." (de bijzin geeft extra informatie over 'my brother', maar is niet nodig om te weten over wie het gaat)
Let op: "That" wordt over het algemeen aanbevolen voor restrictieve bijzinnen, terwijl "which" of "who" vaak gebruikt wordt in niet-restrictieve bijzinnen