Oefenen voor het examen

Theorie examen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Theorie examen

Slide 1 - Slide

Onderwerp en hoofdgedachte
Een tekst heeft natuurlijk altijd een ONDERWERP.
Daarnaast heeft elke tekst een HOOFDGEDACHTE.

Deze moet je zelf kunnen bepalen!

Slide 2 - Slide


Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte = ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 3 - Quiz


Wat is de hoofdgedachte?
Hoofdgedachte ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 4 - Quiz

Het leerdoel is dat je weet welke functies alinea's kunnen hebben.

Slide 5 - Slide

Het leerdoel is dat je weet welke functies  alinea's kunnen hebben.

Slide 6 - Slide

De laatste alinea heeft twee functies. Welke twee functies zijn dit?
A
een conclusie geven en een samenvatting geven
B
een nieuw gegeven bespreken en een conclusie geven
C
een samenvatting geven en een toekomstverwachting uiten
D
een toekomstverwachting uiten en een nieuw gegeven bespreken

Slide 7 - Quiz


9. De laatste alinea heeft twee
functies.

Welke twee functies zijn dit?


A
een conclusie geven en een samenvatting geven
B
een nieuw gegeven bespreken en een conclusie geven
C
een samenvatting geven en een toekomstverwachting uiten
D
een toekomstverwachting uiten en een nieuw gegeven bespreken

Slide 8 - Quiz

Tekstverbanden
Tussen woorden, zinnen en alinea's bestaat een verband. Dit noemen we een tekstverband.
Zonder tekstverbanden is je tekst niet 'stevig'.

Slide 9 - Slide

Signaalwoorden
Tekstverbanden
Daardoor
Want
Ten eerste
Opsomming
Voorbeeld
Tegenstelling

Slide 10 - Drag question

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
tijdsvolgorde
echter
maar
ook
nadat
daarnaast
terwijl

Slide 11 - Drag question

Tekstverbanden

Slide 12 - Slide

Opdracht signaalwoorden 
  • Je werkt in tweetallen.
  • Lees de tekst.
  • Omcirkel/markeer alle signaalwoorden die je tegenkomt.
  • Gebruik het schema tesktverbanden/signaalwoorden.
  • Noteer nu het tekstverband bij de signaalwoorden die je hebt gemarkeerd.

Slide 13 - Slide

Hoe goed heb jij deze les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll