M1 tussen-n en verkleinwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Hallo!

Vorige les: meervoud ZN's en tussen-n

Vandaag: herhaling tussen-n en verkleinwoorden

Hoe zat het ook alweer?

Met een tussen-n?

Zet de stappen van het schrijven van een tussen-n in de juiste volgorde.

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Heeft het eerste deel van de samenstelling een meervoud op -en?

Heeft het ook een meervoud op -s?

Is het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord?

Op de volgende dia staat het stappenplan van de tussen-n.

 Neem hem goed door en maak voor jezelf aantekeningen in je schrift of pak je boek erbij op blz. 191.

Schrijf op: tarwe + bloem

Schrijf op: vitamine + supplement

Schrijf op: asperge + teler

Schrijf op: fiets + stalling

Nu heb je geoefend met de tussen-n. We gaan de aankomende slides kijken naar verkleinwoorden!

Schrijf het verkleinwoord op van lepel.

Schrijf het verkleinwoord op van wang.

Schrijf het verkleinwoord op van huis.

Schrijf het verkleinwoord op van boom.

Kijk eens goed naar de verkleinwoorden: lepeltje, wangetje, huisje en boompje. Wat zijn de vier uitgangen?

1. lepel, wang, huis, boom
2. tje, etje, je, pje
3. t, t, s, p
4. Alleen gebouwen hebben een uitgang!

Je hebt net ontdekt dat ...

je achter een woord vaak -je, -pje, -tje of -etje kunt zetten om een verkleinwoord te maken. 

Als voorbeelden hadden we huisje, boompje, lepeltje en wangetje.

Er zijn een paar uitzonderingen. 

Uitzondering 1

Woorden die eindigen op -ng hebben een verkleinwoord dat eindigt op -nkje. 

Woning -> woninkje 

Uitzondering 2

Woorden die eindigen op een laaaange klinker, krijgen die klinker extra in het verkleinwoord. 

Oma -> omaatje 

video -> videootje 

radio -> radiootje 

paraplu -> parapluutje 

Wat is het verkleinwoord van poging?

1. pogingje
2. pogingetje
3. poginkje
4. pogingtje

En het verkleinwoord van gang?

1. gankje
2. gangetje
3. gangje
4. gangtje

En wat is het verkleinwoord van accu?

1. accutje
2. accuutje
3. accuje
4. accupje

Uitzondering 3

Bij woorden die eindigen op een -i, voeg je een -e toe. 

Taxi -> taxietje

Bij woorden die eindigen op een -y (met i-klank) en -u (met oe-klank) gebruik je een apostrof.

Baby -> baby'tje

Spray -> spraytje

Sudoku -> sudoku'tje

Wat is het verkleinwoord van maki?

1. makitje
2. makipje
3. makietje
4. makiëtje

Wat is het verkleinwoord van lolly?

Wat is het verkleinwoord van jury?

1. jury's
2. jury'tje
3. jurytje
4. juryje

Uitzondering 4 (de laatste!)

Cijfer- en letterwoorden krijgen een apostrof in het verkleinwoord. 

3'tje

p'tje 

mp4'tje

ING'tje

Wat is het verkleinwoord van VWO?

1. VWO'tje
2. VWOje
3. VWOtje
4. VWOetje

Wat is het verkleinwoord van 4?

1. 4je
2. 4tje
3. 4etje
4. 4'tje

Je gaat nu aan de slag met opdrachten

Je gaat naar Blok 4 - Spelling. 

Je maakt de opdrachten die beginnen met 27. 

Ben je klaar? Dan maak je een socrative. Ga naar socrative.com -> login -> student login. Je vult de roomname in: TKEM1 en daarna je voornaam en achternaam. Je maakt zo veel mogelijk opdrachten, maar neem ook je tijd en werk de socrative niet gehaast door.