This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Salvete omnes!
Slide 1 - Slide
Wat is het leukst dat je in het weekend hebt gedaan / hebt meegamaakt?
Slide 2 - Mind map
Vragen ptc
capta
exstructos
constitutum
Slide 3 - Slide
Lezen DBG: inleiding
Slide 4 - Slide
Beantwoord de 3 vragen over tekst 1:
Ex his omnibus longe sunt humanissimi qui Cantium habitant. Haec regio est maritima omnis, et homines haud aliter vivunt quam Galli.
Van alle [volkeren] zijn
1. ver weg / verreweg?
2. zeer beschaafd / het meest beschaafd?
de mensen die
3. Kent - waar is Kent?
bewonen.
Deze regio is geheel maritiem,
en de mensen helemaal niet anders leven dan de Galliërs.
Slide 5 - Slide
Interiores plerique agros non colunt, sed lacte et carne vivunt pellesque sunt eorum vestes.
Omnes vero se Britanni vitro inficiunt, quod caeruleum efficit colorem, atque hoc ferociores sunt in pugna;
interiores plerique = ow
lacte en carne - welke naamval? welk woord heb je dus nodig?
pelles = naamw. deel
omnes congrueert met Brittani
vero = werkelijk
quod verwijst naar ...?
hoc: welke naamval?
ferociores: super of comp?
Slide 6 - Slide
Salvete omnes!
Slide 7 - Slide
Omnes vero se Britanni vitro inficiunt, quod caeruleum efficit colorem, atque hoc ferociores sunt in pugna;
capillumque habent longum atque omnis pars corporis rasa est, sed non caput et labrum superius.
omnes congrueert met Brittani
vero = werkelijk
quod verwijst naar ...?
hoc: welke naamval?
ferociores: super of comp?
longum bij capillum
rasa = naamw. deel
Slide 8 - Slide
Uxores habent deni duodenique inter se communes et maxime fratres cum fratribus parentesque cum liberis; sed eos, qui ex his uxoribus nati sunt, liberos putant eorum, quo primum virgo quaeque ducta est.
Slide 9 - Slide
Vragen bij de tekst
1) Caesar maakt in deze tekst een onderscheid tussen twee bevolkingsgroepen van Brittanië.
a) Welke twee bevolkingsgroepen?
b) In hoeverre verschillen deze twee bevolkingsgroepen?
c) Hoe verhouden elk van deze twee groepen zich tot de Romeinen qua cultuur?
2) Leg uit dat in dit stuk duidelijk Caesars primitivistische houding (zie inleiding) naar voren komt.
Slide 10 - Slide
Vragen bij de tekst
3) Maak een simpele schets van hoe de Galliër eruit gezien heeft op basis van de informatie die Caesar geeft in 2-3.
4) In 4 “uxores...ducta est” geeft Caesar bijzondere informatie over de Galliërs weer.
a) Waarom zal juist deze informatie zijn lezers intrigeren?
b) In hoeverre beschouw jij zelf deze informatie als “barbaars”?
Slide 11 - Slide
De Gallische samenleving
Caesar De Bello Gallico VI, 11
1 Quoniam ad hunc locum perventum est, non alienum esse videtur narrare de Galliae Germaniaeque moribus et quomodo differant hae nationes inter se.
Slide 12 - Slide
De Gallische samenleving
Caesar De Bello Gallico VI, 11.4
:-)
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
De Gallische samenleving
Caesar De Bello Gallico VI, 11.2
2. In Gallia non solum in omnibus civitatibus atque in omnibus pagis, sed paene etiam in singulis domibus factiones sunt.
Slide 16 - Slide
De Gallische samenleving
Caesar De Bello Gallico VI, 11.3
3. Earumque factionum principes sunt, qui summam auctoritatem habere putantur.
Van deze partijen zijn de leiders, degenen die worden gemeend de meeste autoriteit te hebben.
Slide 17 - Slide
Wat is de samenvatting van passage 4?
Slide 18 - Slide
De Gallische samenleving
Caesar De Bello Gallico VI, 11.3
4 Ob hanc causam antiquitus institutum esse videtur: Nemo ex plebe contra potentiorem hominem auxilio carebit.
wegens deze oorzaak schijnt het van oudsher ingesteld te zijn: niemand uit het volk zal (zo) tegen een machtigere man hulp missen / zal gebrek hebben aan hulp tegen..
Slide 19 - Slide
De Gallische samenleving
Caesar De Bello Gallico VI, 11.3
4 Quisque enim non patitur suos peti et urgeri, neque ullam auctoritatem inter suos habet, si aliter facit.
5 Ditzelfde beleid is er in heel Gallië: want alle staten zijn verdeeld in twee.
Iemand staat immers niet toe dat de zijnen worden aangevallen en in het nauw worden gedreven, en niet enkele autoriteit heeft hij over de zijnen, als hij dit anders doet.
Slide 20 - Slide
1) Waarom gebruikt Caear in 1 het passieve “perventum est” in plaats van bijvoorbeeld “pervenimus”? Gebruik de informatie over het werk van Caesar in de inleiding bij het beantwoorden van deze vraag.
Slide 21 - Open question
Teken in je schrift:
hoe
- de machtsverdeling in Nederland
- de machtsverdeling in Gallie
de machtsverdeling in Rome
is geregeld
timer
5:00
Slide 22 - Slide
Lever je tekening van de machtsverdeling in
Slide 23 - Open question
De druiden!!
Slide 24 - Slide
10 min de tijd. Vertaal deze regels. Krijg je het af?
1 In omni Gallia eorum hominum, qui sunt aliquo numero atque honore, genera sunt duo. Nam plebs paene servorum habetur loco. Plebs nihil audet per se, nullo adhibetur consilio.
timer
10:00
Slide 25 - Slide
In heel Gallie van deze mensen, die in aanzien zijn en in eer, zijn er twee.
Want het volk wordt bijna behandeld als slaven.
Het volk durft niets uit zichzelf, wordt bij geen besluit betrokken.
1 In omni Gallia eorum hominum, qui sunt aliquo numero atque honore, genera sunt duo.
Nam plebs paene servorum habetur loco.
Plebs nihil audet per se, nullo adhibetur consilio.
Slide 26 - Slide
Huiswerk volgende keer 2 & 3
2 Cum aut aere alieno aut magnitudine tributorum aut iniuria potentiorum hominum premuntur, plerique se in servitutem dicant: domini in hos habent eadem omnia iura, quae in servos habent.
3 Sed de his duobus generibus alterum est genus druidum, alterum genus equitum.