Klas 4 H9.3 "Automatische schakelaars"

planning
les vandaag: paragraaf 3
les 2: paragraaf 4
les 3: oefentoets
les 4: oefentoets bespreken
les 5: toets hoofdstuk 3 + 9 (de week van 1-5 februari)

1 / 48
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

planning
les vandaag: paragraaf 3
les 2: paragraaf 4
les 3: oefentoets
les 4: oefentoets bespreken
les 5: toets hoofdstuk 3 + 9 (de week van 1-5 februari)

Slide 1 - Slide

welkom

Slide 2 - Slide

paragraaf 3 automatische schakelaars

Slide 3 - Slide

automatische systemen
Je staat er tegenwoordig niet meer van te kijken als een schuifdeur automatisch open gaat als er iemand in de buurt van de deur komt, of wanneer lantaarnpalen automatisch aan gaan als het donker wordt. Ook de thermostaat die zorgt dat de temperatuur in huis aangenaam is lijkt vanzelfsprekend. Dit zijn allemaal automatische systemen.

Slide 4 - Slide

automatische systemen bestaan altijd uit 3 blokken, namelijk:


een invoerblok (input),

een verwerkingsblok en

een uitvoerblok (output)

Slide 5 - Slide

automatische systemen

  • invoerblok: in het invoer blok vindt je sensoren.


  • verwerkingsblok: hier zit alle elektronica (computer gedeelte) en schakelaars


  • uitvoerblok: in het uitvoerblok zit de zogenoemde actuator.

Slide 6 - Slide

invoer: sensoren
                       sensoren meten een verandering in de omgeving.

  • Een verandering van de hoeveelheid licht (lichtsensor - LDR)

  • Een verandering in temperatuur (temperatuursensor - NTC)

  • Het wegvallen van een stroom bij een onderbroken stroomkring (Reedcontact).

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

reed contact

Een reed contact is een glazen omhulseltje waarin twee metaal draden zitten die elkaar in het midden niet raken.


wanneer er een permanente magneet bij het reedcontact wordt gehouden, dan raken de metalen draadjes elkaar. Haal je de permanente magneet uit de buurt van het reedcontact, dan zit er lucht tussen de draden. Anders gezegd: door een reedcontact kan een stroom lopen als deze in de buurt van een permanente magneet wordt geplaatst. is er geen magneet, dan kan er geen stroom door het reedcontact lopen.


Toepassingen: in een inbraakinstallatie (ramen en deuren)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

verwerkingsblok: schakelaars
in het verwerkingsblok zitten schakelaars

er wordt gebruik gemaakt van automatische schakelaars

Dit kan zijn een  transistor of relais.

Slide 11 - Slide

uitvoer: actuator
Actuator 
Een (extern) onderdeel/apparaat dat wordt ingeschakeld door 
de schakelaar, bijv. een sirene/zoemer, lamp, airco etc.

Slide 12 - Slide

transistor

Een transistor is een onderdeeltje dat automatisch kan schakelen tussen 2 stroomkringen.


Door een transistor kunnen GEEN grote stromen lopen! Een transistor is dus met name geschikt voor het schakelen van lampjes of zoemertjes en NIET voor het inschakelen van sirenes of grote apparatuur.


De transistor heeft 3 aansluitpunten, namelijk:


 de basis (B),

de collector (C) en

de emitter (E).

B
C
E

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

transistor
Er kan alleen stroom lopen van de emitter (E) naar de collector (C) wanneer er een stroom loopt van de basis (B) naar de collector (C).

Slide 16 - Slide

inbraakalarm

Slide 17 - Slide

relais

Een relais is een automatische schakelaar die werkt met behulp van een spoel die tijdelijk magnetisch kan worden wanneer er een stroom door heen loopt. wanneer het relais voorzien wordt van stroom, dan trekt de spoel in het relais het anker naar zich toe.







Door een relais kunnen wel grote stromen lopen. Deze automatische schakelaar is dus toe te passen in alle schakelingen.



Slide 18 - Slide

relais

maakcontact:  wanneer de 2e stroomkring ingeschakeld wordt wanneer het relais voorzien wordt van stroom (anker wordt aangetrokken), dan staat deze aangesloten op het maakcontact.


breekcontact: wanneer de 2e stroomkring juist wordt ingeschakeld wanneer het relais geen stroom meer krijgt (anker wordt niet meer aangetrokken), dan staat deze aangesloten op het breekcontact.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Een transistor heeft een aan stand als er een kleine stroom loopt van de ...
A
Van de basis naar de emitter
B
Van de basis naar de collector
C
Van de emitter naar collector
D
Van de collector naar de emitter

Slide 23 - Quiz

Welke schakelaar, transistor of relais is geschikt voor een inbraakalarm met zoemer?
A
Alleen tranistor.
B
Alleen relais
C
Beide zijn geschikt
D
Geen van beide

Slide 24 - Quiz

Een fietslamp gaat automatisch in het donker aan. Welk onderdeel zit er zeker in deze lamp?
A
Een LDR
B
Een NTC
C
een relais
D
Een transistor

Slide 25 - Quiz

Hoe loopt de hoofdstroom in een transistor?
A
Van emitter naar collector
B
Van emitter naar basis
C
Van basis naar collector
D
Van collector naar emitter

Slide 26 - Quiz

Welke schakelaar is geschikt voor een startmotor?
A
Alleen de transistor
B
Alleen het relais
C
Alleen een reedcontact
D
Alle drie

Slide 27 - Quiz

In een schakeling voor een automatische straatlantaarn is een transistor opgenomen als schakelaar.
Met welk onderdeel van de transistor is de straatlantaarn verbonden?

A
de basis
B
de collector
C
de emitter
D
geen

Slide 28 - Quiz

Welk onderdeel zit er zeker in een digitale thermometer?
A
Een LDR
B
Een NTC
C
Een relais
D
Een transistor

Slide 29 - Quiz

Twee schakelaars zijn de transistor en het relais.
Welke schakelaar is geschikt voor een inbraakalarm met een zoemer?

A
alleen de transistor
B
alleen het relais
C
beide zijn geschikt
D
geen van beide is geschikt

Slide 30 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van een SCHAKELAAR
A
Ledlamp
B
Transistor
C
Relais
D
Druk schakelaar

Slide 31 - Quiz

Hoe heet een schakelaar die werkt met een permanente magneet?
A
Relais
B
Reedcontact
C
Transistor
D
Dynamo

Slide 32 - Quiz

Wat is géén stroomrichting in een transistor
A
basis --> collector
B
basis --> emitter
C
collector --> emitter

Slide 33 - Quiz

aan de slag!
maken opdracht 28 t/m 40

Klaar? nakijken

          rood = geluid 0 (iedereen is stil)
          oranje = geluid 0-1 (docent beantwoord vragen)
          groen =geluid 1 (Je mag zachtjes overleggen met buren)
timer
5:00

Slide 34 - Slide

paragraaf 4 condensatoren

Slide 35 - Slide

condensator

Een condensator is een soort oplaadbare spanningsbron. Een condensator kan echter niet zo heel veel energie opslaan als een oplaadbare spanningsbron, een condensator laadt daarom dan ook sneller op (maar is ook heel snel weer leeg). ontladen van de condensator gaat ook eerst snel en dan langzaam (zie volgende dia).

toepassingen:

follow me home verlichting bij auto's

ventilator bij WC's

Slide 36 - Slide

condensator

Wanneer er een stroom van de spanningsbron naar de condensator loopt, dan laad de condensator op, je noemt dit een laadstroom.


Een condensator laadt in het begin snel op, maar wanneer er al wat energie in de condensator opgeslagen is, dan gaat dit naar verhouding steeds langzamer. In andere woorden: de stroomsterkte door de condensator is eerst heel groot, maar deze wordt steeds kleiner tot de condensator vol is.

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

follow me home verlichting werkt op vergelijkbare manier. de spanningsbron levert een spanning wanneer de schakelaar dicht is, hierdoor laadt de condensator op. als de schakelaar open is, dan levert de spanningsbron geen spanning meer en dan neemt de condensator tijdelijke de functie van spanningsbron over door te ontladen. zo heb je tijdelijk nog even verlichting na het parkeren en uitzetten van de motor van de auto, zodat je naar de voordeur van je huis kunt lopen.

Slide 39 - Slide

capaciteit
de hoeveelheid energie die een condensator op kan slaan noemt men de capaciteit van de condensator. capaciteit wordt uitgedrukt in farad. zojuist is besproken dat de energie die een condensator op kan slaan niet zo heel groot is. farad is dus een beetje een te grote eenheid. vaak wordt de capaciteit van een condensator dan ook weergegeven in een afgeleide van de eenheid farad, meestal microfarad. (net als wanneer men de dikte van een spijker uit wil drukken en de eenheid meter te groot is, omdat de spijker bijv. maar 2mm dik is.)

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide