Lesmoment 38 Havo 2 Leree Ahmed

Welcome

Welkom allemaal!
Grab your Laptop & Workbook!!
timer
1:00
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welcome

Welkom allemaal!
Grab your Laptop & Workbook!!
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Welcome to English class! 
Lessonplan
  • E Writing & Grammar 
  • Adjectives
  • adverbs
  • Complete exercises from the workbook

Slide 2 - Slide

Lesson goals 
At the end of this lesson...
  • ... I understand the grammar aspect of Adjectives.
  • ... I understand the grammar aspect of Adverbs.
  • ... I have completed exercises from the workbook.

Slide 3 - Slide


Adjectives & Adverbs
Adjectives and adverbs

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Adjectives and Adverbs



Wat valt je op aan de Adverbs?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Bijwoord = GEEN bijvoeglijk nw
Een bijvoeglijk naamwoord zegt namelijk iets over een zelfstandig naamwoord (vb: de blauwe auto)

Een bijwoord zegt iets over een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord (vb: de auto rijdt langzaam)


Slide 9 - Slide

En als laatste:
Een adverb (bijwoord) kan iets zeggen over een ander bijwoord.

Bijvoorbeeld:
He drives very slowly
(very = bijwoord
slowly = bijwoord
drives = werkwoord)

Slide 10 - Slide

Hoe maak je een adverb?
door +ly te plakken
bijvoorbeeld:
That music is loud --> He is talking loudly
Please be quiet. --> and whisper quietly

Slide 11 - Slide

Spellingsuitzonderingen!
  • woord eindigt op -le  ->   -ly            terrible -> terribly  

  • woord eindigt op medekl.+y    ->    -ily            easy -> easily  

  • woord eindigt op -ic -> -ically            fantastic -> fantastically 

Slide 12 - Slide

nog meer uitzonderingen 
Goed :        good – goodly    well 
hard :       hard – hardly     hard 
Snel :          fast – fastly     fast 
laag :          low– lowly     low 
lang :          long – longly     long

Slide 13 - Slide

Adjectives and adverbs
She sings.....
A
beautiful
B
beautifully

Slide 14 - Quiz

Adjectives and adverbs
The game looks ...
A
cool
B
coolly

Slide 15 - Quiz

Adjectives and adverbs
The garden is .....
A
beautifully
B
beautiful

Slide 16 - Quiz

Adjectives and adverbs
She dances ......
A
wonderful
B
wonderfully

Slide 17 - Quiz

Which ones are examples of adjectives?
A
nicely, well, bravo, happily
B
I, you, he, she, we, they
C
red, big, nice, cute
D
first, second, third

Slide 18 - Quiz

Adjective or adverb?
My mom drives__________ . (careful)

Slide 19 - Open question

Adjective or adverb?
My mom is a__________ driver. (careful)

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Link

En nu zelf aan de slag!

Exercise 29, 30, 31, 32

Klaar?

Slim Stampen : Vocabulary A, C/ Theme words

Slide 22 - Slide

Lesdoel behaald?
Schrijf 1 random Adjective op:
Schrijf 1 random Adverb op:

Slide 23 - Slide