What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Adjectives & Adverbs
Adjectives & Adverbs
Adjectives and adverbs
1 / 45
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
45 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Adjectives & Adverbs
Adjectives and adverbs
Slide 1 - Slide
Adjectives and Adverbs
English
Slide 2 - Slide
Wat valt je op aan de 'adverbs'?
Slide 3 - Open question
Bijwoorden - Uitleg Nederlands
Woorden die ergens 'bij' horen (vandaar 'bijwoord'). Het geeft informatie over een ander woord in de zin.
Vaak zegt het iets over hoe, waar of op welk moment iets gebeurt.
Slide 4 - Slide
Bijwoord = GEEN bijvoeglijk nw
Een bijvoeglijk naamwoord zegt namelijk iets over een zelfstandig naamwoord (vb: de blauwe auto)
Een bijwoord zegt iets over een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord (vb: de auto rijdt langzaam)
Slide 5 - Slide
What is an adverb?
Een '
adverb
' (
bijwoord
) is een omschrijvend woord dat iets zegt over bijv een 'verb'(
werkwoord)
bijvoorbeeld: I can sing
beautifully
Slide 6 - Slide
Een 'adverb' (bijwoord)kan ook iets zeggen over een bijvoeglijk naamwoord:
Bijvoorbeeld:
A big Mac is an incredibly unhealthy burger
(incredibly = bijwoord
unhealthy = bijvoeglijk naamwoord
burger = zelfstandig naamwoord)
Slide 7 - Slide
En als laatste:
Een adverb (bijwoord) kan iets zeggen over een ander bijwoord.
Bijvoorbeeld:
He drives very slowly
(very = bijwoord
slowly = bijwoord
drives = werkwoord)
Slide 8 - Slide
Hoe maak je een adverb?
door
+ly
te plakken
bijvoorbeeld:
That music is
loud
--> He is talking
loudly
Please be
quiet
. --> and whisper
quietly
Slide 9 - Slide
Spellingsuitzonderingen!
woord eindigt op -le -> -ly
terrible -> terribly
woord eindigt op medekl.+y -> -ily
easy -> easily
woord eindigt op -ic -> -ically
fantastic -> fantastically
Slide 10 - Slide
nog meer uitzonderingen
Goed : good –
goodly
well
hard : hard –
hardly
hard
Snel : fast –
fastly
fast
laag : low–
lowly
low
lang : long –
longly
long
Slide 11 - Slide
Exeptions
Adjectives
Adverbs
Zintuigelijke werkwoorden
- feel - smell
- taste - look
- to be - sound
how to make them?
- ends with an Y = + ily
- ends with LE = + ly
- ends with IC = + icily
Slide 12 - Slide
Snap je het al een beetje? Goed bezig!
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Recap
adverbs zijn:
A
zelfstandige naamwoorden
B
bijvoeglijke naamwoorden
C
bijwoorden
D
werkwoorden
Slide 15 - Quiz
Adverbs (bijwoorden) describe nouns and adjectives (bnw) describe verbs, adverbs and other adjectives
A
true
B
false
Slide 16 - Quiz
What does an adverb do?
A
Zegt iets over een werkwoord
B
Zegt iets over de persoon
C
Zegt iets over het zelfstandig naamwoord
D
Zegt iets over de tijd
Slide 17 - Quiz
Bijwoorden (adverbs) zeggen dus iets over de manier waarop iets gebeurt.
Deze woorden eindigen meestal op;
A
-ship
B
-ness
C
-ly
D
-ty
Slide 18 - Quiz
Snapte?
A
nonniebijnanie
B
kweeniemisschienekkeskijke
C
denkvanwelja
D
joazekersjoa
Slide 19 - Quiz
Adjectives and Adverbs
Adverbs zijn:
A
zelfstandige naamwoorden
B
bijvoeglijke naamwoorden
C
bijwoorden
D
werkwoorden
Slide 20 - Quiz
Adjectives and adverbs
She sings.....
A
beautiful
B
beautifully
Slide 21 - Quiz
Adjectives and adverbs
The game looks ...
A
cool
B
coolly
Slide 22 - Quiz
Adjectives and adverbs
The garden is .....
A
beautifully
B
beautiful
Slide 23 - Quiz
Adjectives and adverbs
She dances ......
A
wonderful
B
wonderfully
Slide 24 - Quiz
Adjectives and adverbs
It tastes ....
A
good
B
well
Slide 25 - Quiz
Adjectives and adverbs
The concert is .....
A
terribly
B
terrible
Slide 26 - Quiz
Adjectives & adverbs: The coffee is ....
A
bad
B
badly
Slide 27 - Quiz
Adjectives/adverbs:
Marcus speaks English.
A
fluently
B
fluent
Slide 28 - Quiz
Adjectives and adverbs
Maureen played .... and lost the game.
A
bad
B
badly
Slide 29 - Quiz
Adverbs (bijwoorden) describe nouns and adjectives (bnw) describe verbs, adverbs and other adjectives
A
true
B
false
Slide 30 - Quiz
Which one is correct?:
It is _____ hot today!
A
Really
B
Real
Slide 31 - Quiz
Fill in the correct form:
The car drove _____ _____
A
Slowly extremely
B
Extremely slowly
Slide 32 - Quiz
Which ones are examples of adjectives?
A
nicely, well, bravo, happily
B
I, you, he, she, we, they
C
red, big, nice, cute
D
first, second, third
Slide 33 - Quiz
Adjectives and adverbs
She plays the piano ......
A
well
B
good
Slide 34 - Quiz
Adjectives and Adverbs
It rains ...
A
Terrible
B
Terribly
Slide 35 - Quiz
Adjectives and adverbs
They make ......... bread.
A
deliciously
B
delicious
Slide 36 - Quiz
What is the difference between adjectives and adverbs?
Slide 37 - Open question
Adjective or adverb?
Thanks, dinner tasted ____(wonderful).
Slide 38 - Open question
Adjective or adverb?
My mom drives__________ . (careful)
Slide 39 - Open question
Adjective or adverb?
My mom is a__________ driver. (careful)
Slide 40 - Open question
Adjective or adverb?
You can__________ open this tin. (easy)
Slide 41 - Open question
Adjective or Adverb?
"He ... accepted the offer." (happy)
Slide 42 - Open question
The door opens _________
She is wearing a ______ dress.
The car drives up the hill________
He sings ________
It is ________ one o'clock
Automatically
Beautifully
Slowly
Beautiful
Exactly
Slide 43 - Drag question
Could you give examples for (3) adverbs and (4) adjectives?
Slide 44 - Open question
Make 2 sentences with adjectives and 2 with adverbs.
Slide 45 - Open question
More lessons like this
2VE Adjectives + Adverbs
June 2022
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
2HVE - Adjectives & Adverbs (2)
21 days ago
- Lesson with
46 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Grammar: adjectives and adverbs
November 2018
- Lesson with
16 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Kt2 5.4 Grammar: adjectives and adverbs
April 2024
- Lesson with
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Grammar: adjectives and adverbs
November 2018
- Lesson with
14 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Grammar: adjectives and adverbs Wednesday
November 2018
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Adverbs & Adjectives
January 2022
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
Adjectives & Adverbs
February 2023
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2