2.2 deel 2 + 2.4 deel 2

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

2.2 deel 2 + 2.4 deel 2

Goedemorgen allemaal!
Pak alvast je boek, ipad en kom in de lessonup

Planning

• Welkom en leerdoelen (5 min)
• Uitleg theorie 2.2 (10 min)
• Uitleg theorie 2.4 (10 min)
• Bezig met opdrachten (15 min)
• Afsluiting (5 min)

Leerdoelen

Aan het eind van de les:

• kun je de verschillende vormen van consumptief krediet noemen en de kosten berekenen
• kun je verschillende hypotheekvormen noemen
• kun je berekeningen maken met BTW

Consumptief krediet

Een duur woord voor lening is 'krediet'. Als je geld gaat lenen om iets te consumeren (kopen van) noem je dat 'consumptief krediet'.

• Persoonlijke lening:  een bedrag van de bank lenen en in termijnen terugbetalen
• Doorlopend krediet: er is een maximumbedrag wat je kan lenen. In één keer of in delen
  
• Rekening-courant krediet: rood staan op je bankrekening. Dit is voor korte termijn, want er is een hoge rente!
• Koop op afbetaling: een aankoop in een winkel in termijnen terugbetalen. Soms ook een product huren en daarna ben je de eigenaar. Dit is huurkoop

Lineaire hypotheek

• iedere maand een vast bedrag aflossen, waardoor je rente daalt. Dus je maandelijkse hypotheeklasten ook

Annuïteitenhypotheek

• iedere maand een vast bedrag betalen dat bestaat uit aflossing en rente.

BTW

BTW  betaal je wanneer je iets koopt. Hoog tarief  21% en laag tarief  9%.

Laag tarief: basisbehoeften en hoog tarief: secundaire behoeften

Accijns en milieuheffingen zijn belastingen op producten waarvan de overheid wil dat het minder gebruikt wordt

Prijs inclusief btw berekenen

De prijs van een fiets exclusief btw is €200. Hoeveel is de fiets inclusief btw? (21%)

Prijs exclusief btw berekenen

Prijs van een brood is €3,75 inclusief btw. Hoeveel kost een brood exclusief btw?

Bedrag	3,75
%	109	1	100

Prijs van een TV is €1.400 inclusief btw. Hoeveel kost een brood exclusief btw?

Bedrag	1400
%	121	1	100

Hoe:

Fluisterstem!

Hulp:

1. Lees de uitleg in je boek
2. Vraag je buurman/buurvrouw
3. Vraag de docent

Wat:

Opdracht: 27, 29, 30, 32, 60, 62

Klaar?

1. Antwoorden nakijken
2. Bezig met maak/ leerwerk ander vak

Afsluiting

Tips en tops!

Volgende les:

3.1

Schrift, potlood, geodriehoek (liniaal) en rekenmachine mee

Ruim je spullen alvast op