De industriële revolutie

Absolute vorsten..
A
Vinden de mening van het volk belangrijk
B
Overleggen veel met ministers
C
Vinden dat ze hun macht van God hebben gekregen
D
Maken economische beslissingen ten goede van het land
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Absolute vorsten..
A
Vinden de mening van het volk belangrijk
B
Overleggen veel met ministers
C
Vinden dat ze hun macht van God hebben gekregen
D
Maken economische beslissingen ten goede van het land

Slide 1 - Quiz

De Franse samenleving bestond tijdens het ancien regime uit drie standen:
A
Het proletariaat, de bourgeoisie en de adel
B
Patriciërs, Proletariaat en slaven
C
De geestelijkheid, de adel en de boeren
D
Regenten, boeren en adel.

Slide 2 - Quiz

1
2
3
4
De VOC wordt opgericht
De Bastille wordt bestormd
Montesquieu spreekt over de trias polica
Raadspensionaris de Wit wordt vermoord

Slide 3 - Drag question

Tijd van Burgers en stoommachines
  • Wat is industrialisatie?
  • Waarom industriële revolutie?
  • Oorzaken
  • Gevolgen

Slide 4 - Slide

Industrialisatie
  • Handarbeid wordt vervangen door werk met machines.
  • Industrialisatie begon in de textielindustrie:
    - Huisnijverheid
    - Weef/spin werktuigen werden geautomatiseerd.
  • Er ontstonden fabrieken waar de machines konden staan.
  • Door de uitvinding van elektrisch licht en de stoommachine kwamen er steeds meer fabrieken. 

Slide 5 - Slide

Waarom 'revolutie'?
Een revolutie is een korte ingrijpende verandering. De industrialisatie duurde lang, maar was zo ingrijpend dat we spreken van een revolutie! De moderne tijd is begonnen!

Slide 6 - Slide

Oorzaken industriële revolutie
  • Verbeterde landbouwtechnieken zorgden voor meer opbrengst.
    -> Meer opbrengst zorgt dat de prijzen dalen.
    -> Meer opbrengst zorgt voor bevolkingsgroei.
    -> Meer bevolking zorgt voor meer vraag naar kleding.
  • Boeren doen aan huisnijverheid om meer te verdienen.
    -> Meer huisnijverheid opbrengst zorgt dat de prijzen dalen.
  • Arme boeren trekken naar de stad (Urbanisatie) om te werken in fabriek.
  • Er waren genoeg grondstoffen (kolen, ijzer en kolonies).

Slide 7 - Slide

Gevolgen industriële revolutie

  • Bijna alle producten worden in fabrieken gemaakt: massaproductie.
  • Huisnijverheid verdwijnt -> meer urbanisatie -> industriële samenleving!
  • Nieuwe transport mogelijkheden.
  • Milieuvervuiling.

Slide 8 - Slide

Modern Imperialisme + Nationalisme

Slide 9 - Slide

Politiek in Nederland
  • Koning Willem I de baas in Nederland -> Willem II vreest verjaagd te worden.
  • De grondwet van Thorbecke 1848:
    -> Burgerlijke vrijheden
    -> Censuskiesrecht 
  • Socialisten en confessionelen willen
    ook stemmen!
  • Kiesstrijd en schoolstrijd 1917
  • Feminisme

Slide 10 - Slide

Een nieuwe samenleving
  • Door snelle industrialisatie en urbanisatie slechte leefomstandigheden
  •  Sociale kwestie
  • Karl Marx
    -> Klassenstrijd revolutie! 
  • Sociaaldemocraten

Slide 11 - Slide

Stelling 1
"Het enige recht van de vrouw is het aanrecht"

Slide 12 - Slide

Stelling 2
"Alle mannen hebben recht op politieke invloed, we zijn immers allen gelijk"

Slide 13 - Slide

Stelling 3
"Onderwijsgelijkheid voor alle Nederlandsche kinderen"

Slide 14 - Slide

Stelling 4
"De overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met de economie"

Slide 15 - Slide

Stelling 5
"Wij zijn er ook nog"

Slide 16 - Slide

Toets
  • De toets gaat over tijdvak 6, 7 en 8.
    -> Veel economie en politiek.
  • Leer de chronologie (de volgorde en verbanden).
  • Leer de kenmerkende aspecten en kan ze uitleggen. 
  • Zit er een bron in de toets? volg het stappenplan!
  • Lees de vraag goed en wees volledig: wij zijn dom!

Slide 17 - Slide