Weet je iets niet? Beter een fout antwoord, dan geen antwoord!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,3
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Herkansing hoofdstuk 1
Je mag een rekenmachine gebruiken bij de toets.
Schrijf berekeningen bij open vragen op!
Weet je iets niet? Beter een fout antwoord, dan geen antwoord!
Slide 1 - Slide
Wat zijn secundaire behoeften?
A
alle overige behoeften
B
de behoefte aan luxe goederen
C
de middelen om in je behoefte te voorzien
D
de noodzakelijke levensbehoeften
Slide 2 - Quiz
Welke van onderstaande goederen is een voorbeeld van een schaars goed?
A
drinkwater
B
zonlicht
C
wind
D
zeewater
Slide 3 - Quiz
Jeroen heeft een goede baan, maar ook een duur huis, waardoor hij maandelijks maar weinig geld overhoudt om leuke dingen te gaan doen. Dat vindt hij lastig. Leo woont in een klein huis aan de rand van het dorp. Omdat hij werkloos is, heeft hij genoeg tijd om in zijn tuin te werken. Hij verbouwt er groente en voorziet zo in zijn behoeften. Wie is volgens jou het meest welvarend? Leg je antwoord uit.
Slide 4 - Open question
Emily heeft een drukke baan, maar vanmiddag heeft ze tijd vrij gemaakt om met haar vriendin te gaan hardlopen in het bos. Nadat ze hun vaste ronde hebben gemaakt, zitten ze op een picknickbank nog even van de zon te genieten. Emily: “Vanmiddag heb ik geen schaarse middelen gebruikt”. Leg uit waarom Emily ongelijk heeft.
Slide 5 - Open question
Sylvia en Jesse hebben een nieuwe keuken nodig. De oude valt bijna uit elkaar en de meeste apparatuur doet het niet meer. Ze leggen hun spaargeld bij elkaar. Daarvan kunnen ze een mooie, dure keuken kopen. Toch kiezen ze voor een goedkope keuken, zodat er genoeg geld overblijft voor een leuke vakantie. Wat heeft voor Sylvia en Jesse de meeste prioriteit: de keuken of de vakantie? Leg je antwoord uit.
Slide 6 - Open question
Welke 4 P's van de marketingmix herken je in dit bericht?
Slide 7 - Open question
Als je iets koopt om in je behoeften te voorzien, dan ben je een consument.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Als je op aanraden van je broer een Samsung telefoon koopt, is dat sociale beïnvloeding.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
De meeste bedrijven vinden het koopgedrag van jongeren oninteressant.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Wanneer je iets koopt omdat je op Insta een advertentie hebt gezien, is dat sociale beïnvloeding.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Tijdens het gebruik van een buienradar-app op de mobiele telefoon komt een bepaald merk chocolademelk in beeld, plus een beschrijving van het product. Van welke soort reclame is hier geen sprake?
A
commerciële reclame
B
ideële reclame
C
informatieve reclame
D
merkreclame
Slide 12 - Quiz
Bekijk de afbeelding hiernaast. Hier is sprake van een:
A
commerciële reclame
B
merkreclame
C
informatieve reclame
D
ideële reclame
Slide 13 - Quiz
Wat wordt er bedoeld met budgetteren?
A
inkomsten en uitkomsten op elkaar afstemmen
B
inkomsten en uitgaven uit het verleden bekijken
C
vergroten van de inkomsten
D
verlagen van de uitgaven
Slide 14 - Quiz
Bekijk de maandbegroting van Merel. Hoeveel houdt Merel over? Bereken haar overschot in procenten van haar maandinkomen.
Slide 15 - Open question
In welk rijtje staan alleen vaste lasten?
A
abonnementen – boodschappen– huur
B
netflix abonnement
– gas en elektra – huur
C
hypotheek – cadeautjes – nieuwe wasmachine
D
kapper- kleding-loon
Slide 16 - Quiz
Sita wil een tweedehands motor kopen. Ze wil € 8.600 besteden en heeft inmiddels € 1.800 gespaard. Ze wil de motor over drie jaar kopen. Bereken het bedrag dat Sita elke maand moet reserveren.
Slide 17 - Open question
Lees het krantenbericht. Leg uit of de koopkracht meer of minder stijgt dan de 1,7% waarmee de lonen stijgen.
Slide 18 - Open question
Voor de gemiddelde prijs van woningen is 2010 het basisjaar. In dat jaar kostte een huis € 239.530. In 2017 is de huizenprijs gestegen naar € 246.819. Bereken voor 2016 het indexcijfer van de gemiddelde huizenprijs
Slide 19 - Open question
Voor de gemiddelde prijs van een brood is 2012 het basisjaar. De prijs was toen € 1,95. In 2017 is het indexcijfer voor brood gestegen naar 112,8. Bereken de gemiddelde prijs van een brood in 2017.
Slide 20 - Open question
Einde van de toets
Lever de toets in en ga iets voor jezelf doen.... in stilte.....