Bi B1 Th6 Oefenen

1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoeveel kelkbladeren heeft
de bloem rechtsboven?

Slide 2 - Open question

Hoeveel kroonbladeren heeft
de bloem linksonder?

Slide 3 - Open question

Een bloem heeft altijd meer kelkbladeren dan kroonbladeren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Meeldraden horen bij de
A
Mannelijke voortplantingsorganen
B
Vrouwelijke voortplantingsorganen

Slide 5 - Quiz

Welk onderdeel hoort niet bij de stamper?
A
Stijl
B
Helmhokje
C
Vruchtbeginsel
D
Stempel

Slide 6 - Quiz

Stuifmeelkorrels worden gemaakt in de
A
Helmhokjes
B
Stempel

Slide 7 - Quiz

Bevruchting vindt plaats in de
A
Meeldraad
B
Stamper

Slide 8 - Quiz

Eén bloem kan zowel meeldraden als een stamper hebben
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Welk onderdeel hoort niet bij de stamper?
A
Stijl
B
Helmhokje
C
Vruchtbeginsel
D
Stempel

Slide 10 - Quiz

Voor de bevruchting gaan
A
Eicellen van de stamper naar de meeldraad
B
Stuifmeelkorrels van de meeldraad naar de stamper
C
Eicellen en meeldraden beide de lucht in en ontmoeten ze elkaar daar
D
Planten hebben geen bevruchting

Slide 11 - Quiz

Stuifmeelkorrels worden gemaakt in de
A
Helmhokjes
B
Stempel

Slide 12 - Quiz

Kroonbladeren
Kelkbladeren
Fel gekleurd
Groen
Bescherming
Lokmiddel

Slide 13 - Drag question

Insectenbloem
Windbloem
geen opvallende 
kroonbladeren
nectar
meeldraden
in de bloem
maken veel stuifmeel
geur
felgekleurde kroonbladeren
stuifmeel
kleverig

Slide 14 - Drag question

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
1
2
3
Bestuiving
Bevruchting
Stuifmeelbuis

Slide 15 - Drag question

In één vruchtbeginsel kan maar één bevruchting plaatsvinden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Een bevruchte eicel groeit uit tot ____________ en die zit in een ____________
Zaad
Kiem

Slide 17 - Drag question

In de afbeelding heeft er bestuiving plaatsgevonden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
Een stuifmeelkorrel komt terecht op een stempel.
De kern van een stuifmeelkorrel versmelt met de eicelkern.
In een helmhokje ontstaan pollen.

Een stuifmeelkorrel vormt een stuifmeelbuis. 

Slide 19 - Drag question

Een plant heeft _____ bloem. In deze bloem zitten 2 stampers. Deze bloem heeft daarom ___ vruchtbeginsels. In ieder vruchtbeginsel zitten 5 zaadbeginsels. De hele plant kan maximaal        ___ zaden maken. Er komen door bestuiving 7 stuifmeelkorrels op de plant. Er komen ___ zaden
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

Slide 20 - Drag question