5V_herhaling §5.2 t/m 5.6_PIRB

Herhaling §5.2 t/m §5.6 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhaling §5.2 t/m §5.6 

Slide 1 - Slide

Stel je hebt een zuur en voegt er water aan toe wat gebeurd er dan met de pH
A
pH wordt hoger
B
pH wordt lager
C
er gebeurd niets

Slide 2 - Quiz

Geef de formule van het zuur waarvan het chromaation de zuurrest is.
CrO42
A
HCrO4
B
H2CrO4
C
HCrO4
D
CrO4+H3O+

Slide 3 - Quiz

Wat is de juiste notatie van waterstoffluoride-oplossing in een zuur/base-reactie?
A
HF(l)
B
HF(aq)
C
H3O+(aq)
D
H3O+(aq)+F(aq)

Slide 4 - Quiz


Geef het geconjugeerde base deeltje dat hoort bij het tweewaardige zuur H2S

Slide 5 - Open question

Stel je hebt een zuur en voegt er een base aan toe wat gebeurd er dan met de pH
A
pH wordt hoger
B
pH wordt lager
C
er gebeurd niets

Slide 6 - Quiz

Bij een neutralisatie reactie wordt een...
A
H+ overgedragen van een zuur naar een base.
B
OH- overgedragen van een zuur naar een base.
C
H+ overgedragen van een base naar een zuur.
D
OH- overgedragen van een base naar een zuur,

Slide 7 - Quiz

geef de vergelijking voor de reactie tussen zoutzuur en natronloog
A
HCl(aq) + NaOH --> NaCl + H2O
B
H++OHH2O
C
H3O++OH2H2O

Slide 8 - Quiz

zwavelzuur + natronloog
A
H2SO4+NaOHH2O+Na++
B
H2SO4+2OHSO42+H2O
C
H3O++OH2H2O

Slide 9 - Quiz

geef de reactievergelijking tussen azijnzuur en kaliloog

Slide 10 - Open question

geef de reactievergelijking tussen ammoniak en zoutzuur

Slide 11 - Open question

Wat is het zuur en wat is de base bij de reactie tussen bariumhydroxide en ammoniumchloride ?
Ba(OH)2(s)+2NH4Cl(s)>BaCl2+NH3+2H2O

Slide 12 - Open question

Wat is GEEN zuur base reactie
A
H3O+ + OH- -->2 H2O
B
2 Al + 6 H+ --> Al3+ + 3 H2
C
Na2O + H2O --> 2 Na+ + 2 OH-
D
Al2O3 + 6 H3O+ --> 2 Al3+ + 9 H2O

Slide 13 - Quiz

Geef de reactievergelijking van zoutzuur met oplossing van natriumcyanide (NaCN)

Slide 14 - Open question

Hoeveel significante cijers heeft pH=11,70?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quiz

Wat is de pH van een
0,125 M zoutzuur-oplossing?
A
0,000
B
0,903
C
1,25
D
0,750

Slide 16 - Quiz

Een zure oplossing heeft
een pH van 3,43.
Bereken [H3O+]
A
?
B
2,7x10^3 M
C
3,7x10^-4 M
D
0,54 M

Slide 17 - Quiz

Een oplossing met pH = 2,0 wordt 10x verdund. Wat wordt de nieuwe pH?
A
pH = 0,20
B
pH = 1,0
C
pH = 3,0

Slide 18 - Quiz

Bereken de pH van een 0,50 M azijnzuur-oplossing.
A
pH = 0,30
B
pH = 0,32
C
pH = 2,38
D
pH = 2,54

Slide 19 - Quiz

Bereken de pH van een 0,50 M ammoniak-oplossing.
A
pH = 0,30
B
pH = 0,35
C
pH = 2,52
D
pH = 2,1

Slide 20 - Quiz

Men maakt een bufferoplossing door 0,12 mol azijnzuur en 0,056 mol natriumacetaat op te lossen tot 1,0 liter bufferoplossing.
Bereken de pH van deze bufferoplossing

Slide 21 - Open question