2KM H5 lezen les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

Zorg dat je de volgende spullen voor je hebt:

• lesboek H5 lezen blz. 116
• schrift
  
• pen
• leesboek
• laptop (dichtlaten!)

We starten als de timer op 0:00 staat. 

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen 
• Lezen
• Lezen H5: wat je leest
• Zelfstandig werken: LessonUp
• Huiswerk
• Evaluatie les

Lesdoelen

• Ik kan de bron van een tekst vinden.
• Ik kan zien of een tekst bedoeld is om te overtuigen of te informeren.
• Ik kan beoordelen of een tekst betrouwbaar is.

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Lezen in stilte

Wat je leest

• Is het waar wat ik lees?

1. Kijk eerst waar de tekst vandaan komt : de bron. Dat kan een krant, tijdschrift of een website zijn. Een tekst op een serieuze nieuwssite is vaak betrouwbaarder dan een tekst op bijvoorbeeld Facebook.
2. Let ook op het doel van de tekst. Een schrijver die iets wil verkopen, kun je niet altijd geloven. Hij zal dan alleen de goede dingen vertellen en niet de minder goede.

Zelfstandig werken

Maak de opdracht:
2KM H5 Lezen les 1 in LessonUp

Vragen? Mondkapje op en hand omhoog. 

Klaar?
Ga in LessonUp aan de slag met de herhalingsopdrachten van H3 en H4, werk in Numo of lees in je leesboek.

Startopdracht op blz. 116

Lees de volgende tekst goed door en maak de vragen.

1. Lees tekst 1 en bekijk de afbeelding.
Wat denk je? Is het waar of niet waar wat je leest in alinea 1? Leg je antwoord uit.

2. De bron van de tekst is broodjeaap.nl. Wat denk jij dat een broodjeaapverhaal is?

3. Alinea 2 gaat over Waar of niet waar? Wat stond er in deze alinea, denk je?

1. De foto en het verhaal zijn nep, want veel kikkers zijn giftig.
2. De foto is echt, maar de kikker zat per ongeluk in de salade.
3. Het verhaal en de foto zijn echt, want kikkerbilletjes worden ook gegeten.

Opdracht 1 op blz. 117

Bekijk tekst 2 en maak de vragen.

1.1 Wat is het onderwerp van de tekst? Vul één woord in.

1.2 Welke merknaam staat in tekst 2?

1.3 Vul de bron van de tekst in.

1.4 Wie is de schrijver van tekst 2? Kies het beste antwoord.

1. Dat weet je niet, de naam van de schrijver staat niet bij de tekst.
2. Iemand die bij dat bedrijf werkt of door dat bedrijf is ingehuurd.

1.5 Lees tekst 2 nu helemaal.
Is zin 1 van alinea 1 een feit of een mening?

1. Feit
2. Mening

1.6 Vul drie positieve woorden uit alinea 1 in.

1.7 Hoeveel ingrediënten zitten in de reep (al. 2)?

1.8 Welk ingrediënt staat het grootst op de verpakking?

1.9 Wat is het hoofdingrediënt van deze notenreep?

1.10 Welk doel heeft tekst 2?

1. Amuseren
2. Iets laten doen
3. Iets leren
4. Informatie geven

Opdracht 2 op blz. 117

Bekijk tekst 3 en tekst 4 in je boek op blz. 118 en maak de vragen.

2.1 Waarover gaan tekst 3 en tekst 4?

1. Het merk Aquafresh
2. schone tanden
3. whitening tandpasta

2.2 Vul de bron van tekst 3 in.

2.3 Vul de bron van tekst 4 in.

2.4.a Lees tekst 3 en tekst 4. Hoort de uitspraak bij tekst 3 of tekst 4?

De tekst gaat over één merk tandpasta

1. tekst 3
2. tekst 4

2.4.b Lees tekst 3 en tekst 4. Hoort de uitspraak bij tekst 3 of tekst 4?

De schrijver noemt voordelen en nadelen.

1. tekst 3
2. tekst 4

2.4.c Lees tekst 3 en tekst 4. Hoort de uitspraak bij tekst 3 of tekst 4?

In de tekst staan vooral positieve woorden.

1. tekst 3
2. tekst 4

2.4.d Lees tekst 3 en tekst 4. Hoort de uitspraak bij tekst 3 of tekst 4?

De schrijver wil iets verkopen.

1. tekst 3
2. tekst 4

2.4.e Lees tekst 3 en tekst 4. Hoort de uitspraak bij tekst 3 of tekst 4?

Het belangrijkste doel is informatie geven.

1. tekst 3
2. tekst 4

2.5. Welke tekst is dus betrouwbaarder?

1. tekst 3
2. tekst 4

2.6.a De volgende vragen gaan over tekst 3.
Wat betekent dit woord uit tekst 3?

verwijdert

1. haalt...weg
2. maakt...glad
3. maakt...schoon
4. vaak

2.6.b Wat betekent dit woord uit tekst 3?

reinigt

1. haalt...weg
2. maakt...glad
3. maakt...schoon
4. vaak

2.6. c Wat betekent dit woord uit tekst 3?

polijst

1. vaak
2. maakt...glad
3. maakt...schoon
4. zachte

2.6.d Wat betekent dit woord uit tekst 3?

milde

1. vaak
2. maakt...glad
3. maakt...schoon
4. zachte

2.6.e Wat betekent dit woord uit tekst 3?

regelmatig

1. vaak
2. maakt...glad
3. maakt...schoon
4. zachte

2.7 Vul twee dingen in die Aquafresh® Intense White-tandpasta doet tijdens het tandenpoetsen.

2.8 Lees de informatie bij het sterretje en maak deze zin af: Aquafresh® Intense White-tandpasta helpt de tanden langer wit te houden, maar alleen ...

2.9 Bekijk de tabel in tekst 4. Waarvoor hebben alle tandpasta’s een voldoende?

2.10 Bekijk de tabel in tekst 4.
Waarvoor hebben alle tandpasta’s een onvoldoende?

2.11 Bekijk de tabel in tekst 4.

Welke tandpasta is het goedkoopst?

2.12 Bekijk de tabel in tekst 4.

Welke tandpasta krijgt het hoogste cijfer voor ‘gebruik’?

2.13 Bekijk de tabel in tekst 4.

Welke tandpasta krijgt het laagste cijfer voor ‘schoonmaken’?

2.14 Je hebt nieuwe tandpasta nodig. Welke tandpasta uit deze tabel kun je dan het beste kopen? Leg uit.

Huiswerk

Woensdag 21 april
Leren:

Theorie blz. 116

Maken:

2KM H5 Lezen les 1 in LessonUp

Lesdoelen

• Ik kan de bron van een tekst vinden.
• Ik kan zien of een tekst bedoeld is om te overtuigen of te informeren.
• Ik kan beoordelen of een tekst betrouwbaar is.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?