Woordenschat §2 Voorbereiding toets

Nederlands
Vrijdag 7 februari 
6e lesuur
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands
Vrijdag 7 februari 
6e lesuur

Slide 1 - Slide

Programma
1. Jeugdjournaal
2. Woordenschat 
3. Afsluiten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Woordenschat
Pak snel je laptop, we gaan aan de slag met woordenschat. 

1. Lesson up
2. Online oefenen

Slide 4 - Slide

De montageset
A
een groep mensen die de inhoud van een krant, tijdschrift of tv-programma bedenkt.
B
de ruimte waarin alle opgenomen onderdelen aan elkaar worden geplakt.
C
de tijd die je krijgt om iets uit te zenden.
D
twee tijden waartussen iets open is.

Slide 5 - Quiz

(de) presentator
A
een groep mensen die de inhoud van een krant, tijdschrift of tv-programma bedenkt.
B
de ruimte waarin alle opgenomen onderdelen aan elkaar worden geplakt.
C
iemand die iets presenteert.
D
twee tijden waartussen iets open is.

Slide 6 - Quiz

(een) studio
A
een groep mensen die de inhoud van een krant, tijdschrift of tv-programma bedenkt.
B
de ruimte waarin alle opgenomen onderdelen aan elkaar worden geplakt.
C
een ruimte voor het opnemen van muziek, films, radio- of tv-programma’s.
D
twee tijden waartussen iets open is.

Slide 7 - Quiz

hoogtepunten
A
voordeel hebben.
B
bekijken.
C
alle bezigheden.
D
mooiste en belangrijkste momenten.

Slide 8 - Quiz

bezichtigen
A
voordeel hebben.
B
bekijken.
C
alle bezigheden.
D
mooiste en belangrijkste momenten.

Slide 9 - Quiz

(het) tijdslot
A
een groep mensen die de inhoud van een krant, tijdschrift of tv-programma bedenkt.
B
de ruimte waarin alle opgenomen onderdelen aan elkaar worden geplakt.
C
iemand die iets presenteert.
D
twee tijden waartussen iets open is.

Slide 10 - Quiz

(de) redactie
A
een groep mensen die de inhoud van een krant, tijdschrift of tv-programma bedenkt.
B
de ruimte waarin alle opgenomen onderdelen aan elkaar worden geplakt.
C
iemand die iets presenteert.
D
twee tijden waartussen iets open is.

Slide 11 - Quiz

profiteren
A
voordeel hebben.
B
bekijken.
C
alle bezigheden.
D
mooiste en belangrijkste momenten.

Slide 12 - Quiz

Oefenen
Ga nu naar je online omgeving en maak de opdrachten voor woordschat af. Heb je dat al gedaan?
Ga dan door met trainen. 

Slide 13 - Slide

Fijn weekend!

Slide 14 - Slide