Kiem 1a De winkel van dichtbij

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Wat is een winkelvorm en noem een paar voorbeelden?

Wat zijn producten?

Wat is het verschil tussen foodproducten en non-foodproducten?

Wat is het verschil tussen winkelverkoop en niet-winkelverkoop?
Noem van elk een voorbeeld:

Een grootwinkelbedrijf heeft meer dan.....medewerkers

1. minder dan 10 medewerkers
2. tussen de 10 en 100 medewerkers
3. meer dan 100 medewerkers
4. meer dan 1000 medewerkers

Wat is het verschil tussen assortiment en artikelgroep?

Wat is een branche?
Noem voorbeelden:

De hoofdbranches vallen onder detailhandel...... en ..........

Noem 3 bedieningssystemen:

Wat betekent service?

wat is het verschil tussen prijsdistributie en servicedistributie?

Hoe is het vragen beantwoorden gegaan?

Wat heb je nodig om de begrippen te onthouden?

Wat heb je nodig om de begrippen te onthouden?