zorgproblemen en zorgdoelen

zorgproblemen en zorgdoelen
Inleiding
In dit hoofdstuk komen de stappen van het zorgproces aan bod. Per stap wordt uitgelegd wat het doel is en wat er van jou als verzorgende verwacht wordt. Een belangrijke vaardigheid bij het doorlopen van deze stappen is klinisch redeneren.
1 Wat is het zorgproces?
Het zorgproces is de manier waarop zorgverleners in de huidige zorgverlening, samen met de zorgvrager, de gewenste zorg bepalen en organiseren. Het zorgproces vindt plaats door gebruik te maken van een bepaalde werkwijze, een methode. Je kunt het zorgproces zien als een opeenvolging van stappen waarbinnen diverse activiteiten plaatsvinden. Deze stappen zorgen ervoor dat op een methodische manier zorg kan plaatsvinden, in overeenstemming met de behoeften en wensen van de zorgvrager.
1.1 Cyclisch zorgproces
Het zorgproces is een cyclisch zorgproces. Dat wil zeggen dat het uit een reeks activiteiten (stappen) bestaat, die in een bepaalde volgorde plaatsvinden (proces). Dit proces wordt herhaald (cyclus).
Het zorgproces kent zes stappen die een kringloop vormen met een begin en een einde, waarbij het proces steeds opnieuw dezelfde cyclus doorloopt. Deze cyclus begint bij stap 1 Verzamelen van gegevens, en eindigt bij stap 6 Evalueren van zorgproces. Op basis van de gegevens uit stap 6 wordt stap 1 opnieuw gezet en vervolgt het proces de cyclus.
Het zorgproces kan stoppen, de cyclus kan eindigen, bijvoorbeeld als de zorgvrager de zorgverlening niet meer nodig heeft, als hij overgeplaatst wordt naar een andere zorgorganisatie, of als hij komt te overlijden.
Voorbeeld
Mevrouw Groothuijsen heeft in het ziekenhuis een operatie aan het hart ondergaan. Er is een bypass aangelegd, een omleiding van een kransslagader. Na een korte periode in het ziekenhuis gaat ze verder revalideren in een verpleeghuis. Haar elektronisch cliëntendossier (ECD) wordt van het ziekenhuis overgedragen aan het verpleeghuis, met toestemming van mevrouw Groothuijsen. Hierdoor wordt het cyclisch proces van de zorg ook overgedragen en zullen ze in het verpleeghuis opnieuw gegevens gaan verzamelen.
Veranderingen in de gezondheidstoestand van zorgvragers komen regelmatig voor. Na een verandering in de gezondheidstoestand kan ook een verandering optreden in de zorgbehoeften of wensen van de zorgvragers. De te verlenen zorg heeft dan aanpassing nodig. Door veranderingen in het zorgproces start opnieuw het verzamelen van gegevens, waarna de cyclus zich kan herhalen.
Alle stappen in het zorgproces zijn van even groot belang en dienen voortdurend op elkaar afgestemd te worden.
Cyclisch zorgproces
Om het cyclisch zorgproces te verduidelijken, volgen hier twee voorbeelden.
Voorbeeld
Een zorgvrager wassen
Verzamelen van gegevens
De rechterhand van de zorgvrager is verlamd geraakt na een herseninfarct. De zorgvrager heeft geen gevoel en spierkracht in zijn rechterhand. De zorgvrager was rechtshandig.
Vaststellen van zorgproblemen
De zorgvrager is niet in staat om met zijn rechterhand zijn bovenlichaam te wassen en af te drogen. De zorgvrager wil zichzelf zo zelfstandig mogelijk wassen.
Vaststellen van zorgdoelen
De zorgvrager wast binnen tien weken zelfstandig zijn bovenlichaam.
Plannen van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
De zorgvrager ondersteunen om met zijn linkerhand zijn bovenlichaam te wassen.
De zorgvrager stimuleren om met zijn linkerhand zijn bovenlichaam te wassen.
De verzorgende biedt, waar nodig, ondersteuning bij het wassen van het bovenlichaam.
De verzorgende wast en droogt het gezicht, de rug en het onderlichaam van de zorgvrager.
Dagelijkse rapportage.
Uitvoeren van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
De zorgvrager wast, binnen zijn vermogen, het bovenlichaam met de linkerhand.
De verzorgende voert de zorg- en ondersteuningsactiviteiten uit volgens de planning.
De verzorgende observeert de zorgvrager gedurende de uitvoering van de zorgverlening.
De verzorgende rapporteert de uitgevoerde activiteiten.
Evalueren van zorgproces
In de evaluatie worden de volgende vragen besproken:
Kan de zorgvrager zelfstandig het bovenlichaam wassen met de linkerhand?
Kan de verzorgende de zorgvrager stimuleren om ook andere lichaamsdelen zelfstandig te wassen met de linkerhand?
Hoe heeft de zorgvrager het wassen met de linkerhand ervaren?
Is de zorgvrager bereid om het zelfstandig wassen uit te breiden naar andere delen van het lichaam?
Voorbeeld
Een wond bij de zorgvrager verzorgen
Verzamelen van gegevens
De zorgvrager heeft een wond op zijn stuit van ongeveer 5 bij 5 cm.
De kleur van de wond is rood.
De wond is ongeveer 1 cm diep.
Vaststellen van zorgproblemen
De zorgvrager heeft in korte tijd een grote wond op zijn stuit gekregen, waarschijnlijk ontstaan door het langdurig in bed liggen.
Vaststellen van zorgdoelen
De wond van de zorgvrager is binnen zes weken genezen.
Plannen van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
Eenmaal in de week vind er overleg plaats met de arts over de behandeling van de wond.
De verzorgende-IG zal de wond eenmaal per dag verzorgen volgens protocol.
Eenmaal per dag wordt de wond gecontroleerd door de verzorgende.
Dagelijkse rapportage van de wondverzorging in het zorgdossier.
Uitvoeren van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
De verzorgende bespreekt de wondverzorging met de zorgvrager.
De verzorgende verzorgt dagelijks de wond van de zorgvrager volgens protocol.
De verzorgende inspecteert dagelijks de wond.
De verzorgende overlegt eenmaal per week de voortgang van de wondgenezing met de arts.
De verzorgende rapporteert dagelijks de toestand van de wond in het zorgdossier.
Evalueren van zorgproces
In de evaluatie worden de volgende vragen besproken:
Hoe groot en hoe diep is de wond?
Wat is de kleur van de wond?
Wat is de mening van de zorgvrager over de geleverde wondzorg?
Door het volgen van de stappen in het cyclisch proces, werkt de verzorgende-IG methodisch en systematisch. Deze manier van werken heeft de volgende voordelen:
De kans op het maken van fouten neemt af, omdat je meer inzicht hebt in wat er gebeurt of moet gebeuren.
Je kijkt vooruit naar de te verlenen zorg.
De zorgvrager en de verzorgende-IG weten wat er verwacht mag worden van de zorgverlening.
Het beroepsmatig handelen wordt geëvalueerd en kan zo nodig verbeterd worden.
1.2 Stappen in het zorgproces
Om als verzorgende efficiënt en effectief te kunnen werken, ga je eerst na welke zorg en ondersteuning de zorgvrager nodig heeft en hoe je deze hulp het best kunt geven. Vervolgens ga je de zorgvrager op methodische wijze voorzien van passende zorg. Je kunt verzorgen dan ook een proces noemen. Het zorgproces is een vaste opeenvolging van zes stappen in de zorgverlening en heeft een cyclisch karakter. De eerste stap omvat het verzamelen van gegevens van en over de zorgvrager. Deze stap loopt door tot het evalueren van de geleverde zorg en daarna begint het proces eventueel opnieuw. Elke stap levert informatie op voor de volgende stap. De zes stappen van het zorgproces zijn:
Verzamelen van gegevens
Vaststellen van zorgproblemen
Vaststellen van zorgdoelen
Plannen van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
Uitvoeren van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
Evalueren van zorgproces
Als verzorgende-IG ben je verantwoordelijk voor de zelfstandige uitvoering van het zorgproces.
Casus
Een nieuwe stap in het leren
Mieke doet haar BPV op de psychogeriatrische afdeling in een verpleeghuis. Ze is op school druk bezig met de theorie over het zorgproces. Ze vindt het op school lastig om zich een voorstelling te maken van de uitvoering in de praktijk. Ze bespreekt de stap van theorie naar praktijk met haar praktijkbegeleider Jolanda. 'Het wordt dus tijd om die theorie toe te passen op je afdeling', concludeert Jolanda aan het eind van het gesprek. Jolanda vertelt dat morgenmiddag mevrouw Yilmaz wordt opgenomen. Ze geeft Mieke de opdracht om deze opname onder begeleiding van haar werkbegeleider uit te voeren. 'Want', legt Jolanda uit, 'het zorgproces begint bij de opname van een zorgvrager.' Mieke vindt het een spannende uitdaging en gaat direct aan de slag met de voorbereiding van deze opname. Ze zal in het intakegesprek gegevens verzamelen, maar moet van tevoren een aantal zaken bedenken. Waarover wil ze gegevens verzamelen en welke vragen zijn dan relevant om te stellen?
Stap 1: Verzamelen van gegevens
De eerste stap van het zorgproces begint bij de opname van de zorgvrager. Het verzamelen van gegevens staat hierbij centraal. Gegevens verzamel je, onder andere, door het stellen van vragen. Vaak wordt hierbij een standaardvragenlijst gebruikt. Het gesprek wordt meestal een intakegesprek genoemd. Tijdens het gesprek kijk je ook goed naar de zorgvrager, je observeert. Het observeren doe je met gebruik van al je zintuigen (kijken, luisteren, voelen, ruiken, proeven).
Vervolgens interpreteer je de verzamelde gegevens. Dit betekent dat je antwoord geeft op het volgende: welke betekenis hebben deze gegevens en wat zeggen ze over de zorgvrager? Als verzorgende heb je deze gegevens nodig om de inhoud van de zorgvraag te bepalen. Het verzamelen van gegevens is een zeer belangrijke stap. Als je deze stap niet volledig of onjuist zet, kun je gegevens missen of overslaan en is niet duidelijk welke zorg je moet verlenen. Het is dan ook niet duidelijk hoe je deze zorg kunt verlenen en welk resultaat je mag verwachten. Kortom: als je onvoldoende of onjuiste gegevens verzamelt, dan verloopt het zorgproces niet goed. Het zorgproces helpt je om je werk methodisch en systematisch aan te pakken.
Casus
Tijd voor het intakegesprek
Mieke voert vandaag het intakegesprek met mevrouw Yilmaz. Ze wordt opgenomen op de psychogeriatrische afdeling van het verpleeghuis waar Mieke werkt. Ze wordt tijdens de opname begeleid door haar dochter Fatima. Bij mevrouw Yilmaz is de diagnose ziekte van Alzheimer gesteld. Door deze ziekte heeft ze inmiddels moeite met het uitvoeren van haar persoonlijke zorg, maar ze wil dit wel het liefst zo zelfstandig mogelijk blijven doen. Fatima vertelt dat haar moeder veel moeite heeft om zich zelfstandig te kleden, omdat ze niet meer weet hoe ze deze alledaagse handeling in de juiste volgorde moet uitvoeren. Ze kan deze handeling met de juiste begeleiding en instructie wel zelfstandig uitvoeren, want ze heeft geen lichamelijke beperkingen.
Mieke vindt in haar theorieboeken informatie over de ziekte van Alzheimer en de gevolgen ervan voor de zorgvrager. Ze herkent een van de verschijnselen bij mevrouw Yilmaz, namelijk apraxie. Apraxie houdt in dat een zorgvrager willekeurige, doelgerichte handelingen niet meer kan uitvoeren. Het gaat hierbij om een handeling die de zorgvrager wel heeft aangeleerd en tot dusver altijd heeft kunnen uitvoeren. Mieke ziet bijvoorbeeld dat mevrouw Yilmaz haar haar kamt, maar de kam ondersteboven houdt. Daarnaast trekt ze wel haar schoenen aan, maar strikt ze niet de veters. Mieke trekt op basis van haar verzamelde informatie de volgende conclusie: 'Mevrouw Yilmaz kan zich niet zelfstandig kleden als gevolg van de ziekte van Alzheimer en apraxie. Ze kan deze handeling mogelijk wel uitvoeren met hulp en instructie van de verzorgende.'
Mevrouw Yilmaz en haar dochter Fatima
Stap 2: Vaststellen van zorgproblemen
Nadat de benodigde gegevens verzameld zijn, kun je gaan bepalen wat er aan de hand is. Je stelt als verzorgende een of meerdere zorgproblemen vast, waarbij je rekening houdt met de behoeften en wensen van de zorgvrager. In sommige zorgorganisaties, bijvoorbeeld in een organisatie voor mensen met een verstandelijke beperking, wordt het 'begeleidingsprobleem' of 'ondersteuningsbehoefte' genoemd. Hoewel de benaming anders kan zijn, gaat het in alle gevallen om het in kaart brengen van de ondersteuningsbehoefte of zorgvraag van de zorgvrager.
Casus
Onze conclusie
Mieke heeft haar conclusie besproken met haar collega's. Na dit gesprek formuleert zij het zorgprobleem: 'Mevrouw Yilmaz kan zich zonder begeleiding van de verzorgende niet zelfstandig kleden. Dit wordt veroorzaakt door de ziekte van Alzheimer en apraxie. Hierdoor kan zij de handeling niet in de juiste volgorde uitvoeren. Mevrouw Yilmaz heeft instructie van de verzorgende nodig om zich zelfstandig te kleden.' Mieke bespreekt dit zorgprobleem met mevrouw Yilmaz en haar dochter Fatima. Vervolgens noteert Mieke dit zorgprobleem in het zorgdossier van mevrouw Yilmaz. Het begin van het zorgplan voor mevrouw Yilmaz is gemaakt.
Als verzorgende werk je met verschillende soorten plannen:
ondersteuningsplan, in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking;
zorgplan, in het verpleeghuis;
begeleidingsplan, in de psychiatrie.
Al deze plannen hebben hetzelfde gemeen: je hebt met een zorgvrager te maken, en je moet bewust en in een logische volgorde een aantal stappen zetten die elkaar opvolgen om een bepaald doel te bereiken.
Stap 3: Vaststellen van zorgdoelen
In deze stap stel je samen met de zorgvrager (en eventueel het sociaal netwerk) vast wat jullie willen bereiken. Je formuleert in samenspraak een concrete omschrijving van de gewenste situatie, de doelen en het verwachte resultaat dat de zorgvrager wil bereiken. Hierbij is het belangrijk dat je een duidelijke tijdslimiet aangeeft. Je stelt een zorgdoel aan de hand van het zorgprobleem van de zorgvrager. Je zorgprobleem is de beginsituatie en het bereiken van het zorgdoel de eindsituatie. Als het zorgdoel bereikt is, is het zorgprobleem van de zorgvrager opgelost of verminderd. Je geformuleerde zorgdoel moet ook voor collega's, andere disciplines en de zorgvrager duidelijk maken wat met de geleverde zorg bereikt moet worden. Op deze manier kan iedereen op dezelfde manier zorg verlenen en zo de kwaliteit van zorg bevorderen.
Casus
Een team, een taak
Mieke heeft vastgesteld dat mevrouw Yilmaz in staat is zich te kleden met begeleiding en instructie van de verzorgende. Mevrouw Yilmaz begrijpt de instructies van de verzorgende en kan deze uitvoeren. Mieke formuleert het volgende zorgdoel in het zorgplan: Mevrouw Yilmaz kleedt zich over zeven dagen zelfstandig aan met begeleiding en instructie van de verzorgende. Mieke bespreekt het doel met haar collega's, mevrouw Yilmaz en haar dochter.
Stap 4: Plannen van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
Bij deze stap stel je vast welke handelingen er bij deze specifieke zorgvrager nodig zijn om het probleem, uitgewerkt in de vorm van een zorgprobleem, op te lossen en het gewenste zorgdoel te bereiken. Dergelijke handelingen worden in de beroepspraktijk zorg- en ondersteuningsactiviteiten genoemd. Je kunt ook de term interventies tegenkomen, daarmee wordt hetzelfde bedoeld. Voorbeelden van zorg- en ondersteuningsactiviteiten zijn:
uitleg of instructie geven;
helpen bij het wassen en aankleden;
het verzorgen van een wond;
troosten bij verdriet.
Als verzorgende bedenk en plan je zorg- en ondersteuningsactiviteiten om het zorgdoel samen met de zorgvrager te bereiken. Je zorg- en ondersteuningsactiviteiten kies je op basis van een zorgprobleem, maar ook andere factoren kunnen een grote rol spelen, zoals:
wensen van de zorgvrager en zijn naasten;
haalbaarheid (middelen, kosten);
je eigen competenties;
klinisch redeneren;
vakkennis;
praktijkervaring;
intuïtie (gevoelsmatige ingeving).
Vaak gebruik je deze verschillende factoren tegelijkertijd.
Casus
Vastleggen, de basis
Mieke heeft het zorgprobleem en het zorgdoel vastgelegd in het zorgplan. Om de juiste interventies te bepalen, heeft Mieke kennis nodig over de ziekte van Alzheimer, de gevolgen ervan voor de zorgvrager en welke benaderingswijze het meest geschikt is voor mevrouw Yilmaz. Mieke kiest zorg- en ondersteuningsactiviteiten die mevrouw Yilmaz helpen zich zelfstandig te kleden en noteert deze in het zorgplan:
De verzorgende vertelt mevrouw Yilmaz concreet wat er gaat gebeuren (u gaat zich aankleden).
De verzorgende helpt mevrouw Yilmaz bij het uitzoeken van haar kleding.
De verzorgende legt de kledingstukken in de juiste volgorde klaar op het bed.
De verzorgende vertelt mevrouw Yilmaz in stappen wat ze moet doen, ze wijst per stap het kledingstuk aan, benoemt het kledingstuk en zegt mevrouw Yilmaz wat ze ermee moet doen. De verzorgende doet de handeling eventueel voor.
De verzorgende herhaalt indien nodig de instructie en benadert mevrouw Yilmaz positief. Ze wijst haar daarom niet op fouten en geeft duidelijke complimenten over wat goed gaat.
De verzorgende geeft mevrouw Yilmaz de tijd om de handeling uit te voeren.
Stap 5: Uitvoeren van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
Bij deze stap voer je de geplande zorg- en ondersteuningsactiviteiten op het juiste moment uit. Dit moment hangt af van diverse factoren, bijvoorbeeld:
wensen van de zorgvrager zelf;
andere zorgvragers waarvoor je zorg draagt;
artsenvisites;
afspraken met andere disciplines;
pauzes.
Het uitvoeren van geplande zorg- en ondersteuningsactiviteiten doe je soms op basis van een bijbehorend protocol, maar niet alle zorg- en ondersteuningsactiviteiten verlopen zo precies volgens een protocol. Iedere zorgvrager is namelijk uniek. Dit betekent voor jou als zorgverlener dat je de zorg meestal niet op dezelfde wijze kunt verlenen bij diverse zorgvragers. Bij het uitvoeren van zorg-en ondersteuningsactiviteiten spelen je zintuigen opnieuw een belangrijke rol. Je bent namelijk in nauw contact met de zorgvrager en het is belangrijk dat je inzicht krijgt in het effect van de zorg- en ondersteuningsactiviteiten. Met dat inzicht kun je vaststellen of het effect van de activiteiten bij de gestelde zorgdoelen past. Het verloop, het resultaat van de uitvoering en/of eventuele bijzonderheden rapporteer je in het zorgplan.
Casus
Klaar voor de start
De volgende ochtend heeft Mieke weer dienst. Ze neemt ook nu weer de zorg voor mevrouw Yilmaz op zich, om de continuïteit van zorg te waarborgen. Ze loopt de kamer binnen van mevrouw Yilmaz, die nog slaapt. 'Goedemorgen mevrouw Yilmaz', zegt Mieke. Ze legt haar hand voorzichtig op de arm van mevrouw Yilmaz. Mevrouw Yilmaz doet langzaam haar ogen open. 'Dag meisje', zegt ze. Mieke geeft aan dat ze mevrouw Yilmaz gaat helpen om zich klaar te maken voor het ontbijt. Ze benoemt concreet dat mevrouw Yilmaz zich gaat aankleden. Samen lopen ze naar de kast. Mieke vraagt wat zij die dag aan wil. Mevrouw Yilmaz haalt een beige abaya (traditioneel gewaad) en een bijpassende hoofddoek uit de kast. Ook pakt zij ondergoed, een panty en rok met een bijpassende blouse uit de kast. Mieke legt de kledingstukken in de juiste volgorde op het bed en vertelt dat mevrouw Yilmaz zich aan mag kleden, waarbij ze de kledingstukken in de juiste volgorde aanwijst. Mieke wacht geduldig tot zij zich heeft aangekleed en complimenteert haar voor de wijze waarop ze dit gedaan heeft. 'U ziet er netjes uit en bent helemaal klaar voor het ontbijt!', zegt ze.
Stap 6: Evalueren van zorgproces
Je sluit het zorgproces af met de evaluatie. Je evalueert met je collega's, de zorgvrager en diens naasten hoe de interventies zijn verlopen en of de gewenste zorgdoelen bereikt zijn. Door dit met meerdere collega's te doen die betrokken zijn geweest bij het zorgproces van de betreffende zorgvrager, kun je de 'zorg' delen en kennis en ervaringen uitwisselen. Het kan namelijk zijn dat jouw collega's dingen zijn opgevallen tijdens een dienst, terwijl jij niet in de buurt was. Op deze manier hoef je niet alleen uit te gaan van je eigen observaties en interpretaties.
Bij het evalueren gaat het om het beoordelen van de resultaten van de gegeven zorg en de manier waarop je die resultaten hebt bereikt. Het belang van concrete doelen wordt in deze fase nog duidelijker: hoe concreter je je doelen geformuleerd hebt, des te beter je kunt evalueren of de doelen behaald zijn.
Als de doelen niet behaald zijn, blik je terug op de stappen van het zorgproces die je doorlopen hebt. Op deze wijze probeer je te achterhalen hoe het komt dat de doelen niet behaald zijn. Je stelt jezelf hierover kritische vragen, passend bij de stappen die je hebt doorlopen. Voorbeelden van vragen zijn:
Heb ik wel voldoende gegevens verzameld?
Heb ik de gegevens op de juiste manier geïnterpreteerd?
Is het zorgprobleem wel goed geformuleerd?
Zijn de gewenste zorg- en ondersteuningsactiviteiten wel passend geweest om het doel te realiseren?
Ook de zorgvrager kan hierbij een rol spelen. In hoeverre heeft de zorgvrager zich ingezet om de gewenste doelen te bereiken? Als een zorgvrager bijvoorbeeld zijn voorgeschreven medicijnen niet inneemt of geen energie wil steken in zijn revalidatieproces, kan dit logischerwijs leiden tot andere uitkomsten. Als een zorgvrager zich houdt aan de adviezen die hem zijn voorgeschreven, noem je dit therapietrouw.
De evaluatie zorgt er dus voor dat je steeds met de juiste informatie werkt. Je kunt dan waar nodig het zorgprobleem, de zorg, het zorgdoel en/of de zorg- en ondersteuningsactiviteiten bijstellen. Na stap 6 (de evaluatie) begin je vaak weer van voren af aan met het zorgproces, ofwel stap 1 Verzamelen van gegevens. Met andere woorden: het zorgproces is een cyclisch proces. Dit proces begint bij de opname van een zorgvrager en stopt als de zorg niet meer nodig is. De zorgvrager gaat bijvoorbeeld met ontslag of wordt overgeplaatst. Je beëindigt dan de zorgverlenersrelatie en het zorgproces rondom de zorgvrager houdt op.
De stappen van het zorgproces leg je vast in het zorgplan. Dit wordt aangelegd voor iedere zorgvrager. Op deze wijze worden alle gegevens van een zorgvrager overzichtelijk bij elkaar bewaard.
Twee verzorgenden evalueren een zorgsituatie
Casus
Missie gehaald?
Mieke evalueert dagelijks de zorgverlening die is gegeven aan mevrouw Yilmaz aan de hand van het zorgplan. Helpen de gekozen zorg- en ondersteuningsactiviteiten om het gewenste zorgdoel te behalen? Klopt het dat mevrouw Yilmaz met de gekozen zorg- en ondersteuningsactiviteiten zich zelfstandig en in de juiste volgorde aankleedt? Hoe reageert mevrouw Yilmaz op de gekozen benaderingswijze?
2 Het zorgplan als leidraad
2.1 Leidraad in de zorg
Het zorgplan is een belangrijk onderdeel van het zorgproces, omdat je dit als leidraad gebruikt voor de zorgverlening. In het zorgplan formuleer je in samenspraak met de individuele zorgvrager (en zijn naasten) de zorgdoelen en de daarbij behorende zorg- en ondersteuningsactiviteiten. Ook afspraken met andere disciplines en andere noodzakelijke acties staan erin. Als verzorgende zorg je voor de continuïteit van de zorg. Je stemt in je planning de afspraken met andere disciplines op elkaar af en zorgt dat ze passen in de dagstructuur van de zorgvrager. Je gebruikt bij het coördineren van de zorg eenzelfde werkwijze als bij het plannen van zorg. Het gaat om het organiseren en regelen in overleg met de zorgvrager.
Voorbeeld
Mevrouw Van Zevenaar (81) heeft de diagnose COPD (een ernstige chronische longaandoening) gekregen. Ze krijgt dagelijks hulp bij het douchen en ondersteuning bij de zware huishoudelijke taken. Zo houdt ze voldoende energie over voor licht huishoudelijk werk, wat ze graag doet. De verdeling actief zijn en rust nemen moet goed in balans blijven. Na inspanning gaat ze steeds een halfuurtje rusten. Vanwege klachten aan haar schouder komt drie keer per week de fysiotherapeut bij haar langs. De tijd bij mevrouw Van Zevenaar is zo ingedeeld dat ze kan rusten na hulp van de verzorgende bij het douchen. Pas daarna komt de fysiotherapeut.
Het zorgplan is een elektronisch document waarin de afspraken over de zorg voor de zorgvrager worden vastgelegd. Het zorgplan vormt de basis voor de te verlenen zorg. In het zorgplan leg je als zorgverlener de wensen, behoeften, voorkeuren, vragen en doelen van de zorgvrager vast. Daarbij heb je niet alleen aandacht voor de persoonlijke verzorging, maar kijk je naar alle aspecten die belangrijk zijn voor kwaliteit van leven van een zorgvrager.
Het zorgplan is een hulpmiddel om vraaggerichte zorgverlening te kunnen bieden aan zorgvragers. De individuele wensen van de zorgvrager staan centraal in het zorgplan; die vormen het uitgangspunt. Ieder mens is anders en daarom krijgt iedere zorgvrager een eigen en uniek zorgplan. In het zorgplan staat een uitgebreide omschrijving van de manier waarop de zorgvrager het eigen leven wil leiden en welke ondersteuning daarbij nodig is.
Is het zorgplan duidelijk en inzichtelijk, dan kunnen jij, je collega's en andere disciplines de zorg op een eenduidige manier uitvoeren. Het is dan bekend welke zorg waar en wanneer nodig is, welke doelstelling actueel is en welke doelstelling afgerond is.
Casus
Duidelijkheid voor alles
Kim Lee werkt in de zomer in verpleeghuis De Bestevaer, op de afdeling Eik. Ze heeft het afgelopen schooljaar met succes haar opleiding tot verzorgende-IG afgerond en is nu in afwachting van de start van haar opleiding tot verpleegkundige. Ze weet dat de zomer een drukke periode is en daarom is ze blij dat ze op haar oude stageplek een paar weken kan werken als gediplomeerd verzorgende-IG.
De afdeling Eik kende ze nog niet, ze had stage gelopen op Kastanje. Haar verwachtingen waren hooggespannen, want ze wist dat het op Kastanje goed geregeld is met de zorgplannen van de zorgvragers. Tot haar opluchting blijkt dat ook het geval op de afdeling Eik. Alles is onlangs nog bijgewerkt, alle zorgplannen lijken compleet en actueel. Ze stelt vast dat ze op een goed adres werkt.
2.2 Redeneerhulpmiddelen
Het opstellen van een zorgplan is een van je taken als verzorgende. Als je dat goed doet, dan draag je bij aan kwalitatief goede zorg. Als verzorgende heb je, net als de verpleegkundige, over het algemeen het meeste contact met de zorgvragers. Tijdens dit contact signaleer en observeer je allerlei zaken. Daaruit trek je conclusies en je rapporteert erover. Je observaties kunnen te maken hebben met zelfzorg, mantelzorg, ziekte en gezondheid.
De laatste jaren wordt er steeds meer gesproken over klinisch redeneren. Als verzorgende gebruik je hiervoor redeneerhulpmiddelen. Het klinisch redeneren richt zich vooral op gezondheid en ziekte. Je verzamelt systematisch gegevens over vragen en problemen van een zorgvrager, over zijn gezondheid en ziekte. Deze gegevens koppel je aan je medische kennis. Op deze wijze beredeneer je welke vervolgstappen je moet nemen, bijvoorbeeld welke zorg nodig is, welke zorg je zelf kunt geven en welke andere disciplines je moet inschakelen.
Uitleg
Klinisch redeneren is het proces van het koppelen van je eigen observaties en interpretaties aan je medische kennis, om zo te beredeneren welke volgende stappen je moet nemen.
Klinisch redeneren vraagt van jou als verzorgende dat je kritisch blijft denken. In elke fase van het zorgproces kijk je naar de verzamelde gegevens. Tijdens de uitvoering van de zorg ga je na of de verzamelde gegevens nog overeenkomen met de huidige situatie. Dit proces van monitoren (het in de gaten houden van eventuele veranderingen in de gezondheidstoestand) hoort bij het klinisch redeneren.
Alle uitgevoerde zorg- en ondersteuningsactiviteiten hebben invloed op de situatie van de zorgvrager. De eventuele veranderingen zijn informatie, ofwel gegevens die je als verzorgende verzamelt.
Het zal duidelijk zijn dat het bij aanvang van de opleiding niet mogelijk is om deskundig te zijn in het klinisch redeneren. Kennis en veel ervaring zijn nodig om je hierin te bekwamen.
Casus
Mevrouw De Keizer is even 'afwezig'
Janneke doet haar eerste BPV in het zorgcentrum. Ze is bij het echtpaar De Keizer. Meneer De Keizer vertelt dat hij vanmorgen erg geschrokken is. Zijn vrouw wilde hem wat vertellen, maar ineens kwam ze niet meer uit haar woorden. Het leek ook of ze in het 'niets' staarde. 'Na een minuut of tien was gelukkig alles weer normaal', zegt hij tegen Janneke. 'O, gelukkig', reageert Janneke. 'Als het nog een keer voorkomt, is het misschien toch beter dat u even op het alarm drukt. Vindt u het nodig dat ik de teamleider hierover informeer?'
Het echtpaar De Keizer in gesprek met Janneke
Casus
Mevrouw De Keizer heeft een TIA
Irma werkt al vijf jaar als verzorgende in het zorgcentrum. Ze is bij het echtpaar De Keizer. Meneer De Keizer vertelt dat hij vanmorgen erg geschrokken is. Zijn vrouw wilde hem wat vertellen, maar ineens kwam ze niet meer uit haar woorden. Het leek ook of ze in het 'niets' staarde. 'Na een minuut of tien was gelukkig alles weer normaal', zegt hij tegen Irma. 'Goed dat u dit mij vertelt', reageert Irma. 'Hoe gaat het nu mevrouw, voelt u zich inderdaad weer 100 procent?' 'Nou dat nog niet helemaal, ik ben nog een beetje licht in het hoofd.' 'Mag ik uw pols even voelen?' Irma observeert dat de pols aan de hoge kant is. 'Mevrouw De Keizer, vindt u het goed dat ik de bloeddruk even meet?' 'Prima hoor.' Irma meet een bloeddruk van 180/105. De gegevens die Irma nu verzameld heeft, doen haar denken aan een tijdelijke doorbloedingsstoornis in de hersenen (TIA). 'Mevrouw De Keizer, het lijkt me verstandig dat ik de arts informeer over wat u overkomen is.'
2.3 Continuïteit
Je rapportage is een belangrijk hulpmiddel bij de coördinatie en het waarborgen van de continuïteit. Je krijgt zicht op de zorgvrager en de voortgang van het zorgproces, als elke betrokkene rapporteert over de verleende zorg, het resultaat ervan, de behaalde en te behalen doelen en vragen. Je kunt dan ook gerichter terugkijken op het doorlopen proces en het resultaat.
Om het zorgplan aan te laten sluiten bij de zorgvrager, wordt uitgegaan van het gehele leven van de zorgvrager, gebaseerd op vier levensdomeinen. Deze vier levensdomeinen vormen de basis van het zorgplan en zijn:
het mentale welbevinden van de zorgvrager als persoon;
het lichamelijke gevoel van welbevinden en gezondheid;
daginvulling volgens eigen interesse en onderhouden van sociale contacten (participatie);
de woon- en leefomstandigheden.
De verzorgende en de zorgvrager (of zijn vertegenwoordiger) bepalen samen hoe de zorg georganiseerd en uitgevoerd wordt. De afspraken hierover worden vastgelegd in het zorgplan. Daarin staat duidelijk omschreven welke zorg de zorgvrager krijgt, wanneer en met welk doel. Binnen zes weken vanaf de start van de zorg moet het zorgplan zijn gemaakt. Tijdens het verblijf van de zorgvrager bij de zorgorganisatie, wordt het zorgplan minimaal om de zes maanden besproken met de zorgvrager en/of zijn vertegenwoordiger.
2.4 Doelen van een zorgplan
Een zorgplan heeft diverse doelen:
Duidelijke afspraken tussen zorgvrager en beroepsbeoefenaren over de individuele verzorging.
De zorgverlening uitvoeren volgens de afspraken (beroepsbeoefenaren houden zich aan de afspraken).
Het vastleggen van prioriteit (belangrijkheid) in de zorgverlening.
De coördinatie van verrichtingen bij of gesprekken met de zorgvrager (afstemming tussen verschillende beroepsbeoefenaren).
De evaluatie van (de doelen van) de verzorging.
Het inzichtelijk maken van afspraken tussen zorgvrager, zorgverlening en indicatiestelling (CIZ) vanuit de Wlz en/of wijkverpleegkundige vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw).
De zorgvrager neemt actief deel aan het opstellen van het zorgplan. Als verzorgende doe je voorstellen aan de zorgvrager. Samen kijken jullie naar antwoorden op de zorgvraag en nemen daarin de indicatiestelling van het CIZ en/of de wijkverpleegkundige mee. Na het bespreken van het zorgplan wordt de zorgvrager gevraagd het zorgplan te ondertekenen. De zorgvrager geeft hierdoor toestemming voor de uitvoering van het zorgplan. Dit gezamenlijk opstellen en doorspreken van een zorgplan biedt de zorgvrager en verzorgende-IG een aantal voordelen:
de zorgvrager krijgt precies in beeld wat er gaat gebeuren;
de zorgvrager krijgt duidelijkheid over het doel van bepaalde zorg of een behandeling;
de verzorgende gaat methodisch te werk, waardoor ze de zorg efficiënter kan uitvoeren;
er is een overzicht van de activiteiten, hoelang deze duren en wanneer anderen dit overnemen;
er is een middel om de gegeven zorg te beoordelen.
In het hele zorgproces staat het zorgplan centraal. Het is een hulpmiddel om te komen tot optimale zorgverlening. Het zorgproces is het geheel van het vaststellen, geven en evalueren van zorg.
3 Gebruikmaken van ICT voor het zorgplan
Smartphones, slimme meters, thuisbankieren en online winkelen: het gebruik van ICT en digitale gegevens is in het dagelijks leven normaal geworden. Dat geldt voor zowel de zorgvrager als voor jou als verzorgende-IG. Mensen worden steeds vaardiger in het omgaan met ICT en het werken in een digitale omgeving. In veel zorgorganisaties is het gebruik van een ECD volledig ingeburgerd.
Het gebruik van ICT bij de zorgverlening en het (mede) opstellen van een zorgplan, is een logische stap geweest. De ontwikkelingen op het gebied van het ECD zijn nog in volle gang. Het gebruik van een ECD vergroot de mogelijkheid om de kwaliteit en doelmatigheid van de zorgverlening te bewaken en vast te leggen.
De keuze voor een ECD ligt bij de zorgorganisatie. De organisatie zal bij de overweging om het ECD in te zetten, kijken naar bijvoorbeeld de eigen visie, de toegankelijkheid van de gegevens voor de zorgvrager en het gebruiksgemak voor de zorgverlener.
3.1 ECD of EPD?
Of het om een elektronisch cliëntendossier (ECD) of elektronisch patiëntendossier (EPD) gaat, heeft te maken met de zorgsector. Bij het ECD ligt de nadruk op verzorgen, ondersteunen of verplegen. De zorgverlening is gericht op 'care' (Engels voor zorg). Een zorgplan vormt vaak het hart van het ECD.
Bij het EPD ligt de nadruk op het verlenen van zorg die aanvullend is op medische ingrepen. De zorgverlening is gericht op 'cure' (Engels voor genezen). Het EPD wordt meestal in ziekenhuizen of revalidatiecentra gebruikt. Een behandelplan vormt vaak het hart van het EPD.
Als verzorgende zul je vaak werken bij zorgorganisaties die gericht zijn op care, zoals organisaties voor de verpleeghuiszorg, thuiszorg of zorg voor mensen met een beperking. In deze zorgorganisaties wordt veelal gekozen voor de term ECD.
3.2 Het technische aspect van het ECD
Een ECD is anders dan het 'ouderwetse' papieren dossier, waarvan vaak mappen in een centrale ruimte werden opgeslagen. De opslag van een ECD begint bij een centrale opslagplaats voor digitale data. Dit zijn vaak gebouwen waar heel veel computers staan om deze data te verzamelen en weer uit te geven, zogenoemde servers. Op de servers staan alle digitale gegevens van de zorgvrager die een eigen ECD heeft gekregen. Alle gegevens die je als verzorgende invoert in het dossier, komen op een server te staan en blijven zodoende beschikbaar voor gebruik.
Het opslaan en gebruiken van gegevens is gebonden aan wetgeving. Het beschermen van persoonsgegevens is vastgelegd in diverse wetten. Voor het gebruik (opslaan en uitwisselen) van digitale gegevens van zorgvragers is er een wet: de Wet cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens in de zorg.
Als een zorgorganisatie een ECD gaat gebruiken, zal daar een technisch aspect aan verbonden zijn. De organisatie moet nadenken over het gebruik van computers, zowel vaste computers op diverse werkplekken, als draagbare computers (laptops, tablets). In diverse zorgorganisaties is het gebruik van tablets en smartphones al de normaalste zaak van de wereld.
De software voor het ECD wordt geleverd door gespecialiseerde bedrijven, waarvan velen zich specifiek richten op de zorg. De ECD's kunnen volledig op maat gemaakt worden, naar de wensen van de organisatie.
Casus
Cas heeft online contact met meneer Overschie
Het is maandagochtend en Cas zal vandaag zorg gaan bieden aan meneer Overschie, een zelfstandig wonende man van 86 jaar. Sinds meneer Overschie zorg ontvangt van de thuiszorgorganisatie, heeft hij een eigen elektronisch cliëntendossier. Dit dossier is voor meneer Overschie volledig toegankelijk via zijn eigen iPad, die hij samen met zijn zoon heeft leren gebruiken.
Meneer Overschie is volledig op de hoogte van de werking van zijn eigen ECD. Hij maakt graag gebruik van de speciale chatfunctie die erin is verwerkt, om contact te houden met de zorgverleners. Langs deze weg zoekt hij op deze ochtend contact met Cas, waarvan hij weet dat hij 's middags langs zal komen om de vitale gegevens op te nemen. Meneer Overschie wil Cas laten weten dat hij vanmiddag bezoek heeft en dus niet alleen zal zijn. Hij schrijft zijn bericht aan Cas en Cas ontvangt dat op zijn eigen tablet. Cas ziet dan een bericht vanuit het ECD, dat er een nieuw bericht is van een zorgvrager. Zo gauw hij in de gelegenheid is, leest hij het bericht van meneer Overschie. Zo komt hij 's middag goed geïnformeerd aan bij meneer Overschie.
Meneer Overschie kijkt samen met zijn zoon in zijn digitale dossier
3.3 Waarom een ECD gebruiken?
Steeds meer zorgorganisaties stappen over naar het werken met een ECD. Daarvoor heeft elke organisatie zijn eigen redenen en voorwaarden. Een belangrijke reden voor het gebruik van een ECD is de mogelijkheid van uitwisseling van gegevens. In de huidige, digitale, maatschappij gaat dat steeds eenvoudiger en sneller. Dit kan ook veilig en vertrouwd. De eerder genoemde wetgeving ziet vooral hierop toe: op de veiligheid van de overdracht van gegevens.
Het gebruik van een ECD is niet meer weg te denken uit de zorg. Deze ontwikkeling is er en zal zich alleen maar verbreden en verdiepen, met steeds meer mogelijkheden. Het is dan ook een groot voordeel om het zorgproces, in alle stappen, te ondersteunen met de digitale technieken van tegenwoordig.
Voorbeeld
Bij het verzamelen van gegevens horen ook de vitale functies, zoals bloeddruk en hartslag. Vóór het gebruik van het ECD werden deze gegevens vaak eens per zoveel dagen opgenomen, opgeschreven en in een papieren dossier opgeslagen. Tegenwoordig kun je als verzorgende met een digitale bloeddrukmeter de meting verrichten, waarna de gegevens direct, digitaal, verwerkt worden in het ECD van de zorgvrager. Door de hedendaagse techniek worden daardoor minder fouten gemaakt en staan de gegevens direct op de juiste plaats in het dossier.
Er zijn vele redenen waarom een ECD wordt gebruikt. Hier volgt een opsomming van de belangrijkste redenen met daarna een korte uitleg per reden:
zorgproces is leidend;
centrale plek voor gegevens;
hergebruik van gegevens;
eenmalige invoer;
multidisciplinaire uitwisseling;
kwaliteitverhogend (standaardisatie);
mogelijkheid tot onderzoek.
Zorgproces is leidend
Het zorgdossier geeft richting aan je zorg als verzorgende en de medische behandeling die een zorgvrager nodig heeft, of heeft ondergaan voor zijn gezondheidsproblemen. Het zorgproces gebruik je om de zorg inzichtelijk te maken. De onderdelen van dit zorgproces kun je herkennen in het ECD.
Centrale plek voor gegevens
In het ECD worden alle gegevens rondom de zorgvrager samengebracht op een logische plek. Het ECD omvat bijvoorbeeld algemene gegevens van de zorgvrager, zoals naam, adres en burgerlijke staat. Ook de medische voorgeschiedenis is zichtbaar. Voor jou als verzorgende is dit belangrijk, want je kunt dan zien of een zorgvrager eerder zorg heeft gehad en zo ja, waarvoor. Deze voorgeschiedenis kan een belangrijke rol spelen bij de huidige zorgverlening.
In het medicatieoverzicht kun je precies zien welke medicatie een zorgvrager al dan niet heeft gebruikt. Doordat het medicatieoverzicht digitaal is, is er minder de kans op het maken van leesfouten: je hoeft bijvoorbeeld niet het handschrift van je collega te ontcijferen en interpreteren.
Op het moment dat de zorgvrager een onderzoek krijgt, bijvoorbeeld een bloedonderzoek, wordt de uitslag door de uitvoerende zorgprofessional ingevoerd. Deze informatie is daardoor voor jou als verzorgende meteen in te zien. Er is sprake van een efficiënte en transparante communicatie.
Casus
De revalidatie van meneer Ramcharan
Meneer Ramcharan is voor revalidatie opgenomen op de afdeling van verzorgende Bas. Als Bas overleg heeft gehad met de fysiotherapeut over het helpen bewegen van meneer Ramcharan, zorgt hij ervoor dat dit nauwkeurig in het zorgdossier komt te staan. Bas weet namelijk dat deze informatie gezien wordt door zowel zijn collega's op de afdeling, als de arts en fysiotherapeut. Op basis van de afspraken kunnen diverse disciplines hun rapportage schrijven, zodat duidelijk wordt of de revalidatiedoelen behaald worden.
Hergebruik van gegevens
Het aantal mensen dat meer dan eens wordt opgenomen in een zorgorganisatie groeit. Een reden hiervoor is de toename van het aantal chronisch zieken in Nederland. Het zorgplan in het ECD is tijdbesparend. Informatie uit een vorige intake kun je weer gebruiken bij een nieuwe opname. Daarnaast kunnen gegevens van opnames in bijvoorbeeld een ziekenhuis, je inzicht geven in de vraag hoe de zorgvrager reageert op bepaalde zorg- en ondersteuningsactiviteiten.
Eenmalige invoer
Gegevens die niet of niet vaak veranderen, voer je eenmalig in een ECD in en hoef je alleen bij wijziging te corrigeren. Denk hierbij aan de persoonsgegevens van de zorgvrager, maar ook aan verzekeringsgegevens en gezinsinformatie.
Multidisciplinaire uitwisseling
Tijdens het uitvoeren van werkzaamheden werk je als verzorgende samen met andere disciplines. Dit zijn zorgprofessionals uit andere beroepsgroepen. Voorbeelden van die disciplines zijn verpleegkundigen, artsen, fysiotherapeuten, diëtisten, logopedisten, ergotherapeuten, sociaalagogisch medewerkers en helpenden. Je werkt dus in teamverband. Met je team zorg je ervoor dat de zorgvrager 24 uur per dag, 7 dagen per week de benodigde zorg krijgt. Je bent dan ook samen verantwoordelijk voor het bieden van zorg en ondersteuning in het zorgproces (kerntaak 1) en het werken aan organisatie- en professiegebonden taken (kerntaak 2).
Het ECD maakt het mogelijk om eenvoudig informatie uit te wisselen met andere disciplines. De informatie is snel beschikbaar via een netwerkcomputer. In zo'n netwerk kun je vanaf elke computer in een zorgorganisatie het ECD lezen. Voor alle disciplines die betrokken zijn bij het zorgdossier van de zorgvrager, is het zorgplan gemakkelijk in te zien. Het ECD wordt intramuraal ingezet om op deze manier samenwerken te vergemakkelijken.
Extramuraal zet deze ontwikkeling van het delen van het ECD zich ook door. Huisartsen en beroepsbeoefenaren in de ketenzorg hebben steeds vaker inzage in het ECD van de zorgvrager. Coördineren van zorg en multidisciplinair samenwerken worden op deze manier bevorderd. De zorgvrager blijft wel altijd in regie, de zorgvrager kan vanaf juli 2020 aangeven welke gegevens wel of niet door welke (categorieën van) zorgverleners mogen worden ingezien (gespecificeerde toestemming). Voor alle duidelijkheid: het gaat altijd uitsluitend om zorgverleners waarmee de zorgvrager (dan) een behandelrelatie heeft. Andere zorgverleners mogen zijn gegevens niet inzien.
Multidisciplinaire uitwisseling van gegevens
Casus
Tijd is geld
Meneer Samuels is opgenomen in het verpleeghuis in verband een verergering van zijn reuma. De fysiotherapeut, die in consult is gevraagd bij de behandeling, bekijkt vanaf zijn werkplek de fysiotherapie in het ECD van meneer Samuels. Meneer Samuels heeft hier, toen hij nog zorg thuis kreeg, al toestemming voor gegeven. Zonder ECD zou de fysiotherapeut op de afdeling van meneer Samuels het 'papieren' zorgdossier moeten gaan lezen. Het ECD bespaart op deze manier tijd.
Kwaliteitverhogend (standaardisatie)
Met ICT kun je het zorgproces voor een deel automatiseren in het ECD. Je hoeft namelijk in de praktijk niet elk zorgprobleem, elk doel en elke zorg- en ondersteuningsactiviteit steeds opnieuw te formuleren voor iedere individuele zorgvrager. Vaak is er in de zorgorganisatie een standaardzorgplan dat je kunt gebruiken als uitgangspunt bij het samenstellen van de individuele zorg. Standaardisatie betekent een eenduidige omschrijving van gegevens, besliscriteria en processen. Standaardisatie zorgt ervoor dat jij en je collega's meer gestuurd worden om dezelfde werkwijze te hanteren. Als alle verzorgenden rondom de zorg voor een zorgvrager dezelfde werkwijze hanteren, dan vergroot dit de kwaliteit van het zorgplan en dus van de zorg. Deze standaardzorgplannen bevatten over het algemeen ook achtergrondinformatie over bijbehorende verpleegkundige diagnosen of medische diagnosen, waardoor je het naslagwerk binnen handbereik hebt.
Een standaardzorgplan is een zorgplan dat een basis vormt voor een grote groep zorgvragers. Het is ontworpen voor zorgvragers die allemaal een gemeenschappelijk kenmerk hebben. Je kunt hierbij denken aan:
hetzelfde ziektebeeld, bijvoorbeeld diabetes mellitus (suikerziekte);
dezelfde medische behandeling, bijvoorbeeld insuline-injecties;
hetzelfde zorgprobleem, bijvoorbeeld kennistekort over het omgaan met diabetes mellitus en insulinebehandeling.
Niet voor alle zorgvragers is een standaardzorgplan geschikt. Het kan zijn dat een zorgvrager behoefte heeft aan bepaalde zorg of ondersteuning, waaraan de gemiddelde zorgvrager met hetzelfde ziektebeeld juist geen behoefte heeft.
Het standaardzorgplan heeft de volgende functies:
Het vergemakkelijken van het opstellen van een individueel zorgplan voor een zorgvrager, waarbij een standaardzorgplan het uitgangspunt is bij het vaststellen van een individueel zorgplan. Je hoeft het standaardzorgplan dus alleen maar aan te passen. Het kan in ieder geval nooit een individueel zorgplan vervangen. Wees dus alert op de individuele mogelijkheden en behoeften van de zorgvrager.
Het beschrijven van de (meest geschikte) uit te voeren zorg- en ondersteuningsactiviteiten, waardoor voor iedereen inzichtelijk is wat je als verzorgende-IG precies doet in een bepaalde situatie.
Een zorgplan is een combinatie van een standaard aangevuld met individuele mogelijkheden en behoeften van de zorgvrager.
Mogelijkheid tot onderzoek
Het digitaal vastleggen van de gegevens rondom het zorgproces, maakt het mogelijk om (wetenschappelijk) onderzoek te doen. Voor zowel de verpleegkundige beroepsgroep als voor de verzorgende-IG beroepsgroep, is het belangrijk om gebruik te maken van het recentste en beste bewijsmateriaal (evidence based, vaak vastgelegd in protocollen en voorschriften), en van de eigen ervaringen als individueel zorgprofessional (best practice). Op deze manier kun je gewetensvolle en kundige beslissingen nemen voor zorgvragers waar jij de verantwoordelijkheid voor draagt. Dit alles moet plaatsvinden in nauwe samenspraak met de zorgvrager, door ook zijn voorkeuren, wensen en verwachtingen mee te nemen. Deze manier van zorg verlenen noem je evidence-based practice .
Inleiding 1 Wat is het zorgproces? 1.1 Cyclisch zorgproces 1.2 Stappen in het zorgproces 2 Het zorgplan als leidraad 2.1 Leidraad in de zorg 2.2 Redeneerhulpmiddelen 2.3 Continuïteit 2.4 Doelen van een zorgplan 3 Gebruikmaken van ICT voor het zorgplan 3.1 ECD of EPD? 3.2 Het technische aspect van het ECD 3.3 Waarom een ECD gebruiken?














1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

zorgproblemen en zorgdoelen
Inleiding
In dit hoofdstuk komen de stappen van het zorgproces aan bod. Per stap wordt uitgelegd wat het doel is en wat er van jou als verzorgende verwacht wordt. Een belangrijke vaardigheid bij het doorlopen van deze stappen is klinisch redeneren.
1 Wat is het zorgproces?
Het zorgproces is de manier waarop zorgverleners in de huidige zorgverlening, samen met de zorgvrager, de gewenste zorg bepalen en organiseren. Het zorgproces vindt plaats door gebruik te maken van een bepaalde werkwijze, een methode. Je kunt het zorgproces zien als een opeenvolging van stappen waarbinnen diverse activiteiten plaatsvinden. Deze stappen zorgen ervoor dat op een methodische manier zorg kan plaatsvinden, in overeenstemming met de behoeften en wensen van de zorgvrager.
1.1 Cyclisch zorgproces
Het zorgproces is een cyclisch zorgproces. Dat wil zeggen dat het uit een reeks activiteiten (stappen) bestaat, die in een bepaalde volgorde plaatsvinden (proces). Dit proces wordt herhaald (cyclus).
Het zorgproces kent zes stappen die een kringloop vormen met een begin en een einde, waarbij het proces steeds opnieuw dezelfde cyclus doorloopt. Deze cyclus begint bij stap 1 Verzamelen van gegevens, en eindigt bij stap 6 Evalueren van zorgproces. Op basis van de gegevens uit stap 6 wordt stap 1 opnieuw gezet en vervolgt het proces de cyclus.
Het zorgproces kan stoppen, de cyclus kan eindigen, bijvoorbeeld als de zorgvrager de zorgverlening niet meer nodig heeft, als hij overgeplaatst wordt naar een andere zorgorganisatie, of als hij komt te overlijden.
Voorbeeld
Mevrouw Groothuijsen heeft in het ziekenhuis een operatie aan het hart ondergaan. Er is een bypass aangelegd, een omleiding van een kransslagader. Na een korte periode in het ziekenhuis gaat ze verder revalideren in een verpleeghuis. Haar elektronisch cliëntendossier (ECD) wordt van het ziekenhuis overgedragen aan het verpleeghuis, met toestemming van mevrouw Groothuijsen. Hierdoor wordt het cyclisch proces van de zorg ook overgedragen en zullen ze in het verpleeghuis opnieuw gegevens gaan verzamelen.
Veranderingen in de gezondheidstoestand van zorgvragers komen regelmatig voor. Na een verandering in de gezondheidstoestand kan ook een verandering optreden in de zorgbehoeften of wensen van de zorgvragers. De te verlenen zorg heeft dan aanpassing nodig. Door veranderingen in het zorgproces start opnieuw het verzamelen van gegevens, waarna de cyclus zich kan herhalen.
Alle stappen in het zorgproces zijn van even groot belang en dienen voortdurend op elkaar afgestemd te worden.
Cyclisch zorgproces
Om het cyclisch zorgproces te verduidelijken, volgen hier twee voorbeelden.
Voorbeeld
Een zorgvrager wassen
Verzamelen van gegevens
De rechterhand van de zorgvrager is verlamd geraakt na een herseninfarct. De zorgvrager heeft geen gevoel en spierkracht in zijn rechterhand. De zorgvrager was rechtshandig.
Vaststellen van zorgproblemen
De zorgvrager is niet in staat om met zijn rechterhand zijn bovenlichaam te wassen en af te drogen. De zorgvrager wil zichzelf zo zelfstandig mogelijk wassen.
Vaststellen van zorgdoelen
De zorgvrager wast binnen tien weken zelfstandig zijn bovenlichaam.
Plannen van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
De zorgvrager ondersteunen om met zijn linkerhand zijn bovenlichaam te wassen.
De zorgvrager stimuleren om met zijn linkerhand zijn bovenlichaam te wassen.
De verzorgende biedt, waar nodig, ondersteuning bij het wassen van het bovenlichaam.
De verzorgende wast en droogt het gezicht, de rug en het onderlichaam van de zorgvrager.
Dagelijkse rapportage.
Uitvoeren van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
De zorgvrager wast, binnen zijn vermogen, het bovenlichaam met de linkerhand.
De verzorgende voert de zorg- en ondersteuningsactiviteiten uit volgens de planning.
De verzorgende observeert de zorgvrager gedurende de uitvoering van de zorgverlening.
De verzorgende rapporteert de uitgevoerde activiteiten.
Evalueren van zorgproces
In de evaluatie worden de volgende vragen besproken:
Kan de zorgvrager zelfstandig het bovenlichaam wassen met de linkerhand?
Kan de verzorgende de zorgvrager stimuleren om ook andere lichaamsdelen zelfstandig te wassen met de linkerhand?
Hoe heeft de zorgvrager het wassen met de linkerhand ervaren?
Is de zorgvrager bereid om het zelfstandig wassen uit te breiden naar andere delen van het lichaam?
Voorbeeld
Een wond bij de zorgvrager verzorgen
Verzamelen van gegevens
De zorgvrager heeft een wond op zijn stuit van ongeveer 5 bij 5 cm.
De kleur van de wond is rood.
De wond is ongeveer 1 cm diep.
Vaststellen van zorgproblemen
De zorgvrager heeft in korte tijd een grote wond op zijn stuit gekregen, waarschijnlijk ontstaan door het langdurig in bed liggen.
Vaststellen van zorgdoelen
De wond van de zorgvrager is binnen zes weken genezen.
Plannen van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
Eenmaal in de week vind er overleg plaats met de arts over de behandeling van de wond.
De verzorgende-IG zal de wond eenmaal per dag verzorgen volgens protocol.
Eenmaal per dag wordt de wond gecontroleerd door de verzorgende.
Dagelijkse rapportage van de wondverzorging in het zorgdossier.
Uitvoeren van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
De verzorgende bespreekt de wondverzorging met de zorgvrager.
De verzorgende verzorgt dagelijks de wond van de zorgvrager volgens protocol.
De verzorgende inspecteert dagelijks de wond.
De verzorgende overlegt eenmaal per week de voortgang van de wondgenezing met de arts.
De verzorgende rapporteert dagelijks de toestand van de wond in het zorgdossier.
Evalueren van zorgproces
In de evaluatie worden de volgende vragen besproken:
Hoe groot en hoe diep is de wond?
Wat is de kleur van de wond?
Wat is de mening van de zorgvrager over de geleverde wondzorg?
Door het volgen van de stappen in het cyclisch proces, werkt de verzorgende-IG methodisch en systematisch. Deze manier van werken heeft de volgende voordelen:
De kans op het maken van fouten neemt af, omdat je meer inzicht hebt in wat er gebeurt of moet gebeuren.
Je kijkt vooruit naar de te verlenen zorg.
De zorgvrager en de verzorgende-IG weten wat er verwacht mag worden van de zorgverlening.
Het beroepsmatig handelen wordt geëvalueerd en kan zo nodig verbeterd worden.
1.2 Stappen in het zorgproces
Om als verzorgende efficiënt en effectief te kunnen werken, ga je eerst na welke zorg en ondersteuning de zorgvrager nodig heeft en hoe je deze hulp het best kunt geven. Vervolgens ga je de zorgvrager op methodische wijze voorzien van passende zorg. Je kunt verzorgen dan ook een proces noemen. Het zorgproces is een vaste opeenvolging van zes stappen in de zorgverlening en heeft een cyclisch karakter. De eerste stap omvat het verzamelen van gegevens van en over de zorgvrager. Deze stap loopt door tot het evalueren van de geleverde zorg en daarna begint het proces eventueel opnieuw. Elke stap levert informatie op voor de volgende stap. De zes stappen van het zorgproces zijn:
Verzamelen van gegevens
Vaststellen van zorgproblemen
Vaststellen van zorgdoelen
Plannen van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
Uitvoeren van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
Evalueren van zorgproces
Als verzorgende-IG ben je verantwoordelijk voor de zelfstandige uitvoering van het zorgproces.
Casus
Een nieuwe stap in het leren
Mieke doet haar BPV op de psychogeriatrische afdeling in een verpleeghuis. Ze is op school druk bezig met de theorie over het zorgproces. Ze vindt het op school lastig om zich een voorstelling te maken van de uitvoering in de praktijk. Ze bespreekt de stap van theorie naar praktijk met haar praktijkbegeleider Jolanda. 'Het wordt dus tijd om die theorie toe te passen op je afdeling', concludeert Jolanda aan het eind van het gesprek. Jolanda vertelt dat morgenmiddag mevrouw Yilmaz wordt opgenomen. Ze geeft Mieke de opdracht om deze opname onder begeleiding van haar werkbegeleider uit te voeren. 'Want', legt Jolanda uit, 'het zorgproces begint bij de opname van een zorgvrager.' Mieke vindt het een spannende uitdaging en gaat direct aan de slag met de voorbereiding van deze opname. Ze zal in het intakegesprek gegevens verzamelen, maar moet van tevoren een aantal zaken bedenken. Waarover wil ze gegevens verzamelen en welke vragen zijn dan relevant om te stellen?
Stap 1: Verzamelen van gegevens
De eerste stap van het zorgproces begint bij de opname van de zorgvrager. Het verzamelen van gegevens staat hierbij centraal. Gegevens verzamel je, onder andere, door het stellen van vragen. Vaak wordt hierbij een standaardvragenlijst gebruikt. Het gesprek wordt meestal een intakegesprek genoemd. Tijdens het gesprek kijk je ook goed naar de zorgvrager, je observeert. Het observeren doe je met gebruik van al je zintuigen (kijken, luisteren, voelen, ruiken, proeven).
Vervolgens interpreteer je de verzamelde gegevens. Dit betekent dat je antwoord geeft op het volgende: welke betekenis hebben deze gegevens en wat zeggen ze over de zorgvrager? Als verzorgende heb je deze gegevens nodig om de inhoud van de zorgvraag te bepalen. Het verzamelen van gegevens is een zeer belangrijke stap. Als je deze stap niet volledig of onjuist zet, kun je gegevens missen of overslaan en is niet duidelijk welke zorg je moet verlenen. Het is dan ook niet duidelijk hoe je deze zorg kunt verlenen en welk resultaat je mag verwachten. Kortom: als je onvoldoende of onjuiste gegevens verzamelt, dan verloopt het zorgproces niet goed. Het zorgproces helpt je om je werk methodisch en systematisch aan te pakken.
Casus
Tijd voor het intakegesprek
Mieke voert vandaag het intakegesprek met mevrouw Yilmaz. Ze wordt opgenomen op de psychogeriatrische afdeling van het verpleeghuis waar Mieke werkt. Ze wordt tijdens de opname begeleid door haar dochter Fatima. Bij mevrouw Yilmaz is de diagnose ziekte van Alzheimer gesteld. Door deze ziekte heeft ze inmiddels moeite met het uitvoeren van haar persoonlijke zorg, maar ze wil dit wel het liefst zo zelfstandig mogelijk blijven doen. Fatima vertelt dat haar moeder veel moeite heeft om zich zelfstandig te kleden, omdat ze niet meer weet hoe ze deze alledaagse handeling in de juiste volgorde moet uitvoeren. Ze kan deze handeling met de juiste begeleiding en instructie wel zelfstandig uitvoeren, want ze heeft geen lichamelijke beperkingen.
Mieke vindt in haar theorieboeken informatie over de ziekte van Alzheimer en de gevolgen ervan voor de zorgvrager. Ze herkent een van de verschijnselen bij mevrouw Yilmaz, namelijk apraxie. Apraxie houdt in dat een zorgvrager willekeurige, doelgerichte handelingen niet meer kan uitvoeren. Het gaat hierbij om een handeling die de zorgvrager wel heeft aangeleerd en tot dusver altijd heeft kunnen uitvoeren. Mieke ziet bijvoorbeeld dat mevrouw Yilmaz haar haar kamt, maar de kam ondersteboven houdt. Daarnaast trekt ze wel haar schoenen aan, maar strikt ze niet de veters. Mieke trekt op basis van haar verzamelde informatie de volgende conclusie: 'Mevrouw Yilmaz kan zich niet zelfstandig kleden als gevolg van de ziekte van Alzheimer en apraxie. Ze kan deze handeling mogelijk wel uitvoeren met hulp en instructie van de verzorgende.'
Mevrouw Yilmaz en haar dochter Fatima
Stap 2: Vaststellen van zorgproblemen
Nadat de benodigde gegevens verzameld zijn, kun je gaan bepalen wat er aan de hand is. Je stelt als verzorgende een of meerdere zorgproblemen vast, waarbij je rekening houdt met de behoeften en wensen van de zorgvrager. In sommige zorgorganisaties, bijvoorbeeld in een organisatie voor mensen met een verstandelijke beperking, wordt het 'begeleidingsprobleem' of 'ondersteuningsbehoefte' genoemd. Hoewel de benaming anders kan zijn, gaat het in alle gevallen om het in kaart brengen van de ondersteuningsbehoefte of zorgvraag van de zorgvrager.
Casus
Onze conclusie
Mieke heeft haar conclusie besproken met haar collega's. Na dit gesprek formuleert zij het zorgprobleem: 'Mevrouw Yilmaz kan zich zonder begeleiding van de verzorgende niet zelfstandig kleden. Dit wordt veroorzaakt door de ziekte van Alzheimer en apraxie. Hierdoor kan zij de handeling niet in de juiste volgorde uitvoeren. Mevrouw Yilmaz heeft instructie van de verzorgende nodig om zich zelfstandig te kleden.' Mieke bespreekt dit zorgprobleem met mevrouw Yilmaz en haar dochter Fatima. Vervolgens noteert Mieke dit zorgprobleem in het zorgdossier van mevrouw Yilmaz. Het begin van het zorgplan voor mevrouw Yilmaz is gemaakt.
Als verzorgende werk je met verschillende soorten plannen:
ondersteuningsplan, in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking;
zorgplan, in het verpleeghuis;
begeleidingsplan, in de psychiatrie.
Al deze plannen hebben hetzelfde gemeen: je hebt met een zorgvrager te maken, en je moet bewust en in een logische volgorde een aantal stappen zetten die elkaar opvolgen om een bepaald doel te bereiken.
Stap 3: Vaststellen van zorgdoelen
In deze stap stel je samen met de zorgvrager (en eventueel het sociaal netwerk) vast wat jullie willen bereiken. Je formuleert in samenspraak een concrete omschrijving van de gewenste situatie, de doelen en het verwachte resultaat dat de zorgvrager wil bereiken. Hierbij is het belangrijk dat je een duidelijke tijdslimiet aangeeft. Je stelt een zorgdoel aan de hand van het zorgprobleem van de zorgvrager. Je zorgprobleem is de beginsituatie en het bereiken van het zorgdoel de eindsituatie. Als het zorgdoel bereikt is, is het zorgprobleem van de zorgvrager opgelost of verminderd. Je geformuleerde zorgdoel moet ook voor collega's, andere disciplines en de zorgvrager duidelijk maken wat met de geleverde zorg bereikt moet worden. Op deze manier kan iedereen op dezelfde manier zorg verlenen en zo de kwaliteit van zorg bevorderen.
Casus
Een team, een taak
Mieke heeft vastgesteld dat mevrouw Yilmaz in staat is zich te kleden met begeleiding en instructie van de verzorgende. Mevrouw Yilmaz begrijpt de instructies van de verzorgende en kan deze uitvoeren. Mieke formuleert het volgende zorgdoel in het zorgplan: Mevrouw Yilmaz kleedt zich over zeven dagen zelfstandig aan met begeleiding en instructie van de verzorgende. Mieke bespreekt het doel met haar collega's, mevrouw Yilmaz en haar dochter.
Stap 4: Plannen van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
Bij deze stap stel je vast welke handelingen er bij deze specifieke zorgvrager nodig zijn om het probleem, uitgewerkt in de vorm van een zorgprobleem, op te lossen en het gewenste zorgdoel te bereiken. Dergelijke handelingen worden in de beroepspraktijk zorg- en ondersteuningsactiviteiten genoemd. Je kunt ook de term interventies tegenkomen, daarmee wordt hetzelfde bedoeld. Voorbeelden van zorg- en ondersteuningsactiviteiten zijn:
uitleg of instructie geven;
helpen bij het wassen en aankleden;
het verzorgen van een wond;
troosten bij verdriet.
Als verzorgende bedenk en plan je zorg- en ondersteuningsactiviteiten om het zorgdoel samen met de zorgvrager te bereiken. Je zorg- en ondersteuningsactiviteiten kies je op basis van een zorgprobleem, maar ook andere factoren kunnen een grote rol spelen, zoals:
wensen van de zorgvrager en zijn naasten;
haalbaarheid (middelen, kosten);
je eigen competenties;
klinisch redeneren;
vakkennis;
praktijkervaring;
intuïtie (gevoelsmatige ingeving).
Vaak gebruik je deze verschillende factoren tegelijkertijd.
Casus
Vastleggen, de basis
Mieke heeft het zorgprobleem en het zorgdoel vastgelegd in het zorgplan. Om de juiste interventies te bepalen, heeft Mieke kennis nodig over de ziekte van Alzheimer, de gevolgen ervan voor de zorgvrager en welke benaderingswijze het meest geschikt is voor mevrouw Yilmaz. Mieke kiest zorg- en ondersteuningsactiviteiten die mevrouw Yilmaz helpen zich zelfstandig te kleden en noteert deze in het zorgplan:
De verzorgende vertelt mevrouw Yilmaz concreet wat er gaat gebeuren (u gaat zich aankleden).
De verzorgende helpt mevrouw Yilmaz bij het uitzoeken van haar kleding.
De verzorgende legt de kledingstukken in de juiste volgorde klaar op het bed.
De verzorgende vertelt mevrouw Yilmaz in stappen wat ze moet doen, ze wijst per stap het kledingstuk aan, benoemt het kledingstuk en zegt mevrouw Yilmaz wat ze ermee moet doen. De verzorgende doet de handeling eventueel voor.
De verzorgende herhaalt indien nodig de instructie en benadert mevrouw Yilmaz positief. Ze wijst haar daarom niet op fouten en geeft duidelijke complimenten over wat goed gaat.
De verzorgende geeft mevrouw Yilmaz de tijd om de handeling uit te voeren.
Stap 5: Uitvoeren van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
Bij deze stap voer je de geplande zorg- en ondersteuningsactiviteiten op het juiste moment uit. Dit moment hangt af van diverse factoren, bijvoorbeeld:
wensen van de zorgvrager zelf;
andere zorgvragers waarvoor je zorg draagt;
artsenvisites;
afspraken met andere disciplines;
pauzes.
Het uitvoeren van geplande zorg- en ondersteuningsactiviteiten doe je soms op basis van een bijbehorend protocol, maar niet alle zorg- en ondersteuningsactiviteiten verlopen zo precies volgens een protocol. Iedere zorgvrager is namelijk uniek. Dit betekent voor jou als zorgverlener dat je de zorg meestal niet op dezelfde wijze kunt verlenen bij diverse zorgvragers. Bij het uitvoeren van zorg-en ondersteuningsactiviteiten spelen je zintuigen opnieuw een belangrijke rol. Je bent namelijk in nauw contact met de zorgvrager en het is belangrijk dat je inzicht krijgt in het effect van de zorg- en ondersteuningsactiviteiten. Met dat inzicht kun je vaststellen of het effect van de activiteiten bij de gestelde zorgdoelen past. Het verloop, het resultaat van de uitvoering en/of eventuele bijzonderheden rapporteer je in het zorgplan.
Casus
Klaar voor de start
De volgende ochtend heeft Mieke weer dienst. Ze neemt ook nu weer de zorg voor mevrouw Yilmaz op zich, om de continuïteit van zorg te waarborgen. Ze loopt de kamer binnen van mevrouw Yilmaz, die nog slaapt. 'Goedemorgen mevrouw Yilmaz', zegt Mieke. Ze legt haar hand voorzichtig op de arm van mevrouw Yilmaz. Mevrouw Yilmaz doet langzaam haar ogen open. 'Dag meisje', zegt ze. Mieke geeft aan dat ze mevrouw Yilmaz gaat helpen om zich klaar te maken voor het ontbijt. Ze benoemt concreet dat mevrouw Yilmaz zich gaat aankleden. Samen lopen ze naar de kast. Mieke vraagt wat zij die dag aan wil. Mevrouw Yilmaz haalt een beige abaya (traditioneel gewaad) en een bijpassende hoofddoek uit de kast. Ook pakt zij ondergoed, een panty en rok met een bijpassende blouse uit de kast. Mieke legt de kledingstukken in de juiste volgorde op het bed en vertelt dat mevrouw Yilmaz zich aan mag kleden, waarbij ze de kledingstukken in de juiste volgorde aanwijst. Mieke wacht geduldig tot zij zich heeft aangekleed en complimenteert haar voor de wijze waarop ze dit gedaan heeft. 'U ziet er netjes uit en bent helemaal klaar voor het ontbijt!', zegt ze.
Stap 6: Evalueren van zorgproces
Je sluit het zorgproces af met de evaluatie. Je evalueert met je collega's, de zorgvrager en diens naasten hoe de interventies zijn verlopen en of de gewenste zorgdoelen bereikt zijn. Door dit met meerdere collega's te doen die betrokken zijn geweest bij het zorgproces van de betreffende zorgvrager, kun je de 'zorg' delen en kennis en ervaringen uitwisselen. Het kan namelijk zijn dat jouw collega's dingen zijn opgevallen tijdens een dienst, terwijl jij niet in de buurt was. Op deze manier hoef je niet alleen uit te gaan van je eigen observaties en interpretaties.
Bij het evalueren gaat het om het beoordelen van de resultaten van de gegeven zorg en de manier waarop je die resultaten hebt bereikt. Het belang van concrete doelen wordt in deze fase nog duidelijker: hoe concreter je je doelen geformuleerd hebt, des te beter je kunt evalueren of de doelen behaald zijn.
Als de doelen niet behaald zijn, blik je terug op de stappen van het zorgproces die je doorlopen hebt. Op deze wijze probeer je te achterhalen hoe het komt dat de doelen niet behaald zijn. Je stelt jezelf hierover kritische vragen, passend bij de stappen die je hebt doorlopen. Voorbeelden van vragen zijn:
Heb ik wel voldoende gegevens verzameld?
Heb ik de gegevens op de juiste manier geïnterpreteerd?
Is het zorgprobleem wel goed geformuleerd?
Zijn de gewenste zorg- en ondersteuningsactiviteiten wel passend geweest om het doel te realiseren?
Ook de zorgvrager kan hierbij een rol spelen. In hoeverre heeft de zorgvrager zich ingezet om de gewenste doelen te bereiken? Als een zorgvrager bijvoorbeeld zijn voorgeschreven medicijnen niet inneemt of geen energie wil steken in zijn revalidatieproces, kan dit logischerwijs leiden tot andere uitkomsten. Als een zorgvrager zich houdt aan de adviezen die hem zijn voorgeschreven, noem je dit therapietrouw.
De evaluatie zorgt er dus voor dat je steeds met de juiste informatie werkt. Je kunt dan waar nodig het zorgprobleem, de zorg, het zorgdoel en/of de zorg- en ondersteuningsactiviteiten bijstellen. Na stap 6 (de evaluatie) begin je vaak weer van voren af aan met het zorgproces, ofwel stap 1 Verzamelen van gegevens. Met andere woorden: het zorgproces is een cyclisch proces. Dit proces begint bij de opname van een zorgvrager en stopt als de zorg niet meer nodig is. De zorgvrager gaat bijvoorbeeld met ontslag of wordt overgeplaatst. Je beëindigt dan de zorgverlenersrelatie en het zorgproces rondom de zorgvrager houdt op.
De stappen van het zorgproces leg je vast in het zorgplan. Dit wordt aangelegd voor iedere zorgvrager. Op deze wijze worden alle gegevens van een zorgvrager overzichtelijk bij elkaar bewaard.
Twee verzorgenden evalueren een zorgsituatie
Casus
Missie gehaald?
Mieke evalueert dagelijks de zorgverlening die is gegeven aan mevrouw Yilmaz aan de hand van het zorgplan. Helpen de gekozen zorg- en ondersteuningsactiviteiten om het gewenste zorgdoel te behalen? Klopt het dat mevrouw Yilmaz met de gekozen zorg- en ondersteuningsactiviteiten zich zelfstandig en in de juiste volgorde aankleedt? Hoe reageert mevrouw Yilmaz op de gekozen benaderingswijze?
2 Het zorgplan als leidraad
2.1 Leidraad in de zorg
Het zorgplan is een belangrijk onderdeel van het zorgproces, omdat je dit als leidraad gebruikt voor de zorgverlening. In het zorgplan formuleer je in samenspraak met de individuele zorgvrager (en zijn naasten) de zorgdoelen en de daarbij behorende zorg- en ondersteuningsactiviteiten. Ook afspraken met andere disciplines en andere noodzakelijke acties staan erin. Als verzorgende zorg je voor de continuïteit van de zorg. Je stemt in je planning de afspraken met andere disciplines op elkaar af en zorgt dat ze passen in de dagstructuur van de zorgvrager. Je gebruikt bij het coördineren van de zorg eenzelfde werkwijze als bij het plannen van zorg. Het gaat om het organiseren en regelen in overleg met de zorgvrager.
Voorbeeld
Mevrouw Van Zevenaar (81) heeft de diagnose COPD (een ernstige chronische longaandoening) gekregen. Ze krijgt dagelijks hulp bij het douchen en ondersteuning bij de zware huishoudelijke taken. Zo houdt ze voldoende energie over voor licht huishoudelijk werk, wat ze graag doet. De verdeling actief zijn en rust nemen moet goed in balans blijven. Na inspanning gaat ze steeds een halfuurtje rusten. Vanwege klachten aan haar schouder komt drie keer per week de fysiotherapeut bij haar langs. De tijd bij mevrouw Van Zevenaar is zo ingedeeld dat ze kan rusten na hulp van de verzorgende bij het douchen. Pas daarna komt de fysiotherapeut.
Het zorgplan is een elektronisch document waarin de afspraken over de zorg voor de zorgvrager worden vastgelegd. Het zorgplan vormt de basis voor de te verlenen zorg. In het zorgplan leg je als zorgverlener de wensen, behoeften, voorkeuren, vragen en doelen van de zorgvrager vast. Daarbij heb je niet alleen aandacht voor de persoonlijke verzorging, maar kijk je naar alle aspecten die belangrijk zijn voor kwaliteit van leven van een zorgvrager.
Het zorgplan is een hulpmiddel om vraaggerichte zorgverlening te kunnen bieden aan zorgvragers. De individuele wensen van de zorgvrager staan centraal in het zorgplan; die vormen het uitgangspunt. Ieder mens is anders en daarom krijgt iedere zorgvrager een eigen en uniek zorgplan. In het zorgplan staat een uitgebreide omschrijving van de manier waarop de zorgvrager het eigen leven wil leiden en welke ondersteuning daarbij nodig is.
Is het zorgplan duidelijk en inzichtelijk, dan kunnen jij, je collega's en andere disciplines de zorg op een eenduidige manier uitvoeren. Het is dan bekend welke zorg waar en wanneer nodig is, welke doelstelling actueel is en welke doelstelling afgerond is.
Casus
Duidelijkheid voor alles
Kim Lee werkt in de zomer in verpleeghuis De Bestevaer, op de afdeling Eik. Ze heeft het afgelopen schooljaar met succes haar opleiding tot verzorgende-IG afgerond en is nu in afwachting van de start van haar opleiding tot verpleegkundige. Ze weet dat de zomer een drukke periode is en daarom is ze blij dat ze op haar oude stageplek een paar weken kan werken als gediplomeerd verzorgende-IG.
De afdeling Eik kende ze nog niet, ze had stage gelopen op Kastanje. Haar verwachtingen waren hooggespannen, want ze wist dat het op Kastanje goed geregeld is met de zorgplannen van de zorgvragers. Tot haar opluchting blijkt dat ook het geval op de afdeling Eik. Alles is onlangs nog bijgewerkt, alle zorgplannen lijken compleet en actueel. Ze stelt vast dat ze op een goed adres werkt.
2.2 Redeneerhulpmiddelen
Het opstellen van een zorgplan is een van je taken als verzorgende. Als je dat goed doet, dan draag je bij aan kwalitatief goede zorg. Als verzorgende heb je, net als de verpleegkundige, over het algemeen het meeste contact met de zorgvragers. Tijdens dit contact signaleer en observeer je allerlei zaken. Daaruit trek je conclusies en je rapporteert erover. Je observaties kunnen te maken hebben met zelfzorg, mantelzorg, ziekte en gezondheid.
De laatste jaren wordt er steeds meer gesproken over klinisch redeneren. Als verzorgende gebruik je hiervoor redeneerhulpmiddelen. Het klinisch redeneren richt zich vooral op gezondheid en ziekte. Je verzamelt systematisch gegevens over vragen en problemen van een zorgvrager, over zijn gezondheid en ziekte. Deze gegevens koppel je aan je medische kennis. Op deze wijze beredeneer je welke vervolgstappen je moet nemen, bijvoorbeeld welke zorg nodig is, welke zorg je zelf kunt geven en welke andere disciplines je moet inschakelen.
Uitleg
Klinisch redeneren is het proces van het koppelen van je eigen observaties en interpretaties aan je medische kennis, om zo te beredeneren welke volgende stappen je moet nemen.
Klinisch redeneren vraagt van jou als verzorgende dat je kritisch blijft denken. In elke fase van het zorgproces kijk je naar de verzamelde gegevens. Tijdens de uitvoering van de zorg ga je na of de verzamelde gegevens nog overeenkomen met de huidige situatie. Dit proces van monitoren (het in de gaten houden van eventuele veranderingen in de gezondheidstoestand) hoort bij het klinisch redeneren.
Alle uitgevoerde zorg- en ondersteuningsactiviteiten hebben invloed op de situatie van de zorgvrager. De eventuele veranderingen zijn informatie, ofwel gegevens die je als verzorgende verzamelt.
Het zal duidelijk zijn dat het bij aanvang van de opleiding niet mogelijk is om deskundig te zijn in het klinisch redeneren. Kennis en veel ervaring zijn nodig om je hierin te bekwamen.
Casus
Mevrouw De Keizer is even 'afwezig'
Janneke doet haar eerste BPV in het zorgcentrum. Ze is bij het echtpaar De Keizer. Meneer De Keizer vertelt dat hij vanmorgen erg geschrokken is. Zijn vrouw wilde hem wat vertellen, maar ineens kwam ze niet meer uit haar woorden. Het leek ook of ze in het 'niets' staarde. 'Na een minuut of tien was gelukkig alles weer normaal', zegt hij tegen Janneke. 'O, gelukkig', reageert Janneke. 'Als het nog een keer voorkomt, is het misschien toch beter dat u even op het alarm drukt. Vindt u het nodig dat ik de teamleider hierover informeer?'
Het echtpaar De Keizer in gesprek met Janneke
Casus
Mevrouw De Keizer heeft een TIA
Irma werkt al vijf jaar als verzorgende in het zorgcentrum. Ze is bij het echtpaar De Keizer. Meneer De Keizer vertelt dat hij vanmorgen erg geschrokken is. Zijn vrouw wilde hem wat vertellen, maar ineens kwam ze niet meer uit haar woorden. Het leek ook of ze in het 'niets' staarde. 'Na een minuut of tien was gelukkig alles weer normaal', zegt hij tegen Irma. 'Goed dat u dit mij vertelt', reageert Irma. 'Hoe gaat het nu mevrouw, voelt u zich inderdaad weer 100 procent?' 'Nou dat nog niet helemaal, ik ben nog een beetje licht in het hoofd.' 'Mag ik uw pols even voelen?' Irma observeert dat de pols aan de hoge kant is. 'Mevrouw De Keizer, vindt u het goed dat ik de bloeddruk even meet?' 'Prima hoor.' Irma meet een bloeddruk van 180/105. De gegevens die Irma nu verzameld heeft, doen haar denken aan een tijdelijke doorbloedingsstoornis in de hersenen (TIA). 'Mevrouw De Keizer, het lijkt me verstandig dat ik de arts informeer over wat u overkomen is.'
2.3 Continuïteit
Je rapportage is een belangrijk hulpmiddel bij de coördinatie en het waarborgen van de continuïteit. Je krijgt zicht op de zorgvrager en de voortgang van het zorgproces, als elke betrokkene rapporteert over de verleende zorg, het resultaat ervan, de behaalde en te behalen doelen en vragen. Je kunt dan ook gerichter terugkijken op het doorlopen proces en het resultaat.
Om het zorgplan aan te laten sluiten bij de zorgvrager, wordt uitgegaan van het gehele leven van de zorgvrager, gebaseerd op vier levensdomeinen. Deze vier levensdomeinen vormen de basis van het zorgplan en zijn:
het mentale welbevinden van de zorgvrager als persoon;
het lichamelijke gevoel van welbevinden en gezondheid;
daginvulling volgens eigen interesse en onderhouden van sociale contacten (participatie);
de woon- en leefomstandigheden.
De verzorgende en de zorgvrager (of zijn vertegenwoordiger) bepalen samen hoe de zorg georganiseerd en uitgevoerd wordt. De afspraken hierover worden vastgelegd in het zorgplan. Daarin staat duidelijk omschreven welke zorg de zorgvrager krijgt, wanneer en met welk doel. Binnen zes weken vanaf de start van de zorg moet het zorgplan zijn gemaakt. Tijdens het verblijf van de zorgvrager bij de zorgorganisatie, wordt het zorgplan minimaal om de zes maanden besproken met de zorgvrager en/of zijn vertegenwoordiger.
2.4 Doelen van een zorgplan
Een zorgplan heeft diverse doelen:
Duidelijke afspraken tussen zorgvrager en beroepsbeoefenaren over de individuele verzorging.
De zorgverlening uitvoeren volgens de afspraken (beroepsbeoefenaren houden zich aan de afspraken).
Het vastleggen van prioriteit (belangrijkheid) in de zorgverlening.
De coördinatie van verrichtingen bij of gesprekken met de zorgvrager (afstemming tussen verschillende beroepsbeoefenaren).
De evaluatie van (de doelen van) de verzorging.
Het inzichtelijk maken van afspraken tussen zorgvrager, zorgverlening en indicatiestelling (CIZ) vanuit de Wlz en/of wijkverpleegkundige vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw).
De zorgvrager neemt actief deel aan het opstellen van het zorgplan. Als verzorgende doe je voorstellen aan de zorgvrager. Samen kijken jullie naar antwoorden op de zorgvraag en nemen daarin de indicatiestelling van het CIZ en/of de wijkverpleegkundige mee. Na het bespreken van het zorgplan wordt de zorgvrager gevraagd het zorgplan te ondertekenen. De zorgvrager geeft hierdoor toestemming voor de uitvoering van het zorgplan. Dit gezamenlijk opstellen en doorspreken van een zorgplan biedt de zorgvrager en verzorgende-IG een aantal voordelen:
de zorgvrager krijgt precies in beeld wat er gaat gebeuren;
de zorgvrager krijgt duidelijkheid over het doel van bepaalde zorg of een behandeling;
de verzorgende gaat methodisch te werk, waardoor ze de zorg efficiënter kan uitvoeren;
er is een overzicht van de activiteiten, hoelang deze duren en wanneer anderen dit overnemen;
er is een middel om de gegeven zorg te beoordelen.
In het hele zorgproces staat het zorgplan centraal. Het is een hulpmiddel om te komen tot optimale zorgverlening. Het zorgproces is het geheel van het vaststellen, geven en evalueren van zorg.
3 Gebruikmaken van ICT voor het zorgplan
Smartphones, slimme meters, thuisbankieren en online winkelen: het gebruik van ICT en digitale gegevens is in het dagelijks leven normaal geworden. Dat geldt voor zowel de zorgvrager als voor jou als verzorgende-IG. Mensen worden steeds vaardiger in het omgaan met ICT en het werken in een digitale omgeving. In veel zorgorganisaties is het gebruik van een ECD volledig ingeburgerd.
Het gebruik van ICT bij de zorgverlening en het (mede) opstellen van een zorgplan, is een logische stap geweest. De ontwikkelingen op het gebied van het ECD zijn nog in volle gang. Het gebruik van een ECD vergroot de mogelijkheid om de kwaliteit en doelmatigheid van de zorgverlening te bewaken en vast te leggen.
De keuze voor een ECD ligt bij de zorgorganisatie. De organisatie zal bij de overweging om het ECD in te zetten, kijken naar bijvoorbeeld de eigen visie, de toegankelijkheid van de gegevens voor de zorgvrager en het gebruiksgemak voor de zorgverlener.
3.1 ECD of EPD?
Of het om een elektronisch cliëntendossier (ECD) of elektronisch patiëntendossier (EPD) gaat, heeft te maken met de zorgsector. Bij het ECD ligt de nadruk op verzorgen, ondersteunen of verplegen. De zorgverlening is gericht op 'care' (Engels voor zorg). Een zorgplan vormt vaak het hart van het ECD.
Bij het EPD ligt de nadruk op het verlenen van zorg die aanvullend is op medische ingrepen. De zorgverlening is gericht op 'cure' (Engels voor genezen). Het EPD wordt meestal in ziekenhuizen of revalidatiecentra gebruikt. Een behandelplan vormt vaak het hart van het EPD.
Als verzorgende zul je vaak werken bij zorgorganisaties die gericht zijn op care, zoals organisaties voor de verpleeghuiszorg, thuiszorg of zorg voor mensen met een beperking. In deze zorgorganisaties wordt veelal gekozen voor de term ECD.
3.2 Het technische aspect van het ECD
Een ECD is anders dan het 'ouderwetse' papieren dossier, waarvan vaak mappen in een centrale ruimte werden opgeslagen. De opslag van een ECD begint bij een centrale opslagplaats voor digitale data. Dit zijn vaak gebouwen waar heel veel computers staan om deze data te verzamelen en weer uit te geven, zogenoemde servers. Op de servers staan alle digitale gegevens van de zorgvrager die een eigen ECD heeft gekregen. Alle gegevens die je als verzorgende invoert in het dossier, komen op een server te staan en blijven zodoende beschikbaar voor gebruik.
Het opslaan en gebruiken van gegevens is gebonden aan wetgeving. Het beschermen van persoonsgegevens is vastgelegd in diverse wetten. Voor het gebruik (opslaan en uitwisselen) van digitale gegevens van zorgvragers is er een wet: de Wet cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens in de zorg.
Als een zorgorganisatie een ECD gaat gebruiken, zal daar een technisch aspect aan verbonden zijn. De organisatie moet nadenken over het gebruik van computers, zowel vaste computers op diverse werkplekken, als draagbare computers (laptops, tablets). In diverse zorgorganisaties is het gebruik van tablets en smartphones al de normaalste zaak van de wereld.
De software voor het ECD wordt geleverd door gespecialiseerde bedrijven, waarvan velen zich specifiek richten op de zorg. De ECD's kunnen volledig op maat gemaakt worden, naar de wensen van de organisatie.
Casus
Cas heeft online contact met meneer Overschie
Het is maandagochtend en Cas zal vandaag zorg gaan bieden aan meneer Overschie, een zelfstandig wonende man van 86 jaar. Sinds meneer Overschie zorg ontvangt van de thuiszorgorganisatie, heeft hij een eigen elektronisch cliëntendossier. Dit dossier is voor meneer Overschie volledig toegankelijk via zijn eigen iPad, die hij samen met zijn zoon heeft leren gebruiken.
Meneer Overschie is volledig op de hoogte van de werking van zijn eigen ECD. Hij maakt graag gebruik van de speciale chatfunctie die erin is verwerkt, om contact te houden met de zorgverleners. Langs deze weg zoekt hij op deze ochtend contact met Cas, waarvan hij weet dat hij 's middags langs zal komen om de vitale gegevens op te nemen. Meneer Overschie wil Cas laten weten dat hij vanmiddag bezoek heeft en dus niet alleen zal zijn. Hij schrijft zijn bericht aan Cas en Cas ontvangt dat op zijn eigen tablet. Cas ziet dan een bericht vanuit het ECD, dat er een nieuw bericht is van een zorgvrager. Zo gauw hij in de gelegenheid is, leest hij het bericht van meneer Overschie. Zo komt hij 's middag goed geïnformeerd aan bij meneer Overschie.
Meneer Overschie kijkt samen met zijn zoon in zijn digitale dossier
3.3 Waarom een ECD gebruiken?
Steeds meer zorgorganisaties stappen over naar het werken met een ECD. Daarvoor heeft elke organisatie zijn eigen redenen en voorwaarden. Een belangrijke reden voor het gebruik van een ECD is de mogelijkheid van uitwisseling van gegevens. In de huidige, digitale, maatschappij gaat dat steeds eenvoudiger en sneller. Dit kan ook veilig en vertrouwd. De eerder genoemde wetgeving ziet vooral hierop toe: op de veiligheid van de overdracht van gegevens.
Het gebruik van een ECD is niet meer weg te denken uit de zorg. Deze ontwikkeling is er en zal zich alleen maar verbreden en verdiepen, met steeds meer mogelijkheden. Het is dan ook een groot voordeel om het zorgproces, in alle stappen, te ondersteunen met de digitale technieken van tegenwoordig.
Voorbeeld
Bij het verzamelen van gegevens horen ook de vitale functies, zoals bloeddruk en hartslag. Vóór het gebruik van het ECD werden deze gegevens vaak eens per zoveel dagen opgenomen, opgeschreven en in een papieren dossier opgeslagen. Tegenwoordig kun je als verzorgende met een digitale bloeddrukmeter de meting verrichten, waarna de gegevens direct, digitaal, verwerkt worden in het ECD van de zorgvrager. Door de hedendaagse techniek worden daardoor minder fouten gemaakt en staan de gegevens direct op de juiste plaats in het dossier.
Er zijn vele redenen waarom een ECD wordt gebruikt. Hier volgt een opsomming van de belangrijkste redenen met daarna een korte uitleg per reden:
zorgproces is leidend;
centrale plek voor gegevens;
hergebruik van gegevens;
eenmalige invoer;
multidisciplinaire uitwisseling;
kwaliteitverhogend (standaardisatie);
mogelijkheid tot onderzoek.
Zorgproces is leidend
Het zorgdossier geeft richting aan je zorg als verzorgende en de medische behandeling die een zorgvrager nodig heeft, of heeft ondergaan voor zijn gezondheidsproblemen. Het zorgproces gebruik je om de zorg inzichtelijk te maken. De onderdelen van dit zorgproces kun je herkennen in het ECD.
Centrale plek voor gegevens
In het ECD worden alle gegevens rondom de zorgvrager samengebracht op een logische plek. Het ECD omvat bijvoorbeeld algemene gegevens van de zorgvrager, zoals naam, adres en burgerlijke staat. Ook de medische voorgeschiedenis is zichtbaar. Voor jou als verzorgende is dit belangrijk, want je kunt dan zien of een zorgvrager eerder zorg heeft gehad en zo ja, waarvoor. Deze voorgeschiedenis kan een belangrijke rol spelen bij de huidige zorgverlening.
In het medicatieoverzicht kun je precies zien welke medicatie een zorgvrager al dan niet heeft gebruikt. Doordat het medicatieoverzicht digitaal is, is er minder de kans op het maken van leesfouten: je hoeft bijvoorbeeld niet het handschrift van je collega te ontcijferen en interpreteren.
Op het moment dat de zorgvrager een onderzoek krijgt, bijvoorbeeld een bloedonderzoek, wordt de uitslag door de uitvoerende zorgprofessional ingevoerd. Deze informatie is daardoor voor jou als verzorgende meteen in te zien. Er is sprake van een efficiënte en transparante communicatie.
Casus
De revalidatie van meneer Ramcharan
Meneer Ramcharan is voor revalidatie opgenomen op de afdeling van verzorgende Bas. Als Bas overleg heeft gehad met de fysiotherapeut over het helpen bewegen van meneer Ramcharan, zorgt hij ervoor dat dit nauwkeurig in het zorgdossier komt te staan. Bas weet namelijk dat deze informatie gezien wordt door zowel zijn collega's op de afdeling, als de arts en fysiotherapeut. Op basis van de afspraken kunnen diverse disciplines hun rapportage schrijven, zodat duidelijk wordt of de revalidatiedoelen behaald worden.
Hergebruik van gegevens
Het aantal mensen dat meer dan eens wordt opgenomen in een zorgorganisatie groeit. Een reden hiervoor is de toename van het aantal chronisch zieken in Nederland. Het zorgplan in het ECD is tijdbesparend. Informatie uit een vorige intake kun je weer gebruiken bij een nieuwe opname. Daarnaast kunnen gegevens van opnames in bijvoorbeeld een ziekenhuis, je inzicht geven in de vraag hoe de zorgvrager reageert op bepaalde zorg- en ondersteuningsactiviteiten.
Eenmalige invoer
Gegevens die niet of niet vaak veranderen, voer je eenmalig in een ECD in en hoef je alleen bij wijziging te corrigeren. Denk hierbij aan de persoonsgegevens van de zorgvrager, maar ook aan verzekeringsgegevens en gezinsinformatie.
Multidisciplinaire uitwisseling
Tijdens het uitvoeren van werkzaamheden werk je als verzorgende samen met andere disciplines. Dit zijn zorgprofessionals uit andere beroepsgroepen. Voorbeelden van die disciplines zijn verpleegkundigen, artsen, fysiotherapeuten, diëtisten, logopedisten, ergotherapeuten, sociaalagogisch medewerkers en helpenden. Je werkt dus in teamverband. Met je team zorg je ervoor dat de zorgvrager 24 uur per dag, 7 dagen per week de benodigde zorg krijgt. Je bent dan ook samen verantwoordelijk voor het bieden van zorg en ondersteuning in het zorgproces (kerntaak 1) en het werken aan organisatie- en professiegebonden taken (kerntaak 2).
Het ECD maakt het mogelijk om eenvoudig informatie uit te wisselen met andere disciplines. De informatie is snel beschikbaar via een netwerkcomputer. In zo'n netwerk kun je vanaf elke computer in een zorgorganisatie het ECD lezen. Voor alle disciplines die betrokken zijn bij het zorgdossier van de zorgvrager, is het zorgplan gemakkelijk in te zien. Het ECD wordt intramuraal ingezet om op deze manier samenwerken te vergemakkelijken.
Extramuraal zet deze ontwikkeling van het delen van het ECD zich ook door. Huisartsen en beroepsbeoefenaren in de ketenzorg hebben steeds vaker inzage in het ECD van de zorgvrager. Coördineren van zorg en multidisciplinair samenwerken worden op deze manier bevorderd. De zorgvrager blijft wel altijd in regie, de zorgvrager kan vanaf juli 2020 aangeven welke gegevens wel of niet door welke (categorieën van) zorgverleners mogen worden ingezien (gespecificeerde toestemming). Voor alle duidelijkheid: het gaat altijd uitsluitend om zorgverleners waarmee de zorgvrager (dan) een behandelrelatie heeft. Andere zorgverleners mogen zijn gegevens niet inzien.
Multidisciplinaire uitwisseling van gegevens
Casus
Tijd is geld
Meneer Samuels is opgenomen in het verpleeghuis in verband een verergering van zijn reuma. De fysiotherapeut, die in consult is gevraagd bij de behandeling, bekijkt vanaf zijn werkplek de fysiotherapie in het ECD van meneer Samuels. Meneer Samuels heeft hier, toen hij nog zorg thuis kreeg, al toestemming voor gegeven. Zonder ECD zou de fysiotherapeut op de afdeling van meneer Samuels het 'papieren' zorgdossier moeten gaan lezen. Het ECD bespaart op deze manier tijd.
Kwaliteitverhogend (standaardisatie)
Met ICT kun je het zorgproces voor een deel automatiseren in het ECD. Je hoeft namelijk in de praktijk niet elk zorgprobleem, elk doel en elke zorg- en ondersteuningsactiviteit steeds opnieuw te formuleren voor iedere individuele zorgvrager. Vaak is er in de zorgorganisatie een standaardzorgplan dat je kunt gebruiken als uitgangspunt bij het samenstellen van de individuele zorg. Standaardisatie betekent een eenduidige omschrijving van gegevens, besliscriteria en processen. Standaardisatie zorgt ervoor dat jij en je collega's meer gestuurd worden om dezelfde werkwijze te hanteren. Als alle verzorgenden rondom de zorg voor een zorgvrager dezelfde werkwijze hanteren, dan vergroot dit de kwaliteit van het zorgplan en dus van de zorg. Deze standaardzorgplannen bevatten over het algemeen ook achtergrondinformatie over bijbehorende verpleegkundige diagnosen of medische diagnosen, waardoor je het naslagwerk binnen handbereik hebt.
Een standaardzorgplan is een zorgplan dat een basis vormt voor een grote groep zorgvragers. Het is ontworpen voor zorgvragers die allemaal een gemeenschappelijk kenmerk hebben. Je kunt hierbij denken aan:
hetzelfde ziektebeeld, bijvoorbeeld diabetes mellitus (suikerziekte);
dezelfde medische behandeling, bijvoorbeeld insuline-injecties;
hetzelfde zorgprobleem, bijvoorbeeld kennistekort over het omgaan met diabetes mellitus en insulinebehandeling.
Niet voor alle zorgvragers is een standaardzorgplan geschikt. Het kan zijn dat een zorgvrager behoefte heeft aan bepaalde zorg of ondersteuning, waaraan de gemiddelde zorgvrager met hetzelfde ziektebeeld juist geen behoefte heeft.
Het standaardzorgplan heeft de volgende functies:
Het vergemakkelijken van het opstellen van een individueel zorgplan voor een zorgvrager, waarbij een standaardzorgplan het uitgangspunt is bij het vaststellen van een individueel zorgplan. Je hoeft het standaardzorgplan dus alleen maar aan te passen. Het kan in ieder geval nooit een individueel zorgplan vervangen. Wees dus alert op de individuele mogelijkheden en behoeften van de zorgvrager.
Het beschrijven van de (meest geschikte) uit te voeren zorg- en ondersteuningsactiviteiten, waardoor voor iedereen inzichtelijk is wat je als verzorgende-IG precies doet in een bepaalde situatie.
Een zorgplan is een combinatie van een standaard aangevuld met individuele mogelijkheden en behoeften van de zorgvrager.
Mogelijkheid tot onderzoek
Het digitaal vastleggen van de gegevens rondom het zorgproces, maakt het mogelijk om (wetenschappelijk) onderzoek te doen. Voor zowel de verpleegkundige beroepsgroep als voor de verzorgende-IG beroepsgroep, is het belangrijk om gebruik te maken van het recentste en beste bewijsmateriaal (evidence based, vaak vastgelegd in protocollen en voorschriften), en van de eigen ervaringen als individueel zorgprofessional (best practice). Op deze manier kun je gewetensvolle en kundige beslissingen nemen voor zorgvragers waar jij de verantwoordelijkheid voor draagt. Dit alles moet plaatsvinden in nauwe samenspraak met de zorgvrager, door ook zijn voorkeuren, wensen en verwachtingen mee te nemen. Deze manier van zorg verlenen noem je evidence-based practice .
Inleiding 1 Wat is het zorgproces? 1.1 Cyclisch zorgproces 1.2 Stappen in het zorgproces 2 Het zorgplan als leidraad 2.1 Leidraad in de zorg 2.2 Redeneerhulpmiddelen 2.3 Continuïteit 2.4 Doelen van een zorgplan 3 Gebruikmaken van ICT voor het zorgplan 3.1 ECD of EPD? 3.2 Het technische aspect van het ECD 3.3 Waarom een ECD gebruiken?














Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

PES

Slide 3 - Slide

PES 
Ezelsbruggetje voor het formuleren van de PES: ​
P → de zorgvrager is niet meer in staat...​
E → als gevolg van...​
S → wat zich uit in / wat blijkt uit...​


Je kan ook gebruik maken van de POK​

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Zorgdoel
Definitie: ​

‘een concrete omschrijving van een gewenste situatie, waarbij een duidelijke tijdslimiet is aangegeven. Zorgdoelen worden geformuleerd aan de hand van het zorgprobleem.’ 

Slide 6 - Slide

Zorgdoel kan zich richten op:
het voorkomen van een probleem​
uitstel of beperken van een probleem​ 
het oplossen van een probleem​ 
het in ernst laten afnemen van een probleem​ 
het in ernst stabiliseren van een probleem​ 
het verslechteren van het probleem​

Slide 7 - Slide

Formuleren zorgdoel

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Formuleren SMART doelen

Slide 10 - Slide