Persoonsvorm tt groep 6

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

pv tt

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Dat zijn werkwoorden in het 'nu'

Persoonsvorm door de tijdproef.

Om de persoonvorm te vinden kun je de zin vragend maken. De persoonsvorm (pv) komt dan vooraan.

Je kunt de zin ook van tijd laten veranderen. Een zin in de tegenwoordige tijd wordt verleden tijd en andersom. Het woord dat VERANDERD is de PERSOONSVORM.

Persoonvorm in de tegenwoordige tijd altijd stam + t, behalve bij ik en als jij erachter staat. 

Wat zijn de regels voor de pv tt?

Isabel zegt tegen Emma: "Ik vin... kerst heel leuk!"

1. d
2. t
3. dt

Levy mel... dat hij volgende week niet op school komt.

1. d
2. t
3. dt

Annelin speel... met Rosalie op het plein.

1. d
2. t
3. dt

Ninthe knutsel... een prachtige kerstster.

1. d
2. t
3. dt

Giovanni raa... wie zijn surprise heeft gemaakt.

1. d
2. t
3. dt

Arvid zegt: "Ik bin... het springtouw aan de paal."

1. d
2. t
3. dt

Danley mel... dat Sem gevallen is op het plein.

1. d
2. t
3. dt

D     T     of   DT?

Leonie klets...  gezellig met Stijn. 

Dewi vin... dat meester Wim goed uitlegt.

1. d
2. t
3. dt

D     T     of   DT?

Rose maak...  een kerstkaart voor Lyndsey.

Germa vraag... of Ivar meedoet met het spel.

1. d
2. t
3. dt

D     T     of   DT?

Yendo bran... een kaarsje met kerst.

Tim ee... heel graag kalkoen met kerst.

1. d
2. t
3. dt

D     T     of   DT?

Eline zegt: "Ik vin...  kerst altijd heel gezellig."

D     T     of   DT?

Dione vertel...  aan Bas wat ze gaat doen in de kerstvakantie.