This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
hoofdtelwoorden:
geven een hoeveelheid aan
rangtelwoorden:
geven een volgorde aan
bepaald telwoord:
het aantal is bekend
vijf, 5, vijftig, 50
onbepaald telwoord:
Bepaald hoofdtelwoord
Noemt een bekend aantal of bekende hoeveelheid.
Voorbeeld
Zeven boeken, zesendertig koeien, drie vijfde van de klas.
Noemt een onbekend aantal of onbekende hoeveelheid.
Veel boeken, weinig koeien, enkele leerlingen.
Bepaald rangtelwoord
Geeft een bekende plaats in een rij aan.
Zevende, zesendertigste.
Geeft een onbekende plaats in een rij aan.
Middelste, zoveelste, laatste, hoeveelste.
- zegt iets over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord of over een ander bijwoord
Een bijwoord geeft vaak:
- een tijd aan
- een plaats aan