1.3 Commercials

1.3 Commercials
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.3 Commercials

Slide 1 - Slide

Commercials
In reclame- en demonstratievideo’s zie je meestal aan de handeling waar het over gaat.

Ook de lichaamstaal van de mensen in de commercial geeft belangrijke info: interesse, verbazing, blijdschap, irritatie, enzovoort.
Achtergrondgeluiden en -muziek geven aan een video een bepaalde sfeer. Aan de muziek kun je vaak al horen of iets bijvoorbeeld spannend, komisch of romantisch bedoeld is. En een goede jingle bij een reclamevideo geeft onmiddellijk herkenning.
Als je ondertussen actief luistert, pik je snel veel op via zowel beeld als geluid.


Slide 2 - Slide

A commercial you remember and why?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

What are the ingredients for a good commercial?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Video

Name the places where he finds her eating cheetos?

Slide 8 - Open question

How does the song help the commercial?

Slide 9 - Open question

What does the commercial imply about the product?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

Why does the coast guard misinterpret the message?

Slide 12 - Open question

What product does the commercial advertise?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Video

What information is given about the product?

Slide 15 - Open question

You(r)tube commercial
Choose a commercial on Youtube
Show the commercial to a fellow student
Explain what aspects makes it succesful
Explain what you think is funny or clever about it
Explain why you think the commercial will make people buy the product. 

Slide 16 - Slide

Do 1.3 Exercise 1+4

Slide 17 - Slide

Aanwijzende voornaamwoorden

Slide 18 - Slide

Use: this, these, that, those:

I want ... books over there.
A
this
B
these
C
that
D
those

Slide 19 - Quiz

Use: this, that, these, those

... colours look beautiful on you!
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 20 - Quiz

Use: this, that, these, those

... is your pen over there on the desk.
... is my pen here
A
This, This
B
That, That
C
This, That
D
That, This

Slide 21 - Quiz

Use: this, that, these, those

... balloons here are nicer than ... ones over there.
A
Those, these
B
These, those
C
This, that
D
That, this

Slide 22 - Quiz

Use: this, these, that, those:

I want .... books over there.
A
this
B
these
C
that
D
those

Slide 23 - Quiz

Extra oefenen met 
de aanwijzende voornaamwoorden?
Klik hier om  meer te oefenen met de aanwijzende voornaamwoorden.

Done?
1.3 Exercise 2 + Grammar 18 en Extra Grammar 18.


Slide 24 - Slide

Exercises 1.3 

Commercials:  1 , 4 & Exam Exercise
Grammar: 2, GR18 en Extra GR18

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide