Zinnen_maken_2_werkwoorden_inversie_startenmetgroen

Zinnen maken
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NT2 Inburgering/alfabetisering volwasseneducatieBeroepsopleiding

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Zinnen maken

Slide 1 - Slide

timer
2:00
werkwoorden

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Link

OEFENEN
blijft
morgen
Kees
eten

Slide 4 - Slide

OEFENEN
op vakantie veel
ik
wandelen
ga

Slide 5 - Slide

OEFENEN
goed Nederlands
Maya
spreken
kan

Slide 6 - Slide

OEFENEN
slapen
willen
bij hun oma
de kinderen

Slide 7 - Slide

OEFENEN
moet
Jareq
veel nieuwe woorden
leren

Slide 8 - Slide

VRAAG

1. Wat wil je maken?                 
2. Waar ga je  wonen?             
3. Wanneer kun je komen?   
4. Wat ga je morgen doen?   
5. Wanneer moet je trainen?

ANTWOORD

1. Ik wil soep maken.                  
2. Ik ga in Rotterdam wonen. 
3. Ik kan zaterdag komen.        
4.  Ik ga morgen voetballen.   
5. Ik moet woensdag trainen.

Slide 9 - Slide

maak de zin goed

Slide 10 - Slide


Slide 11 - Open question


Slide 12 - Open question


Slide 13 - Open question


Slide 14 - Open question


Slide 15 - Open question

Slide 16 - Link

SPREKEN

Slide 17 - Slide




Cursist A



Cursist B
Maak zinnen met 2 werkwoorden.

Slide 18 - Slide

SCHRIJVEN
Je krijgt een WhatsApp van Anna.
Stuur een bericht terug.
Geef antwoord op alle vragen.

Slide 19 - Slide


Hoi, Moet jij zaterdag werken? Kom je na je werk bij mij wat drinken? Wat wil je drinken? Hoe laat kun je komen?  Groetjes, Anna.

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Video

Zinnen maken
deel 2

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Samen oefenen.

Slide 24 - Slide

goed of niet goed?

Slide 25 - Slide

Dan ik kan ze brengen.
A
goed
B
niet goed

Slide 26 - Quiz

Vandaag moet ik werken.
A
goed
B
niet goed

Slide 27 - Quiz

Daarom zij gaat naar school.
A
goed
B
niet goed

Slide 28 - Quiz

Morgen werk ik thuis.
A
goed
B
niet goed

Slide 29 - Quiz

Waarschijnlijk ga ik morgen zwemmen.
A
goed
B
niet goed

Slide 30 - Quiz

Misschien we gaan uit eten.
A
goed
B
niet goed

Slide 31 - Quiz

Soms doe ik boodschappen op de markt.
A
goed
B
niet goed

Slide 32 - Quiz

Helaas de winkel is dicht.
A
goed
B
niet goed

Slide 33 - Quiz

Gisteren heb ik een uitje georganiseerd.
A
goed
B
niet goed

Slide 34 - Quiz

Schrijven
maak de zin af.

Slide 35 - Slide

Ik heb nieuwe sokken nodig.
Daarom...

Slide 36 - Open question

Ik ga eerst schoonmaken.
Daarna...

Slide 37 - Open question

Ik moet even kijken of ik tijd heb.
Misschien...

Slide 38 - Open question

Ik heb een nieuwe jas nodig, want...

Slide 39 - Open question

Ze is moe, dus...

Slide 40 - Open question

Spreken
rad van fortuin

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Link

Huiswerk
A1:   4.2 + 4.3 : boek > computer > dictee > memotrainer
A2:  8.4 + 8.5 : boek > computer > dictee > memotrainer

Klaar? Foto op de WhatsApp!!

Slide 43 - Slide