This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and 1 video.
Items in this lesson
km
hm
dam
m
dm
cm
mm
x10
:10
Slide 1 - Drag question
Vul het rijtje in. Druk tussen ieder antwoord op enter.
4 m = ... cm 650 mm = ... dam 13,3 km = ... dm
Slide 2 - Open question
Pauline heeft een schilderij. Het schilderij is 45 cm lang en 30 cm breed. Pauline wil een lijst maken voor het schilderij. Hoeveel meter lijst heeft Pauline nodig? Denk aan je berekening.
Slide 3 - Open question
Hoe spreek je het dit uit? cm² ... centimeter
Slide 4 - Open question
Vul het rijtje in. Druk tussen ieder antwoord op enter.
200 cm² = ... dm² 0,45 km² = ... m² 150000 dm² = ... ha
Slide 5 - Open question
3,2 km² + 800 ha = ... km²
Slide 6 - Open question
Bereken de oppervlakte in m² van een rechthoek met een lengte van 0,5 km en een breedte van 300 m. Denk aan je berekening.
Slide 7 - Open question
In de tuin hiernaast is een bloemperk aangelegd. De rest is betegeld. Bereken de oppervlakte van de hele tuin. Denk aan je berekening.
Slide 8 - Open question
In de tuin hiernaast is een bloemperk aangelegd. De rest is betegeld. Bereken de oppervlakte van het bloemperk Alleen het getal invullen.
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Video
Vul het rijtje in. Druk tussen ieder antwoord op enter.
29,6 L = ... mL 23 mL = ... cc 305 cL = ... cm3
Slide 11 - Open question
De inhoud van de sporthal hiernaast is 15000 m3. Bereken de hoogte van de sporthal. Alleen het getal invullen
Slide 12 - Open question
Vul het rijtje in. Druk tussen ieder antwoord op enter.
45 m/s = ... km/uur 23,4 km/uur = ... m/s
Slide 13 - Open question
Sander schaatst de 500 meter in 44,6 seconden. Bereken zijn snelheid in km/uur. Rond je antwoord af op één decimaal.