*Begrijpend lezen H1, GL 2

klas VMBO 2: 
Begrijpend lezen NN6 
Hoofdstuk 1

drie delen, deelonderwerpen, tussenkopjes en hoofdgedachte
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

klas VMBO 2: 
Begrijpend lezen NN6 
Hoofdstuk 1

drie delen, deelonderwerpen, tussenkopjes en hoofdgedachte

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Na deze les kun je: 

- de hoofdgedachte van in een korte tekst herkennen
- de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst herkennen.

Slide 2 - Slide

Terugblikken:
Waarnaar kijk je om het onderwerp van een tekst te weten?

Slide 3 - Open question

drie vaste delen van een tekst
Een tekst bestaat uit een inleiding, een middenstuk en een slot. 

  • In de inleiding maak je kennis met het onderwerp van de tekst.
  • In het middenstuk staat de meeste informatie over het onderwerp. In dit gedeelte lees je over de verschillende delen van het onderwerp de deelonderwerpen . Soms staan hier tussenkopjes boven.
  • In het slot volgt er vaak een samenvatting of een conclusie. Soms wordt er ook een verwachting naar de toekomst uitgesproken. 

Slide 4 - Slide

Hoofdgedachte
Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?

  • Het is de kortste samenvatting van de tekst.
  • De hoofdgedachte staat vaak in de inleiding of in het slot.
  • De hoofdgedachte is één zin met daarin het onderwerp en het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd.

Bijvoorbeeld: De stad Gouda staat bekend om de Goudse kaas.

Slide 5 - Slide

Wat is het onderwerp en wat zijn de deelonderwerpen in onderstaande tekst? 
’Groente en fruit zijn gezond voor je. Groenten en fruit bevatten verschillende vitamines die je nodig hebt om gezond te blijven.

 Het is daarom erg belangrijk om elke dag minimaal 200 gram groente en twee stuks fruit te eten. Dan krijg je alle benodigde vitamines binnen en blijf je gezond.

 Een slimme manier om aan groente en fruit te komen is het verbouwen van groenten in je eigen moestuin. Zelfs als je in de stad woont kan je een moestuin maken, bijvoorbeeld op het balkon of in de vensterbank. Lekkere groenten voor in een moestuin zijn bijvoorbeeld boontjes en wortels.


Tegenwoordig is het ook helemaal hip om je groenten en fruit te verwerken in een smoothie. Je gooit dan alles wat je lekker vindt in de blender en binnen dertig seconden heb je een supergezond sapje! Dingen die je in een smoothie kan doen zijn bijvoorbeeld jus d’orange, banaan of boerenkool. Als je geen blender hebt dan kan je natuurlijk ook kant en klare smoothies kopen in de supermarkt.”

Slide 6 - Slide

Wat is het onderwerp en wat zijn de deelonderwerpen in onderstaande tekst? 
Groente en fruit zijn gezond voor je. Groenten en fruit bevatten verschillende vitamines die je nodig hebt om gezond te blijven.

 Het is daarom erg belangrijk om elke dag minimaal 200 gram groente en twee stuks fruit te eten. Dan krijg je alle benodigde vitamines binnen en blijf je gezond.

 Een slimme manier om aan groente en fruit te komen is het verbouwen van groenten in je eigen moestuin. Zelfs als je in de stad woont kan je een moestuin maken, bijvoorbeeld op het balkon of in de vensterbank. Lekkere groenten voor in een moestuin zijn bijvoorbeeld boontjes en wortels.


Tegenwoordig is het ook helemaal hip om je groenten en fruit te verwerken in een smoothie. Je gooit dan alles wat je lekker vindt in de blender en binnen dertig seconden heb je een supergezond sapje! Dingen die je in een smoothie kan doen zijn bijvoorbeeld jus d’orange, banaan of boerenkool. Als je geen blender hebt dan kan je natuurlijk ook kant en klare smoothies kopen in de supermarkt.”

Slide 7 - Slide

Deelonderwerp
Een deelonderwerp is het onderwerp van een alinea. 
                   Voorbeeld: De tekst gaat over voetbal
                   Deelonderwerpen zouden kunnen zijn: 
                                           - regels
                                           - kleding
                                           - voetbalteam

Slide 8 - Slide

De opbouw van een tekst
Inleiding                    onderwerp duidelijk maken
                                 
Middenstuk             deelonderwerp 1
                                      deelonderwerp 2
                                      deelonderwerp 3
                                       ..........
Slot                               afsluiting = herhaling van het belangrijkste                       

Slide 9 - Slide

Wat zijn hoofdzaken in een tekst?
A
Wat belangrijk is in een tekst
B
Wat minder belangrijk is in een tekst

Slide 10 - Quiz

Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea

Slide 11 - Quiz

Waar in de alinea staat de belangrijkste zin?
A
In het midden van een alinea
B
eerste of laatste zin van alinea
C
Altijd aan het einde van de alinea
D
Die kan overal staan

Slide 12 - Quiz

Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken

Slide 13 - Quiz

Wat staat er in een kernzin?
A
Minder belangrijke dingen
B
Een samenvatting
C
Een hoofdzaak
D
Een tussenkopje

Slide 14 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat

Slide 15 - Quiz

Waar staat de hoofdgedachte van een tekst vaak?
A
In het middenstuk
B
In de samenvatting
C
In de inleiding of in het slot
D
Dat kun je nooit weten

Slide 16 - Quiz

Maken 
opdracht 1
lezen hoofdstuk 1 (blz. 13)

Slide 17 - Slide