W5 NL Spreken/presenteren

Nederlands inleiding spreken
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands inleiding spreken

Slide 1 - Slide

Vandaag...
  1. Woordenschat
  2. Uitleg examinering
  3. Zo maak je een presentatie
  4. Vragen 

Slide 2 - Slide

Woordenschat

Slide 3 - Slide

Affectie
A
De overdreven beweging
B
De genegenheid, de liefde

Slide 4 - Quiz

Beklemtonen
A
Tegen je wil in afhankelijk zijn van iemand
B
Ergens de nadruk op leggen

Slide 5 - Quiz

Afschuw
A
Walging
B
Haat

Slide 6 - Quiz

Mimiek
A
De klank van de stem
B
De gezichtsuitdrukking

Slide 7 - Quiz

Feedback
A
De reactie van de ander
B
Het commentaar

Slide 8 - Quiz

Rationeel
A
Met je verstand
B
Met je gevoel

Slide 9 - Quiz

Expressie
A
Met opzet iemand boos of verdrietig maken
B
Uiting van gevoel of talent

Slide 10 - Quiz

Subtiel
A
Iets wat niet meteen opvalt
B
Iets wat erg duidelijk is en ook vaak grappig

Slide 11 - Quiz

De behoefte
A
Iets wat je nodig hebt
B
Iets wat je wilt hebben

Slide 12 - Quiz

Instemmen
A
Ja zeggen
B
Twijfelen

Slide 13 - Quiz

Examens Nederlands
Hoe zat dat ook alweer? 

Slide 14 - Slide

Centraal Examen MBO (CEM)

  1. Lezen
  2. Luisteren


Samen 50%
Instelling Examens (IE)

  1. Spreken (15%)
  2. Gesprekken (15%)
  3. Schrijven (20%)

Samen 50%

Slide 15 - Slide

Centraal Examen MBO (CEM)

  1. Lezen
  2. Luisteren


Samen 50%
Instelling Examens (IE)

  1. Spreken (15%)
  2. Gesprekken (15%)
  3. Schrijven (20%)

Samen 50%

Slide 16 - Slide

professioneel presenteren

Slide 17 - Slide

Ik vind presenteren spannend.
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Presenteren.... kun je leren!

Slide 19 - Slide

Wat zijn je valkuilen bij presenteren?

Slide 20 - Open question

Verdeel je presentatie in een inleiding – middenstuk - slot

Bepaal welke hulpmiddelen je gebruikt (foto’s, andere afbeeldingen).

Schrijf de presentatie uit en leer de presentatie aan de hand van 
sleutelwoorden (je mag een spiekbriefje met sleutelwoorden gebruiken).

Oefenen – oefenen - oefenen. 

Slide 21 - Slide

Even samenvatten
Mogelijke doelen om te presenteren:
informeren, instrueren, overtuigen of overhalen

Mogelijke middelen om spreekdoel te bereiken:
PowerPoint, Prezi, een whiteboard, flapover, etc.

Dus PowerPoint is ter ondersteuning van jouw presentatie!

Slide 22 - Slide

Voorbereiding mondelinge examens
Bestudeer de examenopdracht goed: wat wordt er precies gevraagd?
Maak een goede planning

Verzamel achtergrondinformatie over je BPV en informatie die je vindt bij de uitwerking van je stelling.*

Denk aan goede voorbeelden bij elk argument.

Maak keuzes: onderscheid hoofd- en bijzaken, tijdsvoorwaarden, etc.














Slide 23 - Slide

Opening

Wacht totdat het stil is en begin je presentatie met een duidelijke opening. 



Slide 24 - Slide

Creatieve opening

Citaat

Quiz

Raadsel

Humor

Anekdote

Bedankje

Een vraag aan je publiek

Enzovoorts...

Slide 25 - Slide

Wat is belangrijk aan je houding
tijdens het spreken?

Slide 26 - Mind map

Houding
- Sta met twee benen op de grond. 
-  of: Zit rechtop.
- Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. 
- Je armen langs je lichaam. 
- Rug recht, schouders naar achteren. 
- Ogen het publiek in. 

Slide 27 - Slide

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 28 - Quiz

Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken

Slide 29 - Quiz

Presenteer jezelf!
In een presentatie gebruik je verbale en 
non-verbale communicatie 

Slide 30 - Slide

Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn presentatie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Zijn er nog vragen?

Slide 32 - Open question

Hoe heb je de les van vandaag ervaren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Tot de volgende keer!

Slide 34 - Slide