Faalangst

\
1 / 23
next
Slide 1: Slide
StudielessenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 23 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

\

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Smart
Specifiek: Hoe kan ik op een effectieve manier leerlingen met faalangst begeleiden?
Meetbaar: Aan het eind van deze module weet ik hoe ik leerlingen met faalangst effectief kan begeleiden.
Acceptabel: het doel is reëel en haalbaar
Realistisch: Ik verwacht dit doel te kunnen afronden binnen de tijd die ik in mijn planning heb genoemd, door het doen van literatuuronderzoek en een interview met JD
Tijdgebonden: Aan het eind van deze module, volgens mijn planning.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

 Wat is faalangst eigenlijk?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

FAALANGST 
 
...is de angst om niet goed te presteren. 
En die angst werkt belemmerend.


Bron: Geerts & Van Kralingen (2020)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De verschillende soorten:
  • Cognitieve faalangst , actief en passief
  • Sociale faalangst
  • Motorische faalangst

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Cognitieve faalangst
  • Faalangst die te maken heeft met leren.
  • Vrees dat het niet lukt.
  • In huiselijke sfeer gaat het prima.
  • Op school treedt er een blokkade op.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Passief en actief

Slide 8 - Slide

Reacties op faalangst: 
- actieve faalangst
- passieve faalangst
Actieve faalangst
  • Hard werkend en streeft naar goed resultaat.
  • Komen niet aan ontspanning toe.
  • Concentreren alleen maar op stof en feiten.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Passieve faalangst
  • Leerlingen hebben het idee dat inspanning geen invloed heeft op resultaat.
  • Hoe meer inspanning, hoe groter de teleurstelling kan zijn.
  • Leerlingen steken tijd in andere dingen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Sociale faalangst
  • Angst voor andere mensen en om contact te maken.
  • Minderwaardigheidscomplex, laag zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen.
  • Nee zeggen is moeilijk, dus dan maar ja zeggen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Motorische faalangst
  • Bang dat prestaties met behulp van hun lichaam, motoriek gaat mislukken.
  • Fysiek wel in staat maar de angst blokkeert het proces.

Bijvoorbeeld bij lichamelijke opvoeding, tekenen of techniek.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Feiten en cijfers 
 10 tot 13 % van de jongeren tussen de 12 en 14 jaar hebben faalangst.

1 op de 10 jongeren tussen de 12 en 18 jaar hebben faalangst.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

WAT GEBEURT ER BIJ FAALANGST?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

WAT ZIJN DE GEVOLGEN 
VAN FAALANGST?

- je kunt niet meer denken
- je voelt nog meer angst!
- je kunt nog minder denken!
- er komt steeds minder bloed naar je hersenen
- je raakt in paniek
- er ontstaat een black-out!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat kun je doen tegen faalangst?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Docent
In de les:
  • Betrek de leerling indirect
  • Grote opdracht opdelen
  • Op weg helpen bij de tussenstapjes
  • Bejubel successen, geef tips wat nog beter kan

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Docent
Bij toetsen:
  • Zorg dat de leerling zich gezien voelt
  • loop langs, hand op de schouder, kneepje. 
  • Geef het gevoel dat er voor hem bent
Na de toets:
  • Noteer het aantal goede antwoorden, niet het aantal fouten
  • Krullen bij goede antwoorden, fouten leeg of kleine markering
  • Kijk na met groen (rood = negatief)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Leerling
  • Voorbereiden, ontspannen en succesdagboek bijhouden.
  • G-schema gebruiken
  • Bedenk: fouten maken mag! Dit hoort bij het leerproces!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Helpende en niet helpende gedachten
Faalangstgevoelens en faalangstgedrag worden veroorzaakt door  gedachten. Die gedachten voeden de faalangst. De kunst is om van deze niet-helpende gedachten -> helpende gedachten te maken. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Oefening uit de faalangstreductietraining


Voorbeeld helpend : Ik heb er voor geleerd en ik doe mijn best
Voorbeeld niet helpend: Het gaat morgen bij de toets toch weer mis

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Zijn er nog vragen?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Bedankt voor jullie aandacht

Slide 23 - Slide

This item has no instructions