Lezen 4.3 mavo havo 1 Talent 2023

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je laptop.
  • Je telefoon is uit en zit in je tas. Je tas staat op het rek.
  • Je laptop is dicht en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • Tijdens de instructie ben je stil.
  • Tijdens het werken overleg je zachtjes.
  • Je steekt je hand op voor vragen.

1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je laptop.
  • Je telefoon is uit en zit in je tas. Je tas staat op het rek.
  • Je laptop is dicht en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • Tijdens de instructie ben je stil.
  • Tijdens het werken overleg je zachtjes.
  • Je steekt je hand op voor vragen.

Slide 1 - Slide

Programma
1. Talent 4.3. Lezen:
  • Herkennen van tekstdoelen
  • Herkennen van instructies
  • Signaalwoorden: tijdsvolgorde 
2.  Enquête over lezen 
3.   Theorie + klassikaal aan de slag 
3. Zelfstandig aan de slag 
4. Kort nabespreken en lesafsluiting

Slide 2 - Slide

Enquête over LEZEN
  • Onderwerp: hoe pak jij het lezen van een tekst? Wat doe je voordat je start met lezen, en wat doe je tijdens en na het lezen van de tekst?

  • Ga naar mail Magister, mail van Mw. Vochteloo
  • Open de link en vul de enquête in (anoniem)
  • Tijd: ongeveer 8-10 minuten
  • Klaar? lees de lesstof 4.3 Lezen

Slide 3 - Slide

Elke tekstsoort heeft een tekstdoel 
Noem eens....

Slide 4 - Slide

Tekstdoelen
Let op: soms meerdere doelen in een tekst. Kies 1 doel.

Slide 5 - Slide



Tekstsoort: 
Instructie

Voorbeelden?

Slide 6 - Slide

Instructie
Instructie

Slide 7 - Slide

Tekstverbanden
Winston heeft veel hobby's. Hij spaart voetbalplaatjes en stripboeken. Bovendien speelt hij gitaar.

Claire zegt dat ze de film niet spannend vindt, toch knijpt ze in mijn hand.

Als eerst schil je de appels, vervolgens kneed je het deeg, ten slotte doe je alles in de taartvorm.




Slide 8 - Slide

Tekstverband: tijdsvolgorde  

Tekstverband:
opsommend

Slide 9 - Slide

Zelfstandig aan de slag
  1. Wat: aan de slag met 4.3 opdracht 1 t/m 5
  2. Hoe: in duo's, zachtjes overleggen mag
  3. Tijd: ongeveer 10-15 minuten
  4. Al eerder klaar?: verder met 6 t/m 7  
  5. Nabespreken en afsluiten les

Huiswerk voor donderdag: Lezen 4.3: 1 t/m 5 afmaken

Slide 10 - Slide

Nabespreken & afsluiting

Slide 11 - Slide

Wat is de kernzin?:
Van zwemmen in natuurwater kunt u ziek worden. In natuurwater komen bacteriën, virussen en larven voor. Met name tijdens warm weer kan het aantal bacteriën in natuurwater met weinig stroming snel groeien.

Slide 12 - Open question

Hoe is een tweedeling van een tekst opgebouwd?
A
Inleiding, kern, slot
B
inleiding, kern
C
inleiding
D
kern

Slide 13 - Quiz

Wat zijn hoofdzaken in een tekst?
A
Wat belangrijk is in een tekst
B
Wat minder belangrijk is in een tekst

Slide 14 - Quiz

Waar in de alinea staat de belangrijkste zin (kernzin)?
A
Altijd in het midden
B
Meestal aan het begin, soms in het midden, soms aan het einde
C
Altijd aan het einde
D
Altijd aan het begin

Slide 15 - Quiz

Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken

Slide 16 - Quiz

Beschrijft in één woord waar een tekst over gaat
A
onderwerp
B
hoofdzaak
C
bijzaak
D
kernzin

Slide 17 - Quiz

Uit welke drie delen is een tekst vaak opgebouwd?

Slide 18 - Open question

Tekstopbouw
Wat staat er in de:

Inleiding / Kern / Slot?


Slide 19 - Slide

Tekstopbouw
Inleiding =
Informatie waaruit je het onderwerp van de tekst kunt afleiden. Kort stukje

Kern=
Meer informatie over het onderwerp. Vaak meerdere alinea's en meerdere deelonderwerpen. Het langste deel.

Slot =
Samenvatting of conclusie. Er staat geen nieuwe informatie in.


Slide 20 - Slide

Tekstopbouw
= De tekst staat in een logische volgorde.

  • een tweedeling: Inleiding - kern 
  • een driedeling: Inleiding - kern - slot 

Slide 21 - Slide

Tekstopbouw: tweedeling
Inleiding
Informatie waaruit je het onderwerp van de tekst kunt afleiden. Kort stukje

Kern
Meer informatie over het onderwerp. Vaak meerdere alinea's met deelonderwerpen (tussenkopjes). Het langste deel.

Slide 22 - Slide

Tekstopbouw: driedeling
Inleiding
Informatie waaruit je het onderwerp van de tekst kunt afleiden.Kort stukje

Kern
Meer informatie over het onderwerp.Het langste deel.

Slot
Samenvatting of conclusie. Er staat geen nieuwe informatie in.


Betoog

Slide 23 - Slide

Opbouw van alinea's
Alinea's hebben vaak een:

Kernzin = de zin met de belangrijkste informatie. Vaak de eerste                       zin.                                                                                                                                                                                                           
Toelichting =  de andere zinnen van de alinea.   Meestal een                                         uitleg of een voorbeeld.

Slide 24 - Slide

Opbouw van een tekst
Teksten bestaan uit hoofdzaken en bijzaken.

Hoofdzaken: belangrijkste informatie over het onderwerp                                          (kernzinnen). Maken de tekst duidelijker.
Bijzaken:         minder belangrijke informatie.
                            Voorbeelden van bijzaken: een voorbeeld,                                                herhaling of uitleg

Slide 25 - Slide

Herhaling theorie
  • Inleiding, kern en slot
  • Driedeling of tweedeling van een tekst
  • Alinea: kernzin en toelichting
  • Tekst: hoofd- en bijzaken

Slide 26 - Slide

Soorten tekstverbanden
Eerder gehad: 
  • opsomming
  • tegenstelling
  • nieuw: tijdsvolgorde

Slide 27 - Slide

Tekstverband:
tegenstellend
Tekstverband:
opsommend

Slide 28 - Slide