This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Lezen
timer
10:00
Slide 1 - Slide
doelen
herhaling:
Ik ken de tekstdoelen, informeren, overtuigen, activeren en amuseren.
Ik weet wat verwijswoorden zijn.
Nieuw:
Ik kan de inleiding, kern en slot herkennen.
Ik kan de signaalwoorden herkennen die een voorbeeld geven.
Slide 2 - Slide
Wat wil een schrijver met zijn tekst? Hoe heten de tekstdoelen?
Slide 3 - Mind map
Hoe was het ook alweer?
informeren: de schrijver geeft je informatie
amuseren: de schrijver wil dat je plezier hebt bij het lezen
overtuigen: de schrijver wil zijn mening opleggen
activeren: de schrijver wil dat je iets gaat doen
Slide 4 - Slide
Welke tekstsoort?
A
informatieve tekst
B
amuserende tekst
C
overtuigende tekst
D
activerende tekst
Slide 5 - Quiz
Welke tekstsoort?
A
informatieve tekst
B
amuserende tekst
C
overtuigende tekst
D
activerende tekst
Slide 6 - Quiz
Welke tekstsoort?
A
informatieve tekst
B
amuserende tekst
C
overtuigende tekst
D
activerende tekst
Slide 7 - Quiz
Welke tekstsoort?
A
informatieve tekst
B
amuserende tekst
C
overtuigende tekst
D
activerende tekst
Slide 8 - Quiz
Wat zijn verwijswoorden?
Slide 9 - Open question
Waarnaar verwijst het verwijswoord zij? Het meisje is erg serieus, daarom haalt zij hoge cijfers.
A
het meisje
B
serieus
C
daarom
D
hoge cijfers
Slide 10 - Quiz
Tekstopbouw
= De tekst staat in een logische volgorde.
een driedeling: Inleiding - kern - slot.
een tweedeling: Inleiding - kern (nieuwsberichten).
Slide 11 - Slide
Tekstopbouw: driedeling
Inleiding = Informatie waaruit je het onderwerp van de tekst kunt afleiden.Kort stukje
Kern= Meer informatie over het onderwerp.Het langste deel.
Slot = Samenvatting of conclusie. Er staat geen nieuwe informatie in.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Tekstopbouw: tweedeling
Inleiding = Informatie waaruit je het onderwerp van de tekst kunt afleiden. Kort stukje
Kern= Meer informatie over het onderwerp.Het langste deel.
Slide 14 - Slide
voorbeeld: tweedeling
Kakapo wint vogelverkiezing in Nieuw-Zeeland
De kakapo is voor de tweede keer Vogel van het Jaar geworden in Nieuw-Zeeland. De met uitsterven bedreigde papegaaiensoort leverde deze ongeëvenaarde prestatie na een door fraude geteisterde stembusgang.Kakapo's streken ook in 2008 met de eer.
De jaarlijkse vogelverkiezing in Nieuw-Zeeland, die in 2005 voor het eerst werd gehouden, is mateloos populair en heeft volgens de organisatoren geleid tot meer aandacht voor de unieke natuurgebieden en diersoorten die het land rijk is.
Slide 15 - Slide
Hoe kun je zien/lezen in een stuk tekst of het een driedeling of een tweedeling is?
Slide 16 - Open question
tekstopbouw: inleiding
inleiding gebruik je om
- aandacht te trekken
- het onderwerp te benoemen of te omschrijven
Slide 17 - Slide
tekstopbouw: kern
de kern
- is het langste deel van de tekst
- hierin lees je vaak over de deelonderwerpen
Slide 18 - Slide
Tekstopbouw: slot
Het slot van een tekst gebruik je om:
een conclusie te trekken
een samenvatting van de inhoud te geven
Je geeft geen nieuwe informatie in het slot!
Slide 19 - Slide
doelen
herhaling:
Ik ken de tekstdoelen, informeren, overtuigen, activeren en amuseren.
Ik weet wat verwijswoorden zijn.
Nieuw:
Ik kan de inleiding, kern en slot herkennen.
Ik kan de signaalwoorden herkennen die een voorbeeld geven.
Slide 20 - Slide
Dat is veel informatie vandaag
Dat moeten we dus echt even oefenen,
daarvoor gebruik je de weektaak:
2.3 opdracht 1 t/m 25 behalve opdracht 16
Overhoor jezelf 2.3
test jezelf 2.3
Kijk steeds naar de doelen om te weten of je je doelen hebt behaald