1.4 Hefbomen

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

1.4 Hefbomen 

De vorige paragrafen gaan over:

krachten 

Bij hefbomen kun je van een kleine kracht een grote kracht maken

Doelen:

• Je kunt in eigen woorden uitleggen wanneer een voorwerp in evenwicht is.
• Je weet wat een hefboom is en kunt het draaipunt en de armen aangeven in een situatie.
• Ik kan in verschillende situaties het draaipunt en de armen van een hefboom aanwijzen. 
• Ik kan in verschillende situaties rekenen met de hefbomenwet: 
  

                          Krachtlinks x armlinks = kracht rechts x arm rechts

                                                             Fl x dl = Fr x dr 

Heel hard aan de spijker trekken werkt,

maar dit is handiger en kost minder kracht:

hefboom

Open eerst blz. 18 in je tekstboek

De arm is de afstand van de kracht tot het draaipunt.

Elke hefboom heeft een draaipunt:

Bij beweging blijft het draaipunt op zijn plek.

Hefboom

 resultaat van de kracht

Je levert met je hand een kracht.

Uitwerking is de kracht op de

walnoot.

tekening bij de volgende vraag

Waar zit in de tekening op de voorgaande slide het draaipunt?

1. In het midden (punt op de dop)
2. links
3. rechts
4. dit is geen hefboom

Hefboom in evenwicht

Hefboom in evenwicht

Hefboomregel

Kracht links x arm links = Kracht rechts x arm rechts

in symbolen:

F_l x d_l = F_r x d_r

_{kracht wordt aangegeven met de F van force}

_{arm (lengte)  wordt vaak met d aangegeven} 

d: afstand a en b geef je weer in cm

F: kracht F1 en F2 geef je weer in Newton

100 N x 0,6 m = 60 N x 1m

De arm van een kracht

Rekenen met de hefboomregel

Bereken arm 2 (volgende slide)

Bereken arm 2

1. 2,2 m
2. 1,8 m
3. 7,3 m
4. 49,5 m

maken 1.4

Maken

34, 35, 36, 37, 39,41             (1.4)

Schrijf berekeningen VOLLEDIG op

Extra opgaven