Leenwoorden

1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel:
Ik weet wat leenwoorden zijn en kan ze zonder fouten schrijven.

Slide 2 - Slide

leenwoorden

Slide 3 - Mind map

Franse leenwoorden schrijf je vaak met

 

air of eau of ge

Slide 4 - Slide

air
eau
ge
militair
niveau
bureau
milionair
populair
cadeau
ordinair
plumeau
horloge
bagage
etalage
asperge

Slide 5 - Drag question

Franse leenwoorden met ou 
We spreken de ou uit als oe:

route - we zeggen: roete

Slide 6 - Slide

Lees nu de volgende woordparen hardop.
Luister goed naar het verschil in uitspraak.
groente coupé douane — café
asperge privé horloge — logé

Lees nu de volgende woorden hardop.
Luister goed naar het verschil in uitspraak.

groente
coupé
douane 




Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat is een ander woord voor stortbad?

Slide 9 - Open question

reisweg / richting

Slide 10 - Open question

dagelijks nieuws op tv

Slide 11 - Open question

iemand die in de krant schrijft

Slide 12 - Open question

controle aan de grens

Slide 13 - Open question

sleur / gewoonte

Slide 14 - Open question

terugzending / terugreis

Slide 15 - Open question

ou = oe
ou = ou
gebouw
fietsroute
douchegordijn
touwladder
zoutpot
vrouwelijk
retour
strijkbout
journaal
schouder

Slide 16 - Drag question

Franse leenwoorden met é 
We spreken de é uit als ee:

logé - we zeggen: logee

Slide 17 - Slide

Vul in ..... kies uit:
coupé - logé - privé - café

In welke kamer slaapt jullie ....... ?

Slide 18 - Open question

Vul in ..... kies uit:
coupé - logé - privé - café

We hadden de hele ....... voor onszelf in de trein.

Slide 19 - Open question

Vul in ..... kies uit:
coupé - logé - privé - café

Ze hebben tien soorten bier in dat ...........

Slide 20 - Open question

Vul in ..... kies uit:
coupé - logé - privé - café

Dat telefoongesprek mag niemand horen, het is ............

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Ik weet wat leenwoorden zijn en kan ze al goed schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Dictee
Fout getypt? Dan schrijf je in je schrift het woord opnieuw.

Slide 25 - Slide

Typ het woord dat je hoort

Slide 26 - Open question

Typ het woord dat je hoort

Slide 27 - Open question

Typ het woord dat je hoort

Slide 28 - Open question

Typ de zin die je hoort.

Slide 29 - Open question

Typ de zin die je hoort.

Slide 30 - Open question