Klas 3 H5.3 Beelden maken met een lens

H5.3
Beelden maken met een lens
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H5.3
Beelden maken met een lens

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Video

Bolle lens
Een bolle lens knikt de lichtstralen naar binnen.



CONVERGERENDE WERKING

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Bolle (+) lens
1
2
3

Slide 7 - Slide

Een sterkere lens knikt de lichtstralen meer naar binnen. De brandpuntsafstand is dan kleiner.

Slide 8 - Slide

Bolle lens
De lijn die door het midden van de lens gaat en loodrecht op de lens staat.
Afstand tussen brandpunt en lens.

Slide 9 - Slide

Brandpunt





F: Brandpunt
f: brandpuntafstand

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Brandpunt
Het brandpunt van een bolle lens is het punt waar de lichtstralen samenkomen als op de lens een evenwijdige lichtbundel schijnt. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Holle (-) lens
1
2
3

Slide 17 - Slide

Lichtstralen worden door een negatieve lens naar buiten geknikt. Een divergerende werking.

Slide 18 - Slide

Een negatieve of holle lens is in het midden 
dunner dan aan de rand.

Slide 19 - Slide

Met een bolle lens maak je een
A
evenwijdige stralenbundel
B
divergerende stralenbundel
C
convergerende stralenbundel

Slide 20 - Quiz

Bij projecteren ontstaat een beeld op het scherm. Alleen als je het scherm op de juiste plek zet krijg je een scherp beeld.

De plaats waar een scherp beeld ontstaat, kun je bepalen met een tekening. Daarvoor gebruik je twee constructiestralen.

Slide 21 - Slide


Door een fel verlicht voorwerp vóór een bolle lens te zetten kun je een projectie maken van het voorwerp. 
1
Bij projecteren staat het beeld altijd omgekeerd 
2

Slide 22 - Slide

Beeld tekenen
Om te bepalen hoe groot het scherpe beeld op het scherm is, maak je een tekening. 
Je gebruikt een belangrijke eigenschap van lichtstralen bij lenzen.

(1) Een lichtstraal evenwijdig aan de hoofdas gaat na de lens door het brandpunt

Slide 23 - Slide

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3
4

Slide 24 - Slide

Beeld tekenen
Om te bepalen hoe groot het scherpe beeld op het scherm is, maak je een tekening. 
Je gebruikt een belangrijke eigenschap van lichtstralen bij lenzen.

(2) Een lichtstraal die door het midden van een lens gaat verandert niet van richting.

Slide 25 - Slide

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3
4

Slide 26 - Slide

Beeld tekenen
Om te bepalen hoe groot het scherpe beeld op het scherm is, maak je een tekening. 
Je gebruikt een belangrijke eigenschap van lichtstralen bij lenzen.

(3) Een lichtstraal door brandpunt gaat na de lens evenwijdig verder

Slide 27 - Slide

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3
4

Slide 28 - Slide

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Lichtstralen die naar elkaar lopen vormen een
A
evenwijdige stralenbundel
B
divergerende stralenbundel
C
convergerende stralenbundel

Slide 32 - Quiz

Met een plat stukje glas maak je
A
evenwijdige stralenbundel
B
divergerende stralenbundel
C
convergerende stralenbundel

Slide 33 - Quiz

Noem een ander woord voor positieve lens
A
bolle lens
B
holle lens

Slide 34 - Quiz

Lichtstralen die uit elkaar lopen vormen een
A
evenwijdige stralenbundel
B
divergerende stralenbundel
C
convergerende stralenbundel

Slide 35 - Quiz

Met een holle lens maak je een
A
evenwijdige stralenbundel
B
divergerende stralenbundel
C
convergerende stralenbundel

Slide 36 - Quiz