Klas 3 H5.3 Beelden maken met een lens

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

WELKOM

5.3 BEELDEN MAKEN MET EEN LENS

H5 LICHT

WAT GAAN WE DOEN?

• Herhaling 5.2 Van infrarood tot ultraviolet
• Introductie
  
• Lenzen
  
• Lichtbreking bij positieve lenzen
  
• Lichtbreking bij negatieve lenzen

Herhaling §5.2 van IR tot UV
Wat weet jij nog van §5.2?

LEERDOEL 1

Je kunt kenmerken van positieve en negatieve lenzen benoemen.

LENZEN

Een lens is ontworpen om licht op een bepaalde manier van richting te doen veranderen. Je noemt dat: het licht breken.

POSITIEVE LENZEN

• Positieve lenzen zijn in het midden dikker dan aan de rand.
• Je noemt ze daarom ook wel bolle lenzen. 

NEGATIEVE LENZEN

• Negatieve lenzen zijn in het midden dunner dan aan de rand.
• Daarom noem je ze ook wel holle lenzen.

LEERDOEL 2

Je kunt uitleggen hoe een positieve lens een evenwijdige bundel zonlicht breekt.

LICHTBREKING BIJ EEN LENS

Dit noemen we lichtbreking.

Licht kan op 2 verschillende manieren gebroken worden

LEERDOEL 3

 Je kunt toelichten wat wordt bedoeld met ‘brandpunt’ en ‘brandpuntsafstand’.

POSITIEVE LENS

De lijn die door het midden van de lens gaat en loodrecht op de lens staat.

Afstand tussen brandpunt en lens.

POSITIEVE LENS

Een bolle lens knikt de lichtstralen naar binnen.

CONVERGERENDE WERKING

BRANDPUNT

Het brandpunt van een bolle lens is het punt waar de lichtstralen samenkomen als op de lens een evenwijdige lichtbundel schijnt. 

QUIZ

https://quiz.ntr.nl/quiz/start/quiz_id/220

holle lenzen noem je ook wel....

1. positieve lenzen
2. negatieve lenzen

Welke lenzen zijn
positieve lenzen?
Er zijn meer antwoorden mogelijk.

1. A
2. B
3. C
4. D

Holle lenzen zijn

1. positief en divergerend
2. negatief en divergerend
3. negatief en convergerend
4. positief en convergerend

Welke lenzen zijn positief?

1. 1 en 2
2. 1, 2 en 3
3. 1, 2, 3 en 5
4. 1, 2, 3, 5 en 6

LEERDOEL 3

Je kunt uitleggen hoe een positieve lens een evenwijdige bundel zonlicht breekt.

Door een fel verlicht voorwerp vóór een bolle lens te zetten kun je een projectie maken van het voorwerp. 

1

Bij projecteren staat het beeld altijd omgekeerd 

2

Bij projecteren ontstaat een beeld op het scherm. Alleen als je het scherm op de juiste plek zet krijg je een scherp beeld.

De plaats waar een scherp beeld ontstaat, kun je bepalen met een tekening. Daarvoor gebruik je twee constructiestralen.

Beeld tekenen

Om te bepalen hoe groot het scherpe beeld op het scherm is, maak je een tekening. 

Je gebruikt een belangrijke eigenschap van lichtstralen bij lenzen.

(1) Een lichtstraal evenwijdig aan de hoofdas gaat na de lens door het brandpunt

Beeld tekenen positieve lens

1

2

3

4

Beeld tekenen

Om te bepalen hoe groot het scherpe beeld op het scherm is, maak je een tekening. 

Je gebruikt een belangrijke eigenschap van lichtstralen bij lenzen.

(2) Een lichtstraal die door het midden van een lens gaat verandert niet van richting.

Beeld tekenen positieve lens

1

2

3

4

Beeld tekenen

Om te bepalen hoe groot het scherpe beeld op het scherm is, maak je een tekening. 

Je gebruikt een belangrijke eigenschap van lichtstralen bij lenzen.

(3) Een lichtstraal door brandpunt gaat na de lens evenwijdig verder

Beeld tekenen positieve lens

1

2

3

4

Beeld tekenen positieve lens

1

2

3

Zelfstandig werken

• Wat: - Lees je boek paragraaf 5.3 blz. 102 t/m 105, Schrijf de betekennis van de blauw worden.
  
• - Maak in je werkboek opgaaf 39 t/m 48 blz. 22 t/m 23.
  
• Hoe: zelfstandig werken. 
• Hulp: Nova boek 
• Tijd: 20 min. 
• Uitkomst: 5.3 af 
• Klaar: Lees H5.4 en maak de opgaven.     
         
   
         
   

Een sterkere lens breekt de lichtstralen meer naar binnen. De brandpuntsafstand is dan kleiner.