1. Je bent volledig stil, geen overleg.
2. Zelfstandig maken, geen hulp van docent, klasgenoten of boek.
3. Niet op de toets schrijven, gebruik het ruitjespapier.
4. Schrijf duidelijk en leesbaar.
5. Controleer je werk als je klaar bent.
Tafels natuurlijk uit elkaar.
Je hebt 20 minuten de tijd. Dyslecten 25 minuten.
Klaar? Lever je oefentoets in bij docent. Pak daarna je boek en maak 2.1.