1 mavo - hf 3 herhaling

1 mavo - hf 3 herhaling
Assenstelsels en grafieken
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1 mavo - hf 3 herhaling
Assenstelsels en grafieken

Slide 1 - Slide

timer
3:00
Wat weet je over een assenstelsel en coördinaten?

Slide 2 - Mind map

Coördinaten
  • Coördinaten op aarde:
  • Voetbalstadium Utrecht: 52.07836, 5.14584
  • Ook coördinaten in een assenstelsel

Slide 3 - Slide

Bij een assenstelsel kan dat ook!

Slide 4 - Slide

Als we een assenstelsel tekenen,
Waar moeten we dan op letten?

Slide 5 - Mind map

Wat zijn de coördinaten van
het blauwe coördinaat?
A
(4,4)
B
(2,45)
C
(3,5)
D
(4,55)

Slide 6 - Quiz

Wat zijn de coordinaten van punt L?
Wat zijn
de coordinaten
van punt M?
A
M (-2,1)
B
M (1,-2)
C
M(-2,-1)
D
M(-1,-2)

Slide 7 - Quiz

Tabel
xas
yas

Slide 8 - Slide

Wat is het eerste coördinaat uit deze tabel?
A
(0,30)
B
(0,1)
C
(30,0)
D
(1,0)

Slide 9 - Quiz

aantal
    0
    1
    2
   3
lengte
    8
  7,5
    7
  6,5
Welke lijn hoort bij de tabel?

Slide 10 - Slide

Welke lijn hoort bij de tabel?
A
rode lijn
B
blauwe lijn
C
groene lijn
D
zwarte lijn

Slide 11 - Quiz

Vermenigvuldigen met negatieve getallen
- ∙ + = -
+ ∙ - = -
- ∙ - = +

Slide 12 - Slide

Vermenigvuldigen met negatieve getallen
- : + = -
+ : - = -
- : - = +

Slide 13 - Slide

Negatieve getallen vermenigvuldigen
78
A
-56
B
49
C
56
D
58

Slide 14 - Quiz

negatieve getallen aftrekken


1211
A
-1
B
1
C
-23
D
23

Slide 15 - Quiz

negatieve getallen aftrekken


1211
A
-1
B
1
C
-23
D
23

Slide 16 - Quiz

Negatieve getallen vermenigvuldigen
36
A
-18
B
18

Slide 17 - Quiz

Negatieve getallen delen
-20 : -4 =
A
5
B
-5
C
-80
D
24

Slide 18 - Quiz

Negatieve getallen delen
50 : -2 =
A
52
B
-25
C
25
D
-100

Slide 19 - Quiz

wat is de juiste rekenvolgorde?

Slide 20 - Open question

Rekenvolgorde

  Rekenvolgorde:

  1. Tussen haakjes
  2.   x   en   :   
  3.   +   en  -   

Slide 21 - Slide

Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?

4 x (5 -2) + - 3
A
Je begint met de vermenigvuldiging
B
Je mag alles tegelijk doen
C
Je begint met de haakjes
D
Je begint rechts te rekenen

Slide 22 - Quiz


Reken deze som uit:
6 + 94 - 3 x 7=
THEMA REKENVOLGORDE
A
679
B
600
C
79
D
97

Slide 23 - Quiz

Woordformule
Aflezen in grafiek.

Slide 24 - Slide

woordformule - letterformule
g = 220 + 35t

Slide 25 - Slide

woordformule - letterformule
g = 220 + 35t
Maak de tabel bij deze formule en teken de grafiek. Klaar? Ga aan de herhalings opdrachten

Slide 26 - Slide