Bezittelijk voornaamwoord

Grammaire: bezittelijk voornaamwoord
Le but/het doel: 
- je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken
-
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammaire: bezittelijk voornaamwoord
Le but/het doel: 
- je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken
-

Slide 1 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
- Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is
- De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord dat volgt
   (mannelijk, vrouwelijk, meervoud)

- pen in de hand. Probeer dit schema zo volledig in te vullen in jouw schrift. 

Slide 2 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
mijn
jouw
zijn / haar
ons / onze
uw / jullie
hun

Slide 3 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn / haar
son
sa
ses
ons / onze
notre
notre
nos
uw / jullie
votre
votre
vos
hun 
leur
leur
leurs

Slide 4 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
Attention! 
Bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord dat begint met een klinker / h gebruik je het mannelijk bezittelijk voornaamwoord

Slide 5 - Slide

(mijn) soeur - noteer de hele zin (zonder punt)

Slide 6 - Open question

(zijn) mère

Slide 7 - Open question

(onze) livres

Slide 8 - Open question

(jouw) parents

Slide 9 - Open question

(hun) frère

Slide 10 - Open question

(haar) école

Slide 11 - Open question