NUN 1F-2F Spelling, H.2 Spellingregels, 2.3 Aan elkaar of los

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / controleren / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B

auteur   MB
datum   maart 2022

1 / 14
next
Slide 1: Slide
Nederlands voor anderstaligenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / controleren / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B

auteur   MB
datum   maart 2022

Slide 1 - Slide

p.163 Aan elkaar of los
controle van het huiswerk

Je gaat de woorden die los staan maar aan elkaar geschreven moeten worden correct noteren.
Telkens twee vragen     1 - 2
                                  3 - 4
                                  5 - 6

Slide 2 - Slide

p.163 opdracht 1
Type de verbeterde samenstellingen van 1 en 2. Geef een 'enter' tussen de antwoorden.
timer
1:00

Slide 3 - Open question

p.163 opdracht 1
Type de verbeterde samenstellingen van 3 en 4. Geef een 'enter' tussen de antwoorden.
timer
1:00

Slide 4 - Open question

p.163 opdracht 1
Type de verbeterde samenstellingen van 5 en 6. Geef een 'enter' tussen de antwoorden.
timer
1:00

Slide 5 - Open question

p.163 opdracht 2, vraag 1 en 2
Welke twee woorden zijn correct verbonden?
timer
0:30
A
ingeschreven; ervan
B
ingeschreven; vanuit
C
slechtsvijf; ervan
D
slechtsvijf; aanwezigis

Slide 6 - Quiz

p.163 opdracht 2, vraag 3 en 4
Welke twee woorden zijn correct verbonden?
timer
1:00
A
veertiendagen; samenmet
B
veertiendagen; daarachter
C
terugbrengen; daarachter
D
terugbrengen; samenmet

Slide 7 - Quiz

p.163 opdracht 2, vraag 5 en 6
Welke twee woorden zijn correct verbonden?
timer
1:00
A
bijgeschreven; bijaan
B
bijgeschreven; hierbij
C
opje; hierbij
D
bijgeschreven; hierbijaan

Slide 8 - Quiz

p.163 opdracht 2, vraag 7 en 8
Welke twee woorden zijn correct verbonden?
timer
1:00
A
nieuwecollega's; welgoed
B
nieuwecollega's; voorbereiden
C
binnengelaten; jewel
D
binnengelaten; voorbereiden

Slide 9 - Quiz

p. 163   woordenschat opdracht 3
de
sproei-           de egel          de zee-         de wondjes
installatie                              egel         v.e. zee-egel

Slide 10 - Slide

p.163 opdracht 2, vraag 1 en 2
Welke twee woorden moeten worden verbonden?
1. De ex aanvoerder van het voetbalteam zit nog elke wedstrijd in het publiek.
ex-aanvoerder
2. Sherida, kun jij de sproei installatie aanzetten?
sproei-installatie
3. Dat bedrijf werkt het liefst met mbo stagiaires ...
mbo-stagiaires

Slide 11 - Slide

p.163 opdracht 3
Welke twee woorden moeten worden verbonden?
4. Die 3D printer hebben we gekregen van een 
oud medewerker.     3D-printer     oud-medewerker
5. Voorkom dat je op een zee egel stapt ...
zee-egel
6. Vanmiddag brengt de milieu inspecteur 
een bezoek aan ons filiaal in Zuid Holland.
milieu-inspecteur    Zuid-Holland

Slide 12 - Slide

p.164   Schrijf aan elkaar
linker kolom                            het slaplantje
slaplantjes
binnenkort
driejarige
hoofdweg                                de lekkerbek
lekkerbekken                         gefrituurde witvis
hondenkussen                       bijv. kabeljauw, wijting

Slide 13 - Slide

p.164 opdracht 4  Schrijf aan elkaar.
rechter kolom                                        het konijn, de konijnen
konijnenbouten
rodewijnglazen                             de         de konijnenbout(en)
dekbedovertrekken
                                                                
midden                                                     het kussensloop
dameshakken                                             het dekbedovertrek

Slide 14 - Slide